Om de gevolgen van de coronamaatregelen te beperken zijn de regels omtrent het overbruggingsrecht voor zelfstandigen versoepeld. Alle zelfstandigen in hoofdberoep die verplicht activiteiten moeten stopzetten door de coronamaatregelen komen voor het overbruggingsrecht in aanmerking. Het overbruggingsrecht bedraagt € 1.291,69 (zonder gezinslast) of € 1.614,10 (met gezinslast). Hieronder zijn alle voorwaarden en regels weergegeven.
Onderbreking door de coronamaatregelen
Hier moet er een onderscheid worden gemaakt tussen twee situaties: diegene die hun activiteiten verplicht moeten onderbreken enerzijds en diegene die hun activiteiten niet verplicht moeten onderbreken anderzijds.
Verplicht onderbreken activiteiten door beslissingen Nationale Veiligheidsraad
Hier geldt een soepel regime. Alle zelfstandigen in hoofdberoep kunnen in dit geval eenvoudig het overbruggingsrecht krijgen voor de maanden maart en april 2020. Dit is ook het geval wanneer het gaat om een gedeeltelijke onderbreking, bijvoorbeeld omdat ze niet langer open mogen zijn in het weekend. Ook horecazaken die nu nog aan huis leveren of afhaalmaaltijden aanbieden, hebben recht op het overbruggingsrecht voor de maanden maart en april 2020. De onderbreking moet hierbij niet minimaal zeven dagen duren.
- Geen minimumduur
- Volledige onderbreking niet noodzakelijk
- Als zelfstandige ben je sociale bijdragen verschuldigd in België (zelfs bij niet-betaling kom je in aanmerking voor het overbruggingsrecht)
- Geen ander vervangingsinkomen ontvangen (bv. arbeidsongeschiktheidsuitkering)
Kappers zaten met de handen in het haar |
Het is vreemd dat kappers recent nog protesteerden dat ze “open moesten blijven” omdat ze anders “geen recht hadden op een uitkering”. Dit was niet waar. In feite mochten ze perfect zelf beslissen of ze hun zaak zouden openhouden of niet. De wetgever legde hen geen haarbreed in de weg. Bovendien vielen zij door de strikte regels die daaraan verbonden waren gewoon onder het regime van de verplichte onderbreking. Dat is verschillende keren bevestigd door Denis Ducarme, minister van Zelfstandigen. Ze kozen er echter op eigen houtje voor om open te blijven en daarnaast nog extra inkomsten te genereren. Dat was dan ook hun recht, dat is waar.
Na al het gefoeter hebben ze intussen wel verplicht de deuren moeten sluiten en reageren kappers nu opgelucht, terwijl het hen geen cent meer opbrengt en ze altijd al daartoe konden beslissen. Begrijpe wie begrijpen kan. |
Geen verplichte onderbreking door de coronamaatregelen
Wie niet verplicht is om zijn activiteiten te onderbreken, maar zelfstandig overgaat tot een onderbreking van zijn activiteiten komt eveneens in aanmerking voor het overbruggingsrecht. Wel is het zo dat er in dit geval strengere regels van toepassing zijn:
- Het moet gaan om een volledige onderbreking van de activiteiten (bv. niet via een webshop wel nog haarproducten verkopen)
- De onderbreking moet minstens zeven opeenvolgende kalenderdagen duren (in elke maand)
- Als zelfstandige ben je sociale bijdragen verschuldigd in België (zelfs bij niet-betaling kom je in aanmerking voor het overbruggingsrecht)
- Geen ander vervangingsinkomen ontvangen (bv. arbeidsongeschiktheidsuitkering)
Zelfstandige in hoofdberoep
In principe is het overbruggingsrecht enkel voorzien voor zelfstandigen in hoofdberoep, maar ook helpers, meewerkende echtgenoten in het maxistatuut en primostarters komen ervoor in aanmerking. Zelfstandigen in bijberoep niet.
Ook hierover werd al het een en ander georeerd. Bijberoepers zouden zich benadeeld voelen. Zij moeten zich natuurlijk realiseren dat zij al langer minder sociale bijdragen betalen dan een hoofdberoeper en dat ze altijd al wisten dat dit nu eenmaal ook minpunten heeft. Zij konden er in goeie tijden zelf voor opteren om zich als zelfstandige in hoofdberoep in te laten schrijven en net zoals alle zelfstandigen in hoofdberoep de minimale sociale bijdragen te betalen. Dat deden ze omwille van de financiële voordelen niet. Daarnaast konden ze een verzekering gewaarborgd inkomen afsluiten, met hetgeen ze uitspaarden op de private markt. Wat vaak niet gebeurde. Daarom zou het onlogisch zijn om hen nu het overbruggingsrecht toe te kennen.
Ze kunnen uiteraard wel terugvallen op de sociale bescherming uit hun hoofdstatuut. Daarnaast worden zelfstandigen in bijberoep die voorlopige bijdragen betalen die minstens gelijk zijn aan de minimumbijdragen die hoofdberoepers betalen, met een hoofdberoeper gelijkgesteld. Hierdoor hebben ze in feite wél recht op het overbruggingsrecht, als ze maar genoeg verdienen in bijberoep en minstens evenveel betalen als hoofdberoepers die maandelijks vaak de grootste moeite hebben om rond te komen en die sociale bescherming hebben uit andere activiteiten.
Onderbreken van de activiteit
Er moet wel steeds sprake zijn van een onderbreking van de activiteit. Wat dit exact inhoudt, is al langer voer voor discussie. In elk geval moet er sprake zijn van het wegvallen van inkomsten (al dan niet gedeeltelijk, afhankelijk van het al dan niet verplicht karakter van de onderbreking). In de praktijk wordt wel geaccepteerd dat je een aantal administratieve, praktische en fiscale verplichtingen verderzet, zoals het voeren van de boekhouding, het verzenden van facturen voor eerder uitgevoerde werken en het indienen van de btw-aangiften.