Het wordt opnieuw vroeg donker en aan de schoolpoort is het druk verzamelen geblazen. Als fietser is het dan ook belangrijk dat je goed zichtbaar bent. Daarom legt de wetgever een aantal verplichtingen op, zowel wat de fietsverlichting als de reflectoren betreft. Hier vind je alle regels op een rijtje.
Lees ook: Wat je moet weten over de fietssuggestiestrook
Wanneer moet je over fietsverlichting beschikken?
Fietsverlichting is verplicht tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag. Dus eigenlijk van zodra het donker begint te worden tot het opnieuw klaar is. Maar in tegenstelling tot wat jongeren soms denken, kan fietsverlichting ook overdag verplicht zijn. Dat is met name het geval wanneer het zicht tot tweehonderd meter of minder beperkt is. Denk daarbij aan mistweer, regen- of sneeuwval. Indien de zichtbaarheid overdag goed is, ben je in principe niet verplicht om fietsverlichting bij te hebben. Maar eenmaal het fel begint te regenen, moet je dan wel de fiets bij de hand nemen.
Welke fietsverlichting en reflectoren heb je nodig?
Vooraan je fiets plaats je wit of geel licht. Achteraan je fiets moet je rood licht gebruiken. Dit rood licht moet onder heldere nachtelijke omstandigheden zichtbaar zijn tot op minimaal honderd meter. Daarom wordt afgeraden om een klein ledlampje achteraan je fiets te plaatsen. Met fietsverlichting van 35 tot 50 lumen zit je sowieso goed. Verder mag het licht natuurlijk niet zo fel zijn dat het andere weggebruikers verblindt. Hiernaast worden er weinig eisen gesteld aan de fietsverlichting. Zo mogen de lichten knipperen en hoeven ze niet op je fiets te zitten. Het is dus ook toegestaan om de fietslichten op je jas, fietshelm of rugzak te bevestigen.
Bovendien moet je fiets ook van reflectoren voorzien zijn. Het gaat om een witte reflector vooraan, een rode reflector achteraan en oranje pedaalreflectoren. Daarnaast moeten ook je banden voorzien zijn van reflectoren. Daarbij heb je de keuze tussen een witte reflecterende strook op de banden of twee oranje reflectoren tussen de spaken van elk wiel. Deze reflectoren behoren tot de standaarduitrusting van je fiets. Ook bij helder weer moet je fiets dus voorzien zijn van reflectoren.
Talloze uitzonderingen op deze regels
Omdat lang niet alle fietsen identiek zijn, zijn er voor sommige fietsen afwijkende regels. Deze regels kunnen strenger of net minder streng zijn.
Koersfietsen, mountainbikes, kinderfietsen en vouwfietsen (wieldiameter < 50cm)
Deze fietsen hoeven geen reflectoren te hebben indien je ze enkel overdag en bij een goede zichtbaarheid gebruikt. In dat geval horen de reflectoren dus niet tot de standaarduitrusting van de fiets. Hierop is echter opnieuw een uitzondering: indien het gaat om een koersfiets of mountainbike met minimaal één spatbord, moet je alsnog een witte en rode reflector monteren voor- en achteraan de fiets.
Driewielers
Bij driewielers is het afhankelijk van het aantal voor- en achterwielen. Bij driewielers met twee achterwielen moeten er achteraan twee rode reflectoren worden geplaatst. Gaat het om twee voorwielen? Dan zijn twee witte reflectoren vooraan de fiets verplicht.
Fietskarren en fietsaanhangwagens
Bij fietskarren en fietsaanhangwagens dien je steeds na te gaan of het achterlicht nog zichtbaar is na het monteren van de kar of aanhangwagen. Indien dat niet het geval is, moet je de fietskar of fietsaanhangwagen van een rood achterlicht voorzien. Dit moet natuurlijk enkel bij slechte zichtbaarheid of na valavond. Daarnaast moet de fietskar of fietsaanhangwagen van twee rode reflectoren voorzien zijn.