EconomieFiscaal

Hoogtevrees als overmachtsgrond: in België kan het

Een recent gepubliceerd vonnis van de Brusselse rechtbank van eerste aanleg, toont aan dat de administratie het begrip ‘overmacht’ toch wel ruim interpreteert. Een belastingplichtige gebruikte het immers om te ontsnappen aan een fikse boete.

Geen boete bij overmacht

Bij deze zaak had een koper gebruik gemaakt van een verhoogd abattement bij de aankoop van diens studio in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hieraan zijn echter verschillende voorwaarden verbonden. Zo moest de koper het onroerend goed binnen een termijn van twee jaar na de registratie van de aankoopakte tot zijn hoofdverblijfplaats maken. In het andere geval volgde een boete en dienden de aanvullende registratierechten alsnog betaald worden.

De desgevallende koper deed dat echter niet en verkocht de studio vier maanden later gewoon opnieuw. Hierop verzocht de eigenaar om een teruggave van de betaalde registratierechten. De administratie vorderde daarentegen een boete van 2.500 euro en de aanvullende registratierechten ten belope van hetzelfde bedrag. De belastingplichtige beriep zich dan weer op overmacht. Bij overmacht is de boete immers niet verschuldigd.

Hoogtevrees als overmacht

De belastingplichtige haalde aan dat hij bij een bezoek aan zijn nieuwe studio ineens hoogtevrees kreeg. Zijn hoofdverblijfplaats daar vestigen zou hem dan ook duizeligheidsproblemen kunnen bezorgen. Volgens de belastingplichtige merkte hij dat eerder niet op, omdat bij het eerste bezoek aan de studio de gordijnen aanwezig waren. De belastingplichtige haalt dan ook aan dat die duizeligheidsproblemen, in combinatie met zijn hartproblemen, overmacht uitmaakten en hij de woning niet kon bewonen, waarop hij het besloot te verkopen. De administratie ging akkoord en de boete was niet langer verschuldigd.

Belastingplichtige gaat in beroep

De belastingplichtige was er echter niet mee akkoord dat hij enkel de boete niet moest betalen maar wel de aanvullende registratierechten. Hij trok dan ook naar de Brusselse rechtbank van eerste aanleg. Die verklaarde de vordering nu ongegrond: overmacht inroepen kan enkel om te ontsnappen aan de boete, niet voor de aanvullende betaling van de registratierechten.

Geef een reactie