EconomieFiscaalZelfstandig & Vennootschap

Wanneer moet de aannemer de btw verleggen?

In normale omstandigheden zal de aannemer btw aanrekenen aan zijn klant en zal hij vervolgens de btw aan de schatkist overmaken. Zelfs wanneer de klant de factuur, en dus ook het gefactureerde btw-bedrag, nog niet heeft voldaan, rust er op de aannemer de verplichting om het een en ander te betalen. In feite moet de aannemer dus de btw voorfinancieren. In afwijking hiervan moet men bij werken aan een zakelijk pand soms verplicht de BTW verleggen. De klant dient dan zelf de btw door te storten en de aannemer hoeft niks voor te financieren. Omdat de klant de btw kan recupereren, gaat het in feite om een nuloperatie. Hieronder zijn de voorwaarden weergegeven en besproken.

Afnemer moet een Belgische onderneming zijn

In de eerste plaats moet de klant een Belgisch btw-nummer hebben. Dit wil zeggen dat het nooit kan worden toegepast ten opzichte van particulieren. Bij hen moet er wel gewoon btw worden aangerekend en zal de aannemer de btw alsnog moeten voorschieten.

Opgelet: wanneer de klant onder de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen valt, mag de btw niet worden verlegd. De klant moet dan namelijk geen btw-aangiften indienen. Op de klant rust dan de verplichting om geen btw-nummer door te geven.

Werken in onroerende staat

Ten tweede is het vereist dat het gaat om werken in onroerende staat. Het gaat dus om werken aan een onroerend goed zoals een kantoorgebouw. Voorbeelden daarvan zijn verbouwingen, afbraakwerken, reinigingswerken, herstellingswerken enzovoort. Het verkopen of verhuren van een gebouw valt hier dan weer niet onder, want dat zijn geen werken.

Goed om te weten is dat werken waarbij een roerend goed “onroerend uit zijn aard” wordt, hier ook onder vallen. Het gaat dan om goederen die aanvankelijk roerend waren, maar die blijvend ingelijfd zijn aan de grond of aan het gebouw. Een voorbeeld daarvan is een lift die in een gebouw wordt geïnstalleerd. De lift maakt dan gewoon deel uit van het gebouw.

In de praktijk kan dit wel al eens voor discussie zorgen. Of zonnepanelen bijvoorbeeld al dan niet roerend zijn, is afhankelijk van hoe ze aan het gebouw zijn vastgemaakt. Bij een verankering zal er bijvoorbeeld van onroerendmaking door incorporatie sprake zijn, maar ze worden niet altijd even vast gemonteerd. Zeker bij platte daken zijn zonnepanelen vaak eenvoudig te verwijderen en zijn zij mogelijk niet onroerend geworden, waardoor we ook niet kunnen spreken van werken in onroerende staat. Een volledige uiteenzetting hieromtrent brengt ons te ver van de essentie, maar is goed behandeld in deze masterproef aan de Universiteit Gent.

Gebruikt voor beroepsdoeleinden

Ten slotte is het vereist dat het onroerend goed voor beroepsdoeleinden wordt gebruikt. In de praktijk volstaat het echter dat het pand gedeeltelijk, of dus minstens voor 1%, beroepsmatig wordt gebruikt. Werken aan een woning met een thuiskantoor (bv. schilderen van het kantoor en de privégedeelten) komen dus ook in aanmerking voor deze verleggingsregeling, behalve wanneer het louter gaat om werken aan het privégedeelte (bv. enkel schilderen van de slaapkamer).

Voor de leverancier maakt dit weinig uit: hij zal ook bij een gemengd pand gewoon een factuur zonder btw opstellen. De klant moet dan zelf de btw berekenen en zal deze enkel voor het zakelijk gedeelte kunnen recupereren. De klant dient ook zelf te bepalen of het btw-tarief van 21% of het verlaagd tarief van 6% van toepassing is. Dit verlaagd btw-tarief geldt enkel voor woningen ouder dan tien jaar die hoofdzakelijk privé worden gebruikt en waarbij de levering en plaatsing door dezelfde aannemer gebeurt.

Geef een reactie