Waar het drukken van bankbiljetten onder de bevoegdheid van de ECB valt, behoort het slaan van munten nog steeds tot de nationale bevoegdheden. Toch wil dat niet zeggen dat landen kunnen doen wat ze willen. De ECB beslist hoeveel euro een land jaarlijks mag slaan, waarna onze Nationale Bank beslist hoe ze dat bedrag over de verschillende euromunten verdelen. Bovendien moet het zich natuurlijk houden aan de vastgelegde vormgeving, maar uitzonderingen zijn mogelijk. Deze uitzonderingen zijn hieronder besproken.
Wat zijn herdenkingsmunten?
De Europese Commissie staat landen onder voorwaarden toe om herdenkingsmunten uit te geven. Herdenkingsmunten zijn munten die een bepaalde gebeurtenis herdenken, in een beperkte oplage worden geslagen en die een hoge verzamelwaarde hebben.
Landen doen het al langer en we deden het ook al toen we nog de Belgische frank hadden. Dergelijke herdenkingsmunten worden mooi verpakt, voorzien van tekst, uitleg en foto’s en ze worden zelfs boven de nominale waarde verkocht. Dat laatste compenseert de kostprijs van het jaarlijks slaan van munten. Sommige munten zijn zelfs zo’n commercieel succes dat landen winst maken met het slaan van munten. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat ook België verschillende herdenkingsmunten heeft uitgegeven. Daarbij moet het wel rekening houden met Europese regels.
Herdenkingsmunten van 2 euro
Sinds eind 2003 is het slaan van een herdenkingsmunt door de Europese Commissie toegestaan. Aan het uitgeven van een nationale herdenkingsmunt zijn wel beperkingen verbonden. Zo moet het verplicht gaan om herdenkingsmunten van 2 euro. Ook mogen landen enkel de nationale zijde van herdenkingsmunten van 2 euro aanpassen. Bovendien is het land verplicht om zich nog steeds te identificeren op de nationale zijde van herdenkingsmunten van 2 euro en mag de waarde van de munt (€ 2) niet op deze zijde worden weergegeven. De vermelding van de landsnaam of een signatuur volstaat.
Daarenboven mag elk land maximaal maar twee herdenkingsmunten van 2 euro uitgeven per jaar (sinds 2012, voorheen was dit er slechts één). De oplage van deze herdenkingsmunten van 2 euro is beperkt tot:
- 0,1% van het totaal aantal geslagen 2 euromunten, maar dit kan worden opgetrokken tot 2% wanneer een gebeurtenis of persoon van groot belang wordt herdacht. Dan mag het land de komende vier jaar echter geen andere herdenkingsmunten meer uitgeven;
- En max. 5% van het totaal aantal geslagen 2 euromunten van het desbetreffende land.
Deze herdenkingsmunten van 2 euro zijn een wettig betaalmiddel in de volledige eurozone. Dit wil zeggen dat er met de Belgische herdenkingsmunten van 2 euro ook in andere landen van de eurozone mag worden betaald en dat winkels deze muntstukken moeten accepteren. In de praktijk geeft niemand ze doelbewust uit omdat deze herdenkingsmunten van 2 euro een hogere verzamelwaarde hebben.
Omdat deze herdenkingsmunten van 2 euro onder de nationale bevoegdheid vallen, hoeven landen het slaan ervan niet te melden aan de ECB. Wel moeten ze een melding doen bij de Europese Commissie die de melding eenvoudigweg publiceert in het Europees Publicatieblad. Een winkelier die twijfelt aan de echtheid kan daar dan in gaan kijken.
Herdenkingsmunt in België
Dit jaar heeft België een herdenkingsmunt uitgebracht ter ere van het internationaal jaar van de Plantengezondheid. Het is voorzien van een verpakking in twee taalversies, met een aangepaste achterkant en een duidelijke “BE”-vermelding. Er is een maximale oplage van 150.000 stuks voorzien.
Meerwaardeherdenkingsmunten
Omdat de uitgifte van munten tot de nationale bevoegdheid behoort, mogen landen naast deze herdenkingsmunten van 2 euro ook meerwaardeherdenkingsmunten uitgeven. De voorwaarde is dan wel dat deze muntstukken geen reguliere muntwaarde hebben die in de eurozone geldt (€ 0,01 – € 0,05 – € 0,10 – € 0,20 – € 0,50 – € 1 of € 2). Ook zijn deze munten alleen geldig in het land van uitgifte en niet in andere landen van de Europese Unie. Ten slotte gelden volgende extra eisen:
- De uitgifteprijs mag gelijk zijn aan of hoger zijn dan de nominale waarde, maar niet lager;
- De afbeeldingen moeten van de reguliere munten te onderscheiden zijn en dit zowel aan de voor- als aan de achterzijde;
- De kleur, dikte en diameter moet op minstens twee van deze punten afwijken van de reguliere euromunten;
- De rand en het randschrift moeten afwijken van deze bij de reguliere waardes.
Landen kiezen verder zelf of ze de munt al dan niet binnen hun grenzen als wettig betaalmiddel aanvaarden. In België is het niet mogelijk om met de meerwaardeherdenkingsmunten in de winkel te betalen.
Voorbeelden van meerwaardeherdenkingsmunten
Er zijn al talloze meerwaardeherdenkingsmunten uitgebracht met nominale waarden van 0,25 tot 100.000 euro (de Oostenrijkse Big Phil die werd gemaakt uit 31 kilogram goud). Zo werd er dit jaar in België nog een meerwaardeherdenkingsmunt uitgebracht ter ere van 75 jaar Suske en Wiske. Deze meerwaardeherdenkingsmunt heeft een nominale waarde van 5 euro.
Waar herdenkingsmunten kopen?
België besteedt de productie van herdenkingsmunten sinds 2018 uit aan de Koninklijke Nederlandse Munt. De herdenkingsmunten zijn te koop via de website www.herdenkingsmunten.be.
Oudere munten zijn vaak te vinden via allerlei veilingwebsites, maar dat is in principe illegaal. Dat staat te lezen in de wet van 8 mei 1924 betreffende den handel in en het smelten van geldstukken die tot op heden nog steeds in voege is. Deze wet bepaalt heel duidelijk:
Art. 1. Het is verboden de geldstukken, welke in België gangbaar zijn of in de openbare kassen aanvaard worden, te koopen of te verkoopen tegen een hoogeren prijs dan hunne wettelijke waarde of mits om ’t even welke premie, ze te smelten of ze eene bewerking te doen ondergaan welke ze hun karakter zou ontnemen.
Elke, zelfs niet openbare aankondiging of aanbieding nopens die verrichtingen is verboden.
In bijzondere gevallen kan de Minister van Financiën die verbodsbepalingen opheffen bij eene met redenen omkleede beslissing.
Art. 2. Elke overtreding van vorig artikel wordt gestraft met eene gevangenisstraf van drie maanden tot een jaar en met eene boeten van (10.000 EUR) tot (50.000 EUR).” (Artt. 1 en 2, lid 1 van de wet van 8 mei 1924, BS 15 mei 1924)
Deze wet is enkel van toepassing op de eurobiljetten en -muntstukken. Oude Belgische franken vallen er bijvoorbeeld niet onder. De hele markt van verzamelaars is met andere woorden illegaal, maar de wet wordt al langer niet meer gehandhaafd.
Doet de overheid dan niks illegaals door zelf herdenkingsmunten met winst te verkopen? Neen. Zij plaatsen het in een net doosje met een boekje of kaartje met uitleg en info. In theorie komt de meerwaarde dan daarvandaan: 2 euro voor het muntje en 8 euro voor het kaartje. Het staat handelaars natuurlijk vrij om samen met hun euromunt ook een oud muntstuk van 1 BEF te verkopen: 2 euro voor de euromunt en 98 euro voor de Belgische frank.