Wanneer een werknemer de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt maar beslist om toch verder te werken, heeft de werknemer slechts beperkt recht op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen indien hij ziek of arbeidsongeschikt wordt. Nogal contradictorisch in een samenleving waar we net willen dat ouderen langer aan het werk blijven. Daarom heeft de wetgever nu beslist om het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen voor deze doelgroep uit te breiden.
De nieuwe regelgeving geldt vanaf vandaag (1 mei 2019), maar toch is de vroegere regelgeving nog steeds relevant.
Vroegere regelgeving
In de vroegere regeling verliest de pensioengerechtigde werknemer zijn recht op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen vanaf de eerste dag van de tweede maand volgende op de maand waarin de periode van arbeidsongeschiktheid startte.
Nieuwe regelgeving (vanaf 1 mei 2019)
In de nieuwe regelgeving verliest de pensioengerechtigde werknemer zijn recht op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen pas vanaf de eerste dag van de zevende maand van het tijdvak van primaire arbeidsongeschiktheid, indien de arbeidsongeschiktheid aanving na de maand waarin de medewerker de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.
Deze regelgeving gaat echter pas in voor arbeidsongeschiktheidsuitkeringen die aanvangen vanaf 1 mei 2019. In de andere gevallen blijft de vroegere regelgeving van toepassing.