ProcesProcesvoering

Vrederechter krijgt meer bevoegdheden door herverdeling van de werklast

Tot dit gerechtelijk jaar was de vrederechter bevoegd voor vorderingen tot 2.500 euro. Indien het ging om vorderingen tot 1.860 euro, was er sprake van een uitspraak in eerste en laatste aanleg. In het kader van de geplande werklastvermindering (wet van 25 mei 2018 tot vermindering en herverdeling van de werklast binnen de rechterlijke orde) worden die bedragen nu fors opgetrokken. De nieuwe grensbedragen gaan in vanaf 1 september 2018.

Uitgebreidere bevoegdheid vrederechter

De bevoegdheid van de vrederechter zal vanaf volgend gerechtelijk jaar (1 september 2018) strekken tot vorderingen tot 5.000 euro. De laatste jaren was er immers een stilzwijgende verschuiving van de werklast naar de rechtbanken van eerste aanleg. De grens van 2.500 euro volstond niet langer. Met de nieuwe grens wil de wetgever niet alleen de werklast herverdelen maar bovendien ook het recht opnieuw dichter bij de rechtzoekende brengen.

Uitspraak in eerste en laatste aanleg

De eerder aangehaalde grens van 1.860 euro wordt eveneens opgetrokken tot 2.000 euro. Tot dat bedrag doet de vrederechter dan ook uitspraak in eerste en laatste aanleg. Hierbij is hoger beroep niet mogelijk. Ook hier is een werklastvermindering voor de rechtbank van eerste aanleg het logisch gevolg.

Geef een reactie