Staat & Bestuur

Nieuw artikel 22ter Grondwet: recht op inclusie voor personen met een handicap

Onze grondwet is een artikel rijker en er was geen staatshervorming voor nodig. Alleen dat is al bijzonder nieuws. Het nieuwe artikel 22ter Grondwet geeft personen met een handicap nu recht op een volledige inclusie. Dit recht houdt ook redelijke aanpassingen in. Dit wil in de praktijk zeggen dat er wetten, decreten en verordeningen moeten volgen om dit recht te waarborgen.

Maak kennis met artikel 22ter Grondwet

Het nieuwe artikel 22ter Grondwet geeft aan dat personen met een handicap recht hebben op een volledige inclusie in de samenleving, met inbegrip van het recht op redelijke aanpassingen op verschillende domeinen in hun omgeving.

Art. 22ter. Iedere persoon met een handicap heeft recht op volledige inclusie in de samenleving, met begrip van het recht op redelijke aanpassingen.

De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen de bescherming van dat recht.”

Geheel nieuw is dit recht in feite niet. In het internationaal recht bestaat het al langer. Zo bestaat het al dankzij artikel 19 van het Verdrag van de Verenigde Naties. In aanbeveling nr. 5 van het Comité van de Verenigde Naties is bovendien verduidelijkt wat dit recht concreet inhoudt. Zo geeft het aan dat personen met een handicap toegang moeten hebben tot diensten in hun woon- of verblijfplaats, maatschappij-ondersteunende diensten (zoals persoonlijke assistentie) en sociale diensten en faciliteiten. De toegang tot deze diensten en faciliteiten dient bovendien door de wetgever te worden gegarandeerd. Dit recht is er om de exclusie van personen met een handicap en het bijhorend sociaal isolement te voorkomen.

De erkenning van het recht op inclusie is niet louter symbolisch en heeft ook een juridische waarde. Het recht op inclusie zorgt er namelijk voor dat de overheid nu maatregelen van positieve discriminatie moet treffen en redelijke aanpassingen moet inschrijven. Het gaat dan niet alleen om het domein wonen, maar bijvoorbeeld ook over andere zaken als vervoer, openbare diensten, werk en school. Het is aan de wetgever om te garanderen dat hun omgeving voor hen wordt aangepast.

Grondwetswijziging is een werk van lange adem

Een aanpassing aan de grondwet ligt in ons land heel moeilijk. Enerzijds omdat er een bijzonder proces aan voorafgaat. De Grondwet wijzigen verloopt namelijk in drie fasen. Zo moet eerst het parlement de grondwetsartikelen die het wil herzien daarvoor vatbaar verklaren. Het moet dus een lijstje opstellen. Er is bovendien een bicamerale procedure voorzien, waardoor ook de Senaat in de pap te brokken heeft.

In de tweede fase wordt het parlement ontbonden en volgen er verkiezingen. Daarom dat zo’n lijstje altijd op het einde van de legislatuur wordt opgesteld. Door deze verkiezingen wordt ook het volk het recht gegeven om zich uit te spreken over de materie. Het volk kiest het nieuwe parlement en zij kunnen beslissen wat ze met het lijstje aanvangen. Beslissen ze om daadwerkelijk tot een grondwetsherziening over te gaan, dan kan dat. Maar daarvoor moeten er wel twee derden van de leden aanwezig zijn en moeten ook twee derden van de aanwezigen akkoord gaan. Hierdoor kan een toevallige meerderheid niet al te lichtzinnig aan de Grondwet beginnen te morrelen.

De eisen zijn dus heel streng en er is veel kans op falen. Ook op politiek niveau is men lang niet altijd happig om te veel artikelen op het lijstje zetten. Neem bijvoorbeeld onze vorige regering in lopende zaken. Zij hadden nogal schrik voor communautaire chaos bij de regeringsvorming. Zij hebben het lijstje toen fel ingekort in de hoop de regeringsvorming te vergemakkelijken.

Inschrijving in Grondwet sleepte jaren aan

België ratificeerde op 2 juli 2009 het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (VRPH) van 2006. Na zo’n verdrag is het niet onlogisch dat er aanpassingen aan de Grondwet gebeuren. Om bovengenoemde redenen gebeurde dat echter niet meteen.

Uiteindelijk dienden onder meer senatoren Sabine De Bethune (CD&V), Bert Anciaux (Vooruit) en Philippe Courard (PS) het voorstel in december 2016 in de Senaat in. Op 10 juli 2020 werd het voorstel in de plenaire zitting goedgekeurd. Gelijklopend had de verklaring tot herziening van de Grondwet, in het Belgisch Staatsblad van 23 mei 2019 gepubliceerd, titel II van de Grondwet al voor herziening vatbaar verklaard. Hierdoor kon het parlement, met de eerdergenoemde tweederdemeerderheid, het ook daadwerkelijk doorvoeren.

Nadien volgde een hele periode met onder meer hoorzittingen met grondwetsspecialisten en maatschappelijke actoren. Een grondwettelijke aanpassing doet men namelijk niet zomaar. Op basis van drie voorstellen werd er uiteindelijk een politieke consensus gevonden en stemde geen enkele partij tegen. En zo werd het grondwettelijk recht op inclusie voor personen met een handicap een feit.

Geef een reactie