Via de Belgische antidiscriminatiewetgeving is er een strafbaar verbod op discriminatie van toepassing. Opdat er sprake zou zijn van discriminatie wordt er daarbij gekeken naar de zogenaamde beschermingscriteria. Deze beschermingscriteria zijn in verschillende wetten opgenomen en er zijn ook verschillende overheidsorganen bevoegd voor de bescherming van de gediscrimineerden.
Discriminatiegronden en de antidiscriminatiewetgeving
De antidiscriminatiewetgeving is in België sterk versnipperd. Het bestaat uit de Antidiscriminatiewet, de Antiracismewet en de Genderwet. Samen onderscheiden ze een aantal discriminatiecriteria, zoals het geslacht, de nationaliteit en het zogenaamd ras. Elke vorm van discriminatie (direct of indirect) op basis van deze criteria is verboden en strafbaar.
Ook wat de bevoegdheden betreft, is de versnippering alomtegenwoordig. Unia is het bekendste orgaan en is voor de meeste discriminatiecriteria bevoegd, maar daarnaast werd er met het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen een apart orgaan opgericht voor het geslachtscriterium. Voor het taalcriterium is het zelfs zo dat er aan geen enkel overheidsorgaan een specifieke bevoegdheid werd toegewezen. Uiteraard staat het slachtoffers van taaldiscriminatie wel vrij om zelf naar de rechter te stappen.
Nieuwe discriminatiegronden toegevoegd aan de Genderwet
Aan de Genderwet werden nu een aantal nieuwe discriminatiegronden toegevoegd. Het gaat om gronden die worden gelijkgesteld aan discriminatie op basis van geslacht, waarvoor dus niet Unia maar het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen bevoegd is. Het gaat om volgende nieuwe discriminatiegronden:
- Vaderschap
- Meemoederschap
- Borstvoeding
- Medisch begeleide voortplanting
- Adoptie
- Sekse-kenmerken
Zij komen nu bovenop de reeds bestaande geslachtscriteria die nu al worden beschermd:
- Zwangerschap
- Bevalling
- Moederschap
- Geslachtsverandering
- Genderidentiteit
- Genderexpressie
Praktische gevolgen van de uitbreiding van de Genderwet
Discriminatie op basis van bovenstaande geslachtscriteria is met andere woorden verboden vanaf 9 maart 2020. Zij zullen dan ook een betere bescherming genieten. Het gevolg is bijvoorbeeld dat discriminatie van wensouders die vaak van het werk afwezig zijn voor een IVF-behandeling verboden is. Of dat ook de discriminatie van vaders die hun vaderschapsverlof volledig opnemen strafbaar is. Wie geconfronteerd wordt met discriminatie kan steeds zelf naar de rechter stappen of zich richten tot het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen dat op basis van de klacht een rechtsvordering kan instellen.