Het Grondwettelijk Hof heeft opnieuw een streep gezet door delen van de Vlaamse regels voor lokale geloofsgemeenschappen (het zogeheten Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen). Volgens het Hof is het verbod op buitenlandse financiering een te zware inbreuk op de vrijheid van godsdienst en eredienst. Daarmee bevestigt het Hof zijn eerdere kritiek op de erkenningsvoorwaarden.
Achtergrond van de erkenningsregels
Lokale geloofsgemeenschappen die in Vlaanderen erkend willen worden, moeten voldoen aan bepaalde voorwaarden. In 2021 bepaalde het Vlaamse Erkenningsdecreet dat ze geen buitenlandse financiering mochten ontvangen wanneer dat hun onafhankelijkheid in het gedrang bracht. Ook mochten de bedienaars van de eredienst niet betaald worden door buitenlandse instellingen. Het Hof vond toen dat die regels te vaag waren en te sterk ingrepen in de godsdienstvrijheid (arrest 113/2023).
De poging tot herstel
Om tegemoet te komen aan die kritiek, paste het Vlaams Parlement de regels in 2024 aan. In het nieuwe decreet stond dat geloofsgemeenschappen noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks buitenlandse steun mochten ontvangen die hun onafhankelijkheid zou ondermijnen. Daarnaast moesten de weddes van bedienaars voortaan volledig door de federale overheid worden betaald. Vlaanderen wilde zo meer duidelijkheid en rechtszekerheid scheppen.
Arrest van 25 september 2025
Toch vindt het Grondwettelijk Hof ook deze nieuwe regels problematisch. In het arrest 124/2025 van 25 september 2025 vernietigt het Hof de bepalingen die buitenlandse financiering volledig verbieden. Volgens de rechters is de beperking niet proportioneel: het doel (namelijk de bescherming van de democratische rechtstaat) is dan wel legitiem, maar rechtvaardigt geen totaalverbod. Bovendien blijft het onduidelijk wat precies wordt bedoeld met steun die “afbreuk doet” aan de onafhankelijkheid. Door deze vage bepaling weten geloofsgemeenschappen niet goed waar de grens ligt.
Wat blijft overeind?
Het Hof schrapt enkel de artikelen die het verbod op buitenlandse financiering bevatten. Voor de rest blijft het wijzigingsdecreet geldig. Dat betekent dat de federale overheid wel nog steeds de lonen van de bedienaars van de eredienst moet dragen. Het arrest benadrukt vooral dat de regels rond geloofsgemeenschappen zorgvuldig moeten worden afgewogen. Bescherming van de democratie is belangrijk, maar mag niet leiden tot een buitensporige beperking van de vrijheid van godsdienst.