Discriminatie bij de toegang tot de huisvesting is expliciet verboden door de Brusselse Huisvestingscode. Maar omdat discriminatie nu eenmaal niet zo eenvoudig te bewijzen is, zullen de huisvestingsinspecteurs vanaf 1 september 2019 situatietests en mystery client-tests organiseren indien er reeds ernstige aanwijzingen van discriminatie zijn. Dergelijke tests kunnen in hoge boetes resulteren.
Eerst een hoorzitting bij huurdiscriminatie
Indien de huisvestingsinspecteurs discriminatie vaststellen, zal er een proces-verbaal worden opgemaakt. De dader wordt vervolgens uitgenodigd voor een hoorzitting. Hij mag zich door zijn raadsman laten vergezellen. Na de hoorzitting zal de inspectie ofwel beslissen om het dossier te seponeren ofwel om het over te maken aan de Procureur des Konings.
Inspectie seponeert dossier huurdiscriminatie
In dit geval hoeft de verhuurder geen sanctie te vrezen.
Overmaken dossier huurdiscriminatie aan Procureur des Konings
Indien het dossier aan de Procureur des Konings wordt overgemaakt, heeft de Procureur des Konings de touwtjes in handen. Hij zal binnen een termijn van 45 dagen beslissen wat er met het dossier moet gebeuren. Zo kan hij een aanvullend onderzoek instellen of de strafrechtelijke procedure opstarten. Maar over het algemeen zal de Procureur des Konings het dossier seponeren, waarna het meteen weer bij Brussel Huisvestiging terechtkomt. Deze keer zal de seponering echter niet in straffeloosheid resulteren, want Brussel Huisvesting kan vervolgens een administratieve boete opleggen. Dat is ook het geval indien de Procureur des Konings niet tijdig een beslissing neemt.
Administratieve boete bij huurdiscriminatie
De administratieve boete is enkel een mogelijkheid indien het dossier niet door de Procureur des Konings wordt behandeld. Hiervoor kent men een boete toe van €125,- tot €6.200,-. Dit is echter nog te vermenigvuldigen met de opdeciemen (factor 8). In de praktijk bedraagt de administratieve boete dus minimaal €1.000,- en maximaal €49.600,-.
Verzachtende omstandigheden bij huurdiscriminatie
Bij verzachtende omstandigheden mag men de boete eventueel halveren. In de praktijk mag ze nooit minder zijn dan €500,- (na toepassing van de opdeciemen). Men zal de boete eveneens halveren als de overtreder een speciale opleiding volgt over de strijd tegen discriminatie bij de toegang tot huisvesting. Indien een immobiliënkantoor een administratieve boete krijgt opgelegd, moeten alle personeelsleden die met de klanten in contact komen de opleiding volgen. Eventueel kan de inspectie wel bepaalde (groepen van) personeelsleden vrijstellen.
Verzwarende omstandigheden bij huurdiscriminatie
Wanneer er binnen de 5 jaar na de feiten opnieuw feiten worden vastgesteld, spreekt men van verzwarende omstandigheden. Dan kan men de boete verdubbelen. In dat geval kan de boete met andere woorden oplopen tot maar liefst €99.200,- (na toepassing van de opdeciemen).
Wat met de boete bij huurdiscriminatie?
De boete gaat naar het Gewestelijk Begrotingsfonds voor Solidariteit en is dus geen schadevergoeding voor de slachtoffer. Het staat het slachtoffer uiteraard vrij om een schadevergoeding te vorderen.
Beroep tegen de administratieve boete bij huurdiscriminatie
De verhuurder of de makelaar kan nog steeds in beroep gaan tegen de opgelegde administratieve boete. Hiervoor heeft men een termijn van 15 dagen om beroep aan te tekenen bij de minister van Huisvesting, die binnen dertig tot zestig dagen moet beslissen. Indien er niet tijdig wordt beslist, komt de boete sowieso te vervallen.