BoeteEconomieStrafZelfstandig & Vennootschap

Baas moet boete betalen: enkele (kritische) vragen

De Minister van Mobiliteit, Francois Bellot, zou werken aan een wijziging van de wegcode. Bedrijven zouden dan moeten opdraaien voor de verkeersboetes die opgelopen werden door een firmawagen, althans als de echte bestuurder niet gekend is. Het verdient duidelijk een woordje uitleg, want strafsancties – die zijn toch persoonlijk?

Strafsancties: niet zo persoonlijk?

In de eerste plaats moeten we positief op die vraag antwoorden: strafsancties zijn inderdaad persoonlijk. Anderzijds is er zoiets als de werkgeversaansprakelijkheid: het is de werkgever die moet opdraaien voor niet-opzettelijke, niet-zware en niet-frequente lichte fouten van zijn werknemer. In theorie is dat eigenlijk een burgerrechtelijke figuur, geen strafrechtelijke.

Toch is dat niet helemaal juist – althans praktisch niet: in de verkeerswet is een specifieke bepaling opgenomen dat de werkgever kan aangesproken worden voor de verkeersboetes van zijn werknemer. Die bepaling kadert in die aangehaalde burgerrechtelijke sfeer en houdt verband met de arbeidsovereenkomst. Samengevat: om de werkgever aan te kunnen spreken, moet de werknemer gekend zijn. In het ander geval kan niet aangetoond worden dat  de werknemer handelde tijdens de uitvoering van zijn overeenkomst. Momenteel blijft zo’n boete gewoon liggen. Het is hier dat de Minister van Mobiliteit een en ander wijzigen wilt.

Huidige wetgeving

In het huidig stelsel zijn er met andere woorden drie opties:

  • De identiteit van de werknemer is niet gekend. Niemand moet de boete betalen.
  • De identiteit van de werknemer is wel gekend:
    • De werkgever zal de boete betalen en kan deze van zijn werknemer terugvorderen. Logisch: het feit dat men burgerrechtelijk aansprakelijk is voor zijn werknemer betekent natuurlijk niet dat de werkgever de strafrechtelijke sanctie ook effectief moet dragen. Voor de overheid is het enkel een eenvoudigere manier om het bedrag te innen.
    • De werknemer kan persoonlijk aangesproken worden en zal zelf de boete betalen. Dit doet geen afbreuk aan het feit dat ook de werkgever kan aangesproken worden.

Het is aan dat eerste ‘probleem’ dat de Minister van Mobiliteit nu zal sleutelen.

Kritische vragen

Hoe graag we het ook zouden willen: in het hoofd kijken van meneer Bellot – dat kunnen we niet. Daarom blijven we ook achter met een praktische vraag:  zal de werkgever de strafrechtelijke sanctie onder het nieuw systeem dan wél zelf moeten dragen? Het is en blijft een strafsanctie en die hoort persoonlijk te zijn.

En wat met de bijzondere situatie waarbij de werknemer wél voor de werkgever gekend is, bijvoorbeeld op basis van bedrijfsgegevens: zal de werkgever dan de boete terug kunnen vorderen zonder dat de politie weet heeft van de dader? Zal hij hiervoor eerst moeten ‘klikken’ en de dader moeten aanwijzen – waarna we dader opnieuw gekend is en we naar het ‘klassieke’ systeem overgaan?

Het zijn enkele praktische vragen waar we momenteel nog geen antwoord op kunnen vinden. We gaan meneer Bellot niet het hemd van het lijf vragen, maar zijn ogen uitkijken? Dat laatste zeker wel. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Geef een reactie