Vanaf 8 december 2025 kunnen Europese burgers die in het buitenland zonder consulaire vertegenwoordiging terechtkomen, gebruikmaken van een nieuw Europees noodreisdocument. België heeft daartoe twee wetten aangenomen die de Europese richtlijn 2019/997 omzetten in nationaal recht. Het doel is de consulaire bescherming voor niet-vertegenwoordigde Europeanen te versterken.
Aanpassing van de Belgische paspoortwetgeving
De eerste wet wijzigt de bestaande regelgeving rond geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens voor paspoorten en reisdocumenten. Het Europees noodreisdocument wordt daarbij erkend als een nieuwe categorie. Dat betekent dat persoonsgegevens van aanvragers, zoals de identiteit- en contactgegevens, in een apart hoofdstuk zijn geregeld. De wet voorziet onder meer in duidelijke bewaartermijnen, variërend van 180 dagen tot maximaal twee jaar. Daarnaast krijgen consulaire medewerkers, ook van ereconsulaten, toegang tot de noodzakelijke gegevens om het document te kunnen uitreiken. Voor de uitvoering zijn beveiligingswaarborgen opgenomen, zodat de gegevensbescherming in lijn blijft met Europese vereisten.
Specifiek kader voor niet-vertegenwoordigde burgers
De tweede wet legt de voorwaarden vast voor de afgifte van het document. Het noodreisdocument is bedoeld voor EU-burgers die zich in een derde land bevinden zonder eigen consulaire vertegenwoordiging en die hun paspoort kwijt zijn geraakt, of waarvan het gestolen of vernietigd werd. Zij kunnen in dat geval terecht bij de diplomatieke of consulaire post van een andere lidstaat. Het document geldt in de regel vijftien dagen en is bestemd voor één enkele reis, meestal terug naar het land van herkomst of verblijf. In uitzonderlijke gevallen kan een andere bestemming worden toegestaan.
Praktische uitvoering en inwerkingtreding
De concrete uitvoering van de nieuwe regels wordt verder uitgewerkt via koninklijke besluiten. Daarbij gaat het onder meer om de kostprijs van het document en de manier waarop lidstaten elkaar consulteren bij de uitgifte. De bepalingen treden in werking op 8 december 2025, met uitzondering van een aantal technische regels die al sinds 24 augustus gelden. Ook is de Koning gemachtigd om sommige onderdelen vroeger te activeren indien nodig.