Eerder hadden we het al over de zogenaamde amnestie, een maatregelen waarbij een voorheen strafbare handeling het strafbaar karakter verliest. Amnestie wordt dan ook altijd aan iedereen toegekend die voor de specifieke handeling werd gestraft. Het mag niet worden verward met het gratierecht of het genaderecht.
Betekenis van het gratie- of genaderecht
Het genaderecht is een recht dat de Koning toebehoort. Het geeft de Koning het recht om definitieve gerechtelijke beslissingen kwijt te schelden of te verminderen en dit individueel of collectief. Hierbij doet het de straf zelf niet verdwijnen en blijft de handeling ook gewoon strafbaar. Enkel de uitvoering van de straf wordt beperkt of kwijtgescholden. Genade is echter niet mogelijk t.a.v. ministers en leden van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen. Politici kunnen een hen door het hof van beroep opgelegde straf, of de straf opgelegd aan hun collega’s, dus niet kwijtschelden.
Het genaderecht is terug te vinden in artikel 110 van de Belgische Grondwet:
“De Koning heeft het recht de door de rechters uitgesproken straffen kwijt te schelden of te verminderen, behoudens hetgeen ten aanzien van de ministers en van de leden van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen is bepaald.”
Kenmerken van het genaderecht
Uit artikel 110 Grondwet vallen volgt dat het genaderecht enkel kan worden toegepast ten aanzien van straffen. Hierbij zijn er geen beperkingen wat de straf betreft. Het kan dus gaan om een politiestraf, correctionele straf of een criminele straf en ook om een straf met uitstel van tenuitvoerlegging. De enige voorwaarde is dat het ook echt om een straf gaat. Een veroordeling tot gerechtskosten, beveiligingsmaatregelen, een opgelegde schadevergoeding et cetera komen dus niet in aanmerking voor het genaderecht.
Daarnaast geeft het woord kwijtschelding of opheffing aan dat iemand ontheven wordt van een bepaalde straf, waardoor het moet worden geïnterpreteerd als een handeling zonder terugwerkende kracht (wanneer iemand wordt ontheven van zijn taak, is het ook niet alsof zijn taak nooit bestond). Hierdoor verdwijnt de straf en de uitspraak niet, maar enkel de uitvoering ervan en dit vanaf het moment van de kwijtschelding. Een gevolg hiervan is dat enkel toekomstige en niet-uitgevoerde straffen in aanmerking komen voor het genaderecht. Hierop bestaat enkel een uitzondering voor reeds betaalde boetes: deze worden teruggestort.
Ten slotte moet gezegd worden dat de Koning steeds gebonden is aan het bestaande strafrecht. De Koning kan een straf dus niet omzetten in straffen die in België niet meer bestaan (bv. verbanning, een veroordeling tot hangen met honden, lijfstraffen enzovoort).
Vergelijk zeker ook even de kenmerken van het genaderecht met de kenmerken van eerherstel en amnestie:
Eerherstel | Amnestie | Genaderecht | |
Bevoegdheid | Rechterlijke macht | Wetgevende macht | Uitvoerende macht |
Terugwerkende kracht | Neen | Ja | Neen, behalve geldboetes |
Strekking | Individueel | Collectief | Individueel of collectief |
Toepassingsgebied | Einde van de strafrechtelijke gevolgen van een veroordeling, na de uitvoering van de straf | Einde van de strafbaarheid van de handeling | Einde van de uitvoering van de straf |
Werking van het genaderecht
De rechter spreekt recht en dat recht wordt door de wetgever gemaakt. Dura lex, sed lex: de wet is hard, maar het is de wet. Ook wanneer een toepassing van de wetteksten onredelijke, ongewenste of onbillijke gevolgen zou hebben, kan de rechter zomaar op eigen houtje beslissen om wetteksten niet toe te passen. Het genaderecht is er dan ook vooral om deze kwalijke gevolgen te doen verdwijnen. Zo kan de uitvoerende macht de werkelijke straf beperken tot wat wel redelijk, wenselijk en billijk zou zijn.
Het genaderecht start steeds met een genadeverzoek dat wordt gericht aan Zijne Majesteit de Koning, Paleis te Brussel, 1000 Brussel. Het genadeverzoek hoeft niet ingediend te worden door de veroordeelde zelf, maar kan bijvoorbeeld ook worden ingediend door zijn advocaat, het Openbaar Ministerie of door eender wie anders. In het genadeverzoek worden de redenen opgenomen waarom er om genade wordt verzocht.
Het genaderecht oogt vrij subjectief en dat is ook de bedoeling: er wordt alle vrijheid gegeven om in specifieke dossiers redelijkheid aan de dag te leggen. Dat blijkt ook uit artikel 110 Grondwet dat niet eist dat de beslissing van de Koning met redenen moet omkleed zijn of verantwoord moet worden. Op basis van eerdere parlementaire vragen blijkt wel dat er bij de beoordeling met volgende factoren rekening wordt gehouden:
- De aard van de feiten
- De omstandigheden waarin de feiten zijn gepleegd
- De sociale, familiale en professionele situatie van de gedetineerde
- De antecedenten van de gedetineerde
- De inspanningen die de gedetineerde ten aanzien van het slachtoffer heeft gedaan
- De eventuele kansen op reclassering
- Het actuele gedrag van de gedetineerde en zijn zelfinzicht
- De betaling van boetes en gerechtskosten door de gedetineerde
Het gratierecht in de praktijk
Het individueel gratierecht wordt nog steeds toegepast, maar in steeds minder mate. Dat komt door de in 2007 geïnstalleerde strafuitvoeringsrechtbanken die meer mogelijkheden hebben gekregen om te beslissen of iemand al dan niet vervroegd mag vrijkomen. Desondanks komen er jaarlijks nog steeds honderden aanvragen binnen en worden er elk jaar ook enkele gratieverzoeken ingewilligd (t.o.v. de honderden tot zelfs duizenden voor de installatie van de strafuitvoeringsrechtbanken).
Het collectieve gratierecht is eigenlijk al eerder, sinds 1993, in onbruik geraakt. Voorheen werd er bijvoorbeeld wel vaker een collectieve gratie afgekondigd wanneer er een nieuwe koning de troon besteeg (wat eigenlijk indruist tegen de nuttigheidsfunctie van het gratierecht), maar bij de troonsbestijging van koning Filip werd er resoluut voor gekozen om geen collectieve gratie toe te kennen. Tussen 1980 en 1993 waren er nog talloze besluiten van collectieve gratie:
Koninklijk besluit | Aantal invrijheidstellingen | Reden |
KB van 27 juni 1980 | 924 | 150 jaar Belgische onafhankelijkheid |
KB van 21 september 1984 | 238 | Huwelijk van prinses Astrid |
KB van 15 mei 1985 | 187 | Pastoraal bezoek van paus Johannes Paulus II aan België |
KB van 18 november 1985 | 244 | Zilveren jubileum van het huwelijk van het koningspaar |
KB van 7 september 1990 | 169 | 60ste verjaardag van de koning |
KB van 19 juni 1991 | 358 | 40ste verjaardag van de troonsbestijging |
KB van 24 juni 1993 | 87 | Belgische EEG-voorzitterschap |