Sinds 1 oktober 2017 moeten vrije begeleiders een opleiding volgen vooraleer zij zoon- of dochterlief leren autorijden. Bovendien had men voorzien dat vrije begeleiders steeds een jaar moesten wachten vooraleer ze opnieuw iemand anders rijles zouden mogen geven. Het kan immers niet de bedoeling zijn dat particulieren stiekem een rijschool zouden uitbaten.
Anderzijds heeft men wel een uitzondering voorzien voor de eigen kinderen, de pleegkinderen, de kleinkinderen, de broers of de zussen en voor die van de wettelijke partner. Voor zij die slechts feitelijk samenwoonden, gold de uitzondering met andere woorden niet: zij moesten minimaal een jaar wachten vooraleer ze de kinderen van de feitelijke partner rijles zouden kunnen geven. Een wijziging van het RijbewijsKB van 10 juli 2006 maakt komaf met die situatie.
Nu ook geen wachttijd bij feitelijk gezin
Het volstaat nu dus dat het gaat om een feitelijk gezin. Zo zal men geen jaar wachttijd moeten doorlopen indien men les wilt geven aan de (klein) kinderen, de pleegkinderen, de broers of de zussen van de persoon waarmee de vrije begeleider een feitelijk gezin vormt.
Om na te gaan of er sprake is van een feitelijk gezin, zal men de informatie uit het Rijksregister raadplegen.