Amsterdam en Rotterdam verplichten mondkapjes op de drukste plekken op het grondgebied. Het leverde in Nederland al heel veel gedoe op want dat zou ongrondwettelijk zijn. Zij spreken van een schending van artikel 10 van de Nederlandse Grondwet, die het recht op de persoonlijke levenssfeer beschermt. Is het in België wettelijk dan wel mogelijk om mondmaskers te verplichten?
Grondwet voorziet mogelijkheid om rechten en vrijheden te beperken
Deze kwestie werd reeds besproken in een eerder artikel over de beperking van de grondrechten in het kader van de strijd tegen het coronavirus. In België zijn beperkingen van de grondrechten mogelijk, maar dat kan natuurlijk niet zomaar. Zo moet het bijvoorbeeld gaan om regelende en repressieve maatregelen (bv. omdat er een stijging is in het aantal besmettingen), maar mag het niet gaan om preventieve maatregelen (bv. omdat er in het Chinese Wuhan een nieuw virus uitbreekt, waarbij de situatie klaarblijkelijk onder controle is). Ook het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens staat zo’n beperkingen toe. Al met al kan een verplichting op het dragen van mondmaskers dan ook als er aan drie voorwaarden is voldaan:
- De verplichting is noodzakelijk: mondmaskers moeten bewezen nut hebben in de desbetreffende situatie. Hier zijn de virologen het over eens
- De verplichting moet proportioneel zijn: de verplichting moet in verhouding staan met het risico dat de samenleving loopt als we het niet zouden dragen. De verplichting houdt slechts een zeer beperkt ongemak in en er zijn medische uitzonderingen voorzien, waardoor het in verhouding staat met het gezondheidsvoordeel
- De verplichting moet een legitieme basis hebben: bv. het ministerieel besluit dat de verplichting invoert
Grondwettelijk is er in België dan ook geen probleem met het invoeren van een mondmaskerplicht. Als het aantal besmettingen drastisch zou dalen of als er in hoge mate sprake zou zijn van (de gecontesteerde) groepsimmuniteit, kan de noodzakelijkheid natuurlijk afnemen. Op een bepaald moment moet de verplichting dan ook weer worden afgeschaft, maar dat is momenteel niet aan de orde.
Wel sprake van een juridische tegenstrijdigheid
Er is enkel een probleem met de wet van 1 juni 2011 tot instelling van een verbod op het dragen van kleding die het gezicht volledig dan wel grotendeels verbergt.
Deze wet werd ingevoerd in het kader van het boerkaverbod, maar zou ook het dragen van mondmaskers kunnen verbieden. De vraag daarbij is vooral of een mondmasker als “kleding” kan worden beschouwd. Vooral bij zelfgemaakte mondmaskers, zoals een sjaaltje of een stuk stof uit een oud shirt, lijkt dat wel het geval te zijn. Bij medische mondmaskers, die we in feite niet mogen gebruiken, is enige discussie zeker mogelijk.
In deze wet zijn er wel uitzonderingen voorzien, bijvoorbeeld in het kader van feestactiviteiten die door een politieverordening zijn toegestaan (carnaval) of voor veiligheidsredenen in het kader van een arbeidsreglement. Er is echter geen uitzondering voorzien voor gezondheidsredenen. Hierdoor kan een ijverige agent in theorie mensen bestraffen die sjaaltjes dragen om gezondheidsredenen.
Dat zou zelfs stand kunnen houden omdat een ministerieel besluit (dat de mondmaskerplicht invoert) hiërarchisch lager staat dan een wet (die het bedekken van het gezicht met kleding verbiedt). In de praktijk hebben agenten gelukkig gezond verstand en sanctioneren ze niet. Ze oordelen dan dat er sprake is van overmacht. Het is met andere woorden niet meer dan een slordigheid van de wetgever. Er is in België geen probleem met het dragen van mondmaskers.