Begin 2019 is de nieuwe Vlaamse huurwetgeving van toepassing op alle woninghuurovereenkomsten die na die datum gesloten zijn. Ook wat betreft de huurwaarborg wetgeving is een en ander gewijzigd. Dat brengt ons tot onderstaand overzicht met betrekking tot de huurwaarborg wetgeving.
Op welke manier de huurwaarborg vestigen?
In het nieuwe Vlaamse Huurdecreet heeft men vier manieren opgenomen om de huurwaarborg te vestigen. Hierbij heeft men ook de mogelijkheid om de huurwaarborg te vestigen bij wijze van een progressief door de bank samen te stellen bankwaarborg, afgeschaft. Men houdt echter wel vast aan onderstaande vier manieren om een huurwaarborg te vestigen:
- Een geïndividualiseerde rekening bij een financiële instelling;
- Een bankwaarborg via tussenkomst van het OCMW (huurwaarborg via het OCMW);
- Een zakelijke zekerheidsstelling bij een financiële instelling (kapitalisatiebon of obligatie) ;
- Een borgstelling door een natuurlijk persoon of rechtspersoon (enkel mogelijk mits toestemming van de verhuurder).
Hoeveel huurwaarborg mag ik vragen?
Tot op heden is de maximale huurwaarborg afhankelijk van de gekozen vestigingsvorm. Onder de nieuwe Vlaamse huurwetgeving vervalt de opsplitsing. Hoeveel maanden huurwaarborg je mag vragen? Ongeacht de gekozen vorm van samenstelling, zal je altijd een huurwaarborg van 3 maanden mogen vragen.
De wetgever zag verschillende redenen voor een verhoging van de huurwaarborg naar drie maanden:
- Onroerende goederen worden steeds duurder, waardoor ook schade grotere proporties kan aannemen;
- Door de verhoging van de huurwaarborg meent de wetgever dat verhuurders hun prijzen minder snel zullen laten stijgen.
Omdat zo’n huurwaarborg van 3 maanden niet voor iedereen even betaalbaar is, voorziet de wetgever evenwel een aantal compensaties. In de eerste plaats is er de bestaande OCMW-waarborglening en de borg van een natuurlijke persoon of vennootschap. Hiernaast komt de wetgever ook met de nieuwe anonieme huurwaarborglening.
Huurwaarborglening
De huurwaarborglening is een nieuwe en gratis lening om de huurwaarborg te betalen. De lening zal aangevraagd kunnen worden bij het Vlaams Woningfonds. Aan die regeling zijn wel een aantal voorwaarden verbonden. Zo moet er sprake zijn van een beperkt inkomen van 30.099 euro voor een alleenstaande (te verhogen met 2.696 euro bij handicap) en 45.144 voor alle anderen (te verhogen met 2.811 euro per persoon ten laste). Hiernaast mag de huurder geen mede-eigenaar zijn van een woning of bouwgrond of er het volledige vruchtgebruik op hebben. Eveneens mag er niet sprake zijn van een betalingsachterstand (Centrale voor kredieten aan particulieren). Sociale woningen komen niet in aanmerking voor de huurwaarborglening en bovendien is er geen sprake van een maximale huurprijs.
Echter is er wel een maximaal leningsbedrag. Dat maximaal leningsbedrag kan je als volgt bepalen:
Standaardbedrag | 1.800 euro |
Verhoging met 12,5% per persoon ten laste met een max. van 50% | Verhoging met 225 euro per persoon ten laste / max. 900 euro verhoging |
Bijkomstige verhoging van 10% voor volgende steden: | Antwerpen, Gent, Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout, de gemeenten in het grootstedelijk gebied Antwerpen, de gemeenten in het grootstedelijk gebied Gent, de gemeenten in het arrondissement Halle-Vilvoorde, Bertem, Huldenberg, Kortenberg en Tervuren |
De diverse bedragen worden uiteraard jaarlijks geïndexeerd.
Verhuurder moet tijdig vrijgave huurwaarborg vorderen
Voor iedere huurovereenkomst gesloten onder de nieuwe Huurwetgeving zal er voor de verhuurder een effectieve verjaringstermijn van 1 jaar gelden. Hierdoor zal de huurder nog slechts 1 jaar de tijd krijgen, in te gaan op het moment van het einde van de huurovereenkomst, om de vrijgave van de huurwaarborg in zijn voordeel te verkrijgen.
Lees ook: Het nieuw Waals huurdecreet. Wat is er gewijzigd?