In een eerder artikel hadden we het al over de invoering van een wettelijk kader voor de leugendetector. Hierbij werden enkel een aantal basisprincipes in artikel 112duodecies Wetboek van Strafvordering ingeschreven. Er waren echter nog een aantal KB’s nodig om praktische elementen te regelen. Met een nieuw KB maakt de wetgever hier werk van. In dit KB komen onder meer de technische eisen ten opzichte van leugendetectors aan bod, net zoals hoe het proces-verbaal van toestemming er moet uitzien.
Technische eisen voor leugendetectors
De leugendetector moet steeds bestaan uit een sensorbox, een polygraaftoestel, sensoren en registratiecomponenten. Dit alles wordt met elkaar verbonden en aan een printer en een computer aangesloten. Het toestel kan daarbij minstens volgende data verzamelen en registreren:
- De ademhalingspatronen die worden geregistreerd door pneumografen, waarbij thoracale en abdominale patronen apart worden geregistreerd door twee afzonderlijke pneumografen
- De elektrodermale activiteit die wordt geregistreerd door een galvanograaf. Dit zijn de relatieve veranderingen in de weerstand van het epidurale weefsel
- De cardiovasculaire activiteit die wordt gemeten door een cardiograaf en een plethysmograaf. Ook de relatieve bloeddruk-, hartslag- en bloedvolumeveranderingen moeten worden geregistreerd
- De bewegingen die worden gemeten door een bewegingssensor die aan de polygraafstoel is gekoppeld
Verder gelden er nog heel wat specifieke eisen ten aanzien van de verschillende onderdelen en de software. De sensorbox moet bijvoorbeeld voldoende compact zijn, moet aansluitbaar zijn op zowel een vaste als een draagbare computer en moet werkzaam zijn bij temperaturen tussen 0 en 50°C.
Proces-verbaal van toestemming
Een polygraaftest is enkel mogelijk bij ernstige aanwijzingen van strafbare feiten die een misdaad of wanbedrijf uitmaken. De verdachte kan zelf om een polygraaftest vragen, maar de procureur des Konings of de onderzoeksrechter kunnen het ook voorstellen. In ieder geval is het steeds vrijwillig en moet er een proces-verbaal van toestemming worden ondertekend.
In het proces-verbaal van toestemming staat de identiteit van de betrokkene en de hoedanigheid waarin hij of zij de test aflegt. Dit kan bijvoorbeeld ook als getuige of als slachtoffer zijn. Daarnaast bevat het proces-verbaal van toestemming nog heel wat informatie die aan de betrokkene moet worden voorgelezen. Zo is men zeker dat de toestemming voldoende geïnformeerd wordt gegeven.
- De test bestaat uit drie fasen, namelijk een pre-test, een in-test en een post-test. Het verloop van iedere fase is omschreven
- De test mag niet worden afgenomen bij minderjarigen jonger dan 16 jaar
- De test mag niet worden afgenomen bij zwangere vrouwen
- De test mag niet worden afgenomen bij personen binnen 48 uur na hun effectieve vrijheidsbeneming
- Als minderjarigen de test ondergaan, moet dit steeds in het bijzijn van hun advocaat die het pv verplicht mee moet ondertekenen
- Er zijn geen gevolgen verbonden aan een weigering tot deelname
- De betrokkene kan de test op ieder moment stoppen en het lokaal verlaten zonder dat dit gevolgen heeft
- De advocaat van de betrokkene mag de test volgen vanuit een volgkamer. Bij zijn tussenkomst moet de test onmiddellijk worden stopgezet. Diezelfde dag kan er niet meer opnieuw worden getest
- De advocaat kan aanwezig zijn bij het voorlezen en het onderteken van het pv
- De betrokkene mag voorafgaand aan de test een vertrouwelijk overleg hebben met zijn advocaat, net zoals bij het overlopen van de resultaten
- Alle rechten met betrekking tot de toegang tot een advocaat blijven gewaarborgd als er na de test een verhoor wordt afgenomen
- De test wordt audiovisueel opgenomen
- De resultaten van de test mogen enkel als ondersteunend bewijs worden gebruikt, ter ondersteuning van andere bewijsmiddelen