Wanneer iemand een ander slagen en verwondingen toekent, is men in principe aansprakelijk voor de schade die zo wordt berokkend. Dergelijke slagen en verwondingen kunnen bovendien ook strafrechtelijk worden vervolgd. Dit levert echter niet altijd een gewenst resultaat op. Daarom is er de zogenaamde sportexceptie. Dit voorkomt dat een bokser aansprakelijk zou zijn voor de verwondingen die tijdens een gevecht worden aangericht. Ook bijvoorbeeld een voetballer zal hierdoor niet zomaar aansprakelijk zijn voor de gevolgen van een tackle. In een recente zaak die voor de correctionele rechtbank Antwerpen verscheen, werd de vraag gesteld hoever deze uitzondering gaat. Daarnaast werd ook de reikwijdte van het zelfbeschikkingsrecht in vraag gesteld.
Freefighters en het zelfbeschikkingsrecht
Bij deze zaak ging het om zogenaamde freefighters. Freefighters zijn mensen die in groep afspreken op een specifieke locatie om vervolgens als hobby een robbertje te vechten met een andere groep. De groepen maken daarbij een aantal afspraken, bijvoorbeeld over de gewichtsklasse, de leeftijd van de vechters, het beschermingsmateriaal en de wapens die ze al dan niet mogen gebruiken. Daarbij gaat het er vaak extreem hard aan toe.
De freefighters die voor de correctionele rechtbank verschenen, ontkennen niet dat er sprake is van slagen en verwondingen en dat zulks in principe strafbaar is. Zij beroepen zich echter in de eerste plaats op het zelfbeschikkingsrecht. Ze halen aan dat ze, net zoals iemand die bijvoorbeeld aan sadomasochisme doet, toch het recht moeten hebben om zelf invulling aan hun leven te geven en activiteiten te ontplooien waaruit zij en anderen vrijwillig schade kunnen ondervinden.
Grenzen aan het zelfbeschikkingsrecht
De rechter ontkent niet dat eenieder een zelfbeschikkingsrecht heeft en ook bepaalde keuzes over het eigen lichaam mag maken. De rechter erkent ook dat deze keuzes zelfs onvoorzichtig, ondoordacht, onverstandig en irrationeel mogen zijn. Zo mag men zich vrijwillig laten piercen en zijn ook zaken als esthetische chirurgie, abortus, boksen, geslachtsveranderingen en zelfs euthanasie toegelaten. Daarbij staat de toestemming van de betrokkene telkens centraal. Hier hebben alle betrokkenen inderdaad ook hun toestemming gegeven. De rechter benadrukt echter dat de genoemde zaken een wettelijk kader hebben om de veiligheid te garanderen. Het gaat bijvoorbeeld om de verplichte tussenkomst van een arts, hygiënevereisten voor tattooshops, specifieke abortus- en euthanasieprocedures enzovoort. Zo’n kader bestaat op dit moment niet voor freefighters.
Daarnaast haalt de rechter de vergelijking met sadomasochisme aan. Sadomasochistische handelingen zijn namelijk in beginsel toegestaan, maar worden wel strafbaar gesteld wanneer de gezondheid van de deelnemers in het gedrang komt. Ook hier beperkt de overheid met andere woorden het grondrecht op een privéleven. En wat is er nu meer privé dan wat men in de slaapkamer doet?
Rechtsgeldige beperking op de autonomie over het eigen lichaam
Het is met andere woorden de overheid toegestaan om de autonomie over het eigen lichaam te beperken, maar dan moet er wel aan de klassieke mensenrechtelijke voorwaarden zijn voldaan. Dit wil zeggen dat de strafbaarstelling bij wet moet zijn voorzien. Dit is hier duidelijk het geval, want slagen en verwondingen zijn strafbaar gesteld.
Daarnaast moet de beperking nodig zijn in een democratische samenleving en moet de beperking proportioneel zijn. Volgens de rechter is de beperking inderdaad nodig in een democratische samenleving, onder meer omdat ze plaatsvinden op het openbaar domein waar toevallige passanten aanwezig kunnen zijn. Daarnaast geeft de rechter aan dat dergelijke gevechten kunnen escaleren en in een verstoring van de openbare orde kunnen resulteren. Ook verwijst de rechter naar beelden die wijzen op ernstige verwondingen en het ontbreken van medische omkadering, summiere spelregels die niet voldoende worden gehandhaafd en het feit dat er ook minderjarigen bij de gevechten aanwezig zijn. Er is voor hen niet alleen een U16-discipline, maar minderjarigen worden zelfs met oude en ervaren vechtersbazen geconfronteerd.
Kortom: de rechter begrijpt dat de freefighters instemden en de risico’s hebben aanvaard, maar stelt dat de strafwet daarom nog niet buiten beschouwing kan worden gelaten.
Freefighters en de sportexceptie
Ten tweede hebben de beklaagden getracht om de sportexceptie in te roepen. In een aantal gevechtssporten worden er namelijk opzettelijk slagen en verwondingen toegekend. Volgens de beklaagden is er daarbij zelfs een tendens om steeds verregaander geweld te tolereren, bijvoorbeeld door in de mixed martial arts verschillende gevechtssporten met elkaar te combineren.
Het is inderdaad zo dat sportbeoefening is toegestaan en dat daarbij geweld kan worden gebruikt, maar de rechter benadrukt dat dit nooit voor strafrechtelijke immuniteit zorgt. Een foute tackle op een voetbalveld kan wanneer dit deel uitmaakt van het normale spel, de speler zich als een zorgvuldig sportbeoefenaar gedraagt en eerbied heeft voor de spelregels. Het is zelfs toegestaan dat een tackle een tikkeltje onoordeelkundig is en een gele of een rode kaart oplevert. Maar een kopstoot na een opstootje op een voetbalveld valt hier bijvoorbeeld niet onder, dit heeft niks meer met de normale sportbeoefening te maken.
De Vlaamse decreetgever heeft freefights niet specifiek verboden, maar ze zijn ook niet erkend of gereglementeerd. Opdat zo’n erkenning zou worden toegekend, moet er een medisch aanspreekpunt zijn, zijn er verzekeringen nodig, moet de medische geschiktheid van de deelnemers worden nagegaan, is er een gedragscode nodig, moet er een wedstrijdreglement zijn enzovoort.
Er zijn inderdaad wel afspraken gemaakt tussen de freefighters, maar deze zijn volgens de rechter veel te summier. Zo zijn er amper afspraken gemaakt over welke gevechtshandelingen al dan niet zijn toegestaan. De voornaamste regel is klaarblijkelijk dat er niet op het hoofd van iemand die op de grond ligt, mag worden gestampt. Een tweede hoofdregel is dat men na afloop handjes moet schudden, als dat dan nog lukt. Bovendien meent de rechter dat er geen effectief toezicht is op de regels. Er zijn wel scheidsrechters, maar vaak krijgen ze ook klappen als ze durven in te grijpen. De regels worden dan ook niet nageleefd en er zijn geen duidelijke sancties voor overtreders. De rechter weigert freefight dan ook als een sport te beschouwen, waardoor de sportexceptie niet kan worden opgeworpen.
Veroordeling voor de freefighters
In het lijvig vonnis van 26 mei 2021 (RB Antwerpen, afd. Antwerpen, 26 mei 2021) gaat de correctionele rechtbank uiteindelijk over tot de veroordeling van de freefighters. De rechtbank veroordeelt daarnaast de supporters, fotografen en scheidsrechters als mededaders. Dit omdat deze supporters geen neutrale toeschouwers zijn, maar eerder reservisten. Zij worden ingezet wanneer iemand niet meer verder kan. Bovendien moedigen ze de vechtersbazen aan. De scheidsrechters gaan dan wel het gevecht niet aan, maar louter hun aanwezigheid helpt om de gevechten goed te praten en vechtersbazen over de streep te trekken. Hetzelfde geldt voor fotografen die opnames maakten die vervolgens van laatdunkende commentaren werden voorzien.
De toegekende straffen lopen sterk uiteen. Een van de vechtersbazen die tevens wordt beschouwd als een aanstoker had een uitschuifbare wapenstok en een vlindermes bij zich. Hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar en een geldboete van 1.600 euro. Zijn vlindermes, matrak en propagandastickers werden verbeurdverklaard. Een scheidsrechter die toezag op de naleving van de regels en die verder een blanco strafblad had, kwam ervan af met werkstraf van 80 uur.