Juridisch worden er verschillende paden bewandeld in het kader van de crash van MH17. Op 25 mei 2018 stelden Nederland en Australië gezamenlijk Rusland aansprakelijk op grond van het internationaal recht. Sindsdien zouden er vertrouwelijke gesprekken plaatsvinden tussen de drie landen. Naast deze zaak omtrent de staatsaansprakelijkheid loopt er momenteel een strafproces tegen vier individuele verdachten in Nederland. Zij zijn niet komen opdagen. Nu heeft Nederland ook beslist om in eigen naam een interstatelijke klacht bij het EHRM in te dienen. Deze procedure wordt maar zelden gebruikt en kan ertoe resulteren dat Rusland wordt veroordeeld tot het betalen van een “billijke genoegdoening”.
Over de crash van Malaysia Airlines-vlucht 17
Op 17 juli 2014 werd Malaysia Airlines-vlucht 17 (MH17), een lijnvliegtuig die vloog van Amsterdam naar Kuala Lumpur, met een luchtdoelraket neergehaald bij het Oekraïense dorp Hrabove. Aan boord waren 298 mensen, waaronder 196 Nederlanders. Geen enkel van hen overleefde de impact. Het onderzoek verliep moeizaam, maar wees uit dat het vliegtuig is neergehaald door een luchtdoelraket van het type Boek. De Verenigde Naties heeft aangegeven dat het vliegtuig is neergehaald, maar wees zelf nooit een oorzaak of schuldige partij aan.
Nederlandse experts wijzen steeds nadrukkelijker richting Rusland en een aantal hooggeplaatste Russische officieren, onder andere op basis van telefoongesprekken. De raket zou volgens een internationaal onderzoek zijn afgevuurd door de 53ste luchtafweerbrigade, een eenheid van de Russische krijgsmacht. Ook werd volgens satellietbeelden de Boek-raket vanuit Rusland getransporteerd, verbleef deze even in Oekraïne en werd er nadien snel weer weggehaald. Het onderzoek geeft wel aan dat het waarschijnlijk de bedoeling was om een militair vliegtuig neer te halen.
In ieder geval is er vanuit Rusland nog steeds een desinformatiecampagne aan de gang. Het weigert de lopende rechtszaak in Nederland te erkennen en wijst de bewijzen van de hand, zonder met een alternatieve verklaring op de proppen te komen. Van de betrokken mannen die in Nederland persoonlijk terecht staan, heeft er slechts één de moeite genomen om überhaupt een advocaat te sturen.
Het blijft hoe dan ook strijden tegen een machtige vijand. Zo had de Amerikaanse advocaat Jerry Skinner eerder al, namens een aantal Australische slachtoffers, een klacht ingediend bij het EHRM. Niet veel later was er sprake van intimidatie. Zo werd er in zijn kantoor ingebroken en werd er een foto van president Poetin op zijn bureau gelegd. De advocaat krijgt intussen bescherming van de FBI.
Boekentip: Rouwen, hoe dan?! Het persoonlijke verhaal van een nabestaande van de MH17
Lique Fredriksz verloor haar broertje en schoonzus bij de ramp met vlucht MH17. In dit boek beschrijft ze het bijzonder hard rouwproces in een zaak waar boosheid en machteloosheid hand in hand gaan. Hoe rouw je als er nog steeds geen duidelijkheid is over de schuldvraag? Hoe ga je om met het feit dat de dood van dierbaren onder het internationale tapijt wordt geveegd? Het is beslist geen lichte kost, maar wel een ingrijpende getuigenis waarvan je je gedachten maar moeilijk kan losmaken.
Interstatelijke klachtprocedure bij het EVRM
De interstatelijke klachtprocedure is opgenomen in artikel 33 EVRM.
Art. 33. Interstatelijke zaken.
Elke Hoge Verdragsluitende Partij kan elke vermeende niet-nakoming van de bepalingen van het Verdrag en de Protocollen daarbij door een andere Hoge Verdragsluitende Partij bij het Hof aanhangig maken.”
Het is een uitzondering op de klassieke manier waarop staten elkaar normaal gezien ter verantwoording roepen. Het gaat dan ook verder dan de basis van het internationaal recht, waarbij staten optreden in functie van hun eigen belangen of die van hun onderdanen. Artikel 33 EVRM vertrekt van een collectieve mensenrechtelijke visie waarbij staten worden geacht om elkaar collectief te controleren, zelfs wanneer ze er geen belang bij zouden hebben en hun eigen onderdanen er niet bij betrokken zijn. In dit geval is er natuurlijk wel een direct belang, maar dat staat het inroepen van artikel 33 EVRM uiteraard niet in de weg.
Interstatelijke procedure wordt zelden gebruikt
Dit artikel is nog maar zelden gebruikt. Het gebeurde bijvoorbeeld bij de eerste en de tweede Griekse zaak in 1967 en 1970. Toen traden Denemarken, Noorwegen, Zweden en Nederland collectief op tegen mistoestanden bij de militaire staatsgreep in Griekenland. Ook werd de procedure gebruikt tegen Turkije, in het kader van het Turks-Cypriotische conflict. In totaal zijn er 25 zaken geweest die lang niet allemaal tot een arrest geleid hebben. Ter vergelijking: vorig jaar waren er 44.500 individuele klachten bij het Europees Hof. Het toont aan dat staten niet snel een interstatelijke zaak opstarten. Het wordt dan ook als diplomatiek onvriendelijk aanzien en meestal toegepast wanneer een staat echt geen andere uitweg meer ziet en diplomatieke betrekkingen geen oplossingen bieden. Het toont allicht ook aan hoe moeilijk de vertrouwelijke gesprekken tussen Nederland, Australië en Rusland verlopen.
Over de klacht van Nederland tegen Rusland
Dergelijke interstatelijke klachten kunnen zowel in abstracto als in concreto zijn. In het geval van de klacht van Nederland gaat het om een klacht in concreto, waarbij er dus heel concrete vermeende schendingen van het EVRM worden aangehaald.
Wanneer het Europees Hof voor de Rechten van de Mens inderdaad een of meerdere schendingen vaststelt, kan het een billijke genoegdoening toekennen. Meer dan een schadevergoeding opleggen is met andere woorden niet mogelijk. Deze schadevergoeding komt wel niet aan Nederland toe maar aan de individuele slachtoffers. Om een idee te geven: in het kader van het Turks-Cypriotisch conflict werd Turkije veroordeeld tot het betalen van 90 miljoen euro.
Juridisch gezien wordt aangenomen dat de klacht van Nederland tegen Rusland heel kansrijk is. Zo gaf ook Marieke de Hoon, Nederlands universitair docent internationaal recht, recent aan. Alleen al het feit dat Rusland lopende onderzoeken frustreert en zelf geen onderzoek instelt, wijst in hun nadeel. Als bovendien vast komt te staan dat er Russische functionarissen bij betrokken zijn, waarvan het JIT (Joint Investigation Team) aangeeft duidelijke bewijzen te hebben, zal het land ook verantwoordelijk worden gehouden voor het neerhalen van MH17.
In ieder geval is het een uiterst complexe zaak en kan het jaren duren vooraleer het tot een uitspraak komt. Ook in de zaak Cyprus t. Turkije (25781/94) duurde het tot 2014 vooraleer er een uitspraak kwam.
Reactie van Rusland
Intussen heeft Rusland ook al gereageerd op de interstatelijke klacht van Nederland en weigert het nog verder te praten met Australië en Nederland. “Dat soort acties van Nederland maken het zinloos om verder te praten”, luidt de verklaring.
Het is ook nog niet duidelijk hoe Rusland zal omgaan met een eventuele veroordeling. Bij de volksraadpleging van 1 juli kon het volk stemmen voor een aantal populaire maatregelen en pensioenhervormingen, maar koos het er in hetzelfde pakket ook voor om Poetin langer aan de macht te houden en gaf het volk duidelijk aan dat het internationaal recht niet langer primeerde op de Russische grondwet. Rusland kan volgens zijn nationaal recht dan ook eenvoudig de beslissing van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens naast zich neerleggen. Er wordt wel aangenomen dat ze minstens een advocaat zullen sturen.