Vanaf 20 september 2020 wordt de gescheiden inzameling van alle AEEA’s (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) verplicht, hoewel er nog steeds een aantal uitzonderingen zijn. Daarom gelden ook strengere regels voor producenten die dergelijke EEA’s (elektrische en elektronische apparatuur) op de Belgische markt brengen.
Strenge regels voor producenten EEA’s
Producenten van EEA’s moeten vanaf 20 september 2020 aan strengere regels voldoen. Dat is het gevolg van de in Belgisch recht omgezette Europese Richtlijn 2012/19/EU van 4 juli 2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Europa maakt al langer werk van een betere inzameling van elektrische en elektronische apparatuur. Er bestonden al regels, maar met de nieuwe richtlijn heeft Europa de ambitie om tot 85% van alle afgedankte EEA’s opnieuw in te zamelen.
Producenten zullen daarom vanaf 20 september 2020 het symbool voor gescheiden EEA-inzameling op hun producten moeten aanbrengen.
Daarnaast moeten ze de consument via de gebruiksaanwijzing informeren over:
- Het feit dat EEA’s (elektrische en elektronische apparatuur) niet als ongesorteerd stedelijk afval (restafval) mag worden aangeboden, maar dat het gescheiden moet worden ingezameld (containerpark)
- De voor de consument beschikbare inleverings- en inzamelingssystemen
- De rol in de bevordering van hergebruik, recycling en de andere toepassingen van AEEA’s (bewustwording)
- De mogelijke gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid en de mogelijke gevaarlijke bestanddelen die zich in EEA’s bevinden (bewustwording)
- De betekenis van het symbool
Ten slotte geeft het KB van 18 maart 2020 aan dat het symbool zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar moet worden aangebracht op het product. Wanneer dat niet mogelijk is, bijvoorbeeld door de beperkte afmetingen van het product of door (esthetische) productfuncties volstaat het om het symbool op de verpakking, de gebruiksaanwijzing én het garantiebewijs aan te brengen.
Op welke producten zijn de nieuwe regels van toepassing?
De nieuwe EEA-regels zijn vanaf 20 september 2020 van toepassing op alle elektrische en elektronische apparatuur. Dit wil zeggen dat het de algemene regel wordt en louter niet geldt wanneer er een uitzondering is voorzien. Elektrische en elektronische apparatuur (EEA) wordt door het KB van 18 maart 2020 gedefinieerd als:
apparaten die afhankelijk zijn van elektrische stromen of elektromagnetische velden om naar behoren te kunnen werken en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden en bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1.000 volt bij wisselstroom en 1.500 volt bij gelijkstroom” (Art. 3, 1° KB 18 maart 2020)
Aan het KB is een niet-beperkende lijst van apparatuur toegevoegd waarop de nieuwe regels van toepassing zijn (bijlage 1 en 2 KB 18 maart 2020):
EEA-categorieën | Niet-beperkende lijst van EEA die onder deze categorie vallen |
Warmte- of koude-uitwisselende apparatuur | Koelkaste, diepvriezers, oliehoudende radiatoren, warmtepompen, ontvochtigingsapparaten … |
Schermen, monitors en apparatuur met schermen die een oppervlakte van meer dan 100 cm² hebben | Televisietoestellen, monitors, laptops, lcd-fotolijsten … |
Lampen | Tl-lampen, ledlampen … |
Grote apparatuur met een buitenafmeting van meer dan 50 cm | Zonnepanelen, elektrische roeitrainers, vaatwasmachines … |
Kleine apparatuur met een buitenafmeting van 50 cm of minder | Elektrisch scheerapparaat, elektrisch speelgoed, elektrische tandenborstel … |
Kleine IT- en telecommunicatieapparatuur zonder buitenafmeting van meer dan 50 cm | Zakenrekenmachine, printer, toetsenbord, computermuis, router … |
Ten slotte geeft het KB ook aan in welke gevallen de nieuwe regels niet van toepassing zijn. Deze gevallen zijn in principe al door andere wetgeving geregeld:
- Apparatuur voor de bescherming van de wezenlijke belangen van de beveiliging van de Staat (bv. wapens en munitie van het leger)
- Apparatuur om de ruimte ingestuurd te worden (satellieten) en apparatuur die specifiek is ontworpen om daarvan deel uit te maken
- Gloeilampen
- Grote vaste installaties
- Vervoermiddelen voor personen of goederen
- Niet voor de weg bestelde en uitsluitend voor beroepsmatig gebruik beschikbaar gestelde mobiele machines
- Medische hulpmiddelen en hulpmiddelen voor de in-vitrodiagnostiek, wanneer zijn naar verwachting voor het einde van hun levensduur infectieus zijn
- Actieve, implanteerbare medische hulpmiddelen
- Apparatuur die ontworpen is voor R&D-ontwikkelingen die alleen door een bedrijf aan een ander bedrijf ter beschikking wordt gesteld