Als ouder moet je verplicht bijdragen aan de opleiding van jouw kind. Kinderen hebben zelfs een vorderingsrecht ten aanzien van hun ouders. Echter strekt die verplichting zich niet zomaar eindeloos uit. Zeker wanneer een kind maar blijft slabakken, durven de discussies hoog op te lopen. Niet alleen tussen ouder en kind, maar ook tussen broers en/of zussen die vinden dat de buizende broer al te veel geld van de ouders heeft opgesoupeerd. Tjah, zij denken ook na over hun aandeel in de erfenis. Maar tot waar strekt de financieringsplicht van de ouder zich eigenlijk en wat moet je al dan niet slikken? Er zijn verschillende grenzen waar je rekening mee moet houden.
Financieringsplicht opleiding beperkt tot normale voortgang
Als ouder strekt jouw financieringsplicht zich uit tot de normale voortgang van de studies. De vraag is natuurlijk wat onder normale voortgang moet worden begrepen. Zo wordt aangenomen dat een jongvolwassene het recht heeft om zijn interesses te verkennen en zich te (her)oriënteren. Ook wanneer jouw kind een slechte studiekeuze maakt, een andere opleiding kiest en zich duidelijk herpakt is de financieringsplicht nog steeds van toepassing. Jouw kind heeft dus recht op een tweede kans. Zelfs een derde kans moet door de beugel kunnen, op voorwaarde dat er een deugdelijke motivatie om te slagen is. Er moet bovendien steeds rekening worden gehouden met de praktische omstandigheden. Slechte punten door overmacht zoals ziekte of overlijden van een dierbare ontslaan de ouder dan ook niet van de financieringsplicht.
Financieringsplicht opleiding beperkt tot één opleiding
In principe moet je als ouder een enkel opleidingstraject bekostigen. Dit staat niet gelijk aan een enkel diploma, maar wel aan een enkel doorlopend traject waarmee jouw kind de kans op de arbeidsmarkt vergroot. Een bachelorstudent rechtspraktijk mag na het slagen dus aan het schakeljaar beginnen en vervolgens zijn master in de rechten halen. Zelfs een master na master of een aanvullende lerarenopleiding behoort tot het totaalpakket. Maar indien jouw kind na het behalen van de master in de rechten ineens beslist om een opleiding tot hondentrimmer te volgen, houdt de financieringsplicht op.
Financieringsplicht opleiding beperkt bij abnormale inkomsten kind
Als ouder heb je een bijdrageplicht. Wanneer jouw kind ook zelf inkomsten heeft uit bijvoorbeeld een studentenjob of als student-zelfstandige blijf je gehouden om bij te dragen aan de opleiding. De inkomsten van jouw kind zijn per slot van rekening een extraatje. En als jongvolwassene zonder ouderlijk gezag is jouw kind vrij om die centen op café te verbrassen. Enkel wanneer de inkomsten van jouw kind abnormaal hoog zijn, gaat de rechtspraak ermee akkoord dat de ouders de financiële steun terugschroeven. Maar zulke situaties zijn eerder uitzonderlijk.
Financieringsplicht opleiding beperkt bij lage inkomsten ouders
Als ouder moet je niet instaan voor de luxe-uitgaven van jouw kind. Ook hier is het echter niet duidelijk wat daaronder moet worden begrepen. Woont jouw gezin in Gent en studeert jouw kind aan de Universiteit Gent? Dan kan jouw kind jou niet verplichten om een kot te betalen. Indien de afstand groter is en de reistijd sterk oploopt wel, maar dan moet er rekening worden gehouden met de thuissituatie. Lees: voor de meeste studenten zal een eenvoudig kot volstaan, maar zij die thuis rijkelijk zijn opgevoed mogen misschien wel een studio verwachten. Bovendien kan de student niet zomaar eisen dat hij naar een andere studentenstad trekt, indien dezelfde opleiding ook vlakbij wordt aangeboden. Sommige rechters trekken die redenering ook door naar buitenlandse studies en stages. Maar dat is opnieuw afhankelijk van het inkomen van de ouders.