De overheid moedigt thuiswerken aan, maar in de bouwsector is dat natuurlijk geen optie. In de bouwsector vreest men dan ook vertragingen. Enerzijds omdat de bevoorrading in het gedrang kan komen, maar anderzijds ook omdat men ziektegevallen vreest. Werknemers troepen per slot van rekening vaak samen in kleine containers, bestelbusjes en wisselen gretig materiaal uit. Hierdoor is het niet onlogisch dat private projecten niet tijdig worden opgeleverd.
Aannemer kan overmacht inroepen
Wanneer de overheidsmaatregelen of de verspreiding van het virus zorgt voor personeelstekort of leveranciersproblemen, is er sprake van een overmachtssituatie. Dit zal dan ook resulteren in een termijnverlenging. Er moet dan wel sprake zijn van een concrete verstoring van de werf en niet louter van een bemoeilijking van de uitvoering van de werken. Andere gevolgen zoals een stijging van de prijs van bouwmaterialen en het overschrijden van het voorzien budget kunnen geen situatie van overmacht uitmaken.
Indien het louter gaat om een bemoeilijking van de werken, kan de aannemer zich wel beroepen op de matigende werking van de goede trouw. Een bouwheer moet immers zijn rechten als een goede huisvader uitoefenen en moet normaal, zorgvuldig en omzichtig handelen. De bouwheer kan dus niet zomaar eisen dat de opleveringstermijn ondanks de bemoeilijking wel gehaald wordt en hij kan ook niet zomaar weigeren om de bijkomende kosten te vergoeden. Hoe ver de matigende werking gaat, is echter niet duidelijk en net hierdoor is het vrij onvoorspelbaar wat de slaagkansen zijn wanneer het dossier voor de rechtbank verschijnt, maar in elk geval rekent men op het nodige begrip bij de bouwheren.
Rekening houden met contractuele clausules
Naast bovenstaande algemene regels kan de aannemingsovereenkomst een aantal clausules bevatten over de uitvoering van de werken en de moeilijkheden die optreden. Zowel de bouwheer als de aannemer moeten wel de gemaakte afspraken naleven en moeten dus ook de bijhorende administratieve formaliteiten en termijnen respecteren. Dergelijke clausules kunnen ook aangeven in welke situaties die geen overmacht uitmaken de termijn alsnog kan worden verlengd. Onder andere bij FIDIC-contracten in het bijzonder is er een clausule opgenomen dat in een termijnverlenging voorziet.
Bouwheer kan contract eenzijdig verbreken
Als bouwheer blijft het ten slotte mogelijk om het contract eenzijdig te verbreken op basis van artikel 1794 BW. De bouwheer moet er zich dan wel van bewust zijn dat dit een aantal gevolgen heeft:
- De bouwheer moet de reeds gemaakte uitgaven van de aannemer vergoeden;
- De bouwheer moet de reeds gedane arbeid van de aannemer vergoeden;
- De bouwheer moet een winstdervingsvergoeding betalen voor alles wat de aannemer bij de aanneming had kunnen winnen.
Als bouwheer is dit dan ook geen interessante piste en leg je beter het nodige begrip aan de dag.