In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal de belasting op de automatische ontspanningstoestellen vanaf 1 januari 2019 stijgen. De benoeming «automatische ontspanningstoestellen» omvat diverse toestellen. Het gaat bijvoorbeeld niet alleen om een flipperkast of een jukebox maar ook om goktoestellen. De belasting is van toepassing op iedereen die zo’n toestel opstelt in private kring, in een publieke plaats of op de openbare weg. Het gaat om een forfaitaire belasting die per gewest kan verschillen. De tarieven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stijgen ten gevolge van de indexering ervan.
Forfaitair tarief per categorie toestel
Bij deze belasting gaat het om forfaitaire tarieven in functie van de categorie van het toestel. De wetgever voorziet hierbij vijf verschillende categorieën.
| Categorie | Welke toestellen |
| Automatisch ontspanningstoestel categorie A | Automatische ontspanningstoestellen waarbij de gebruiker minstens zijn inzet kan terugwinnen en/of prijzen kan winnen, ongeacht of zij in natura zijn of in de vorm van premiebons en dit met een handelswaarde van meer dan EUR 6,20 |
| Automatisch ontspanningstoestel categorie B | Toestellen van categorie A maar dan bij foorreizigers of in seizoenbedrijven |
| Automatisch ontspanningstoestel categorie C | Flipperkasten, automatische kegelspelen met ballen of kogels (niet met schijven), automatische videogames, automatische pokerspelen, automatische kranen… |
| Automatisch ontspanningstoestel categorie D | Hier gaat het voornamelijk om automatische ontspanningstoestellen met vooral een recreatief doel. Denk aan jukeboxen, voetbaltoestellen, elektrische biljarten, automatische kegelspelen (zonder ballen of kogels, elektrische schietapparaten… |
| Automatisch ontspanningstoestel categorie E | De automatische ontspanningstoestellen die aangegeven zijn maar niet onder de voorgaande categorieën van automatische ontspanningstoestellen vallen. |
Belastingtarief automatische ontspanningstoestellen Brussel 2019
Gelet op het feit dat het gaat om een indexatie, is het de duurste categorie (A) die ook de sterkste stijging ondergaat. Hier gaat het dan ook om een stijging van 100,90 euro. In de goedkoopste categorie (E) gaat het om een beperkte stijging van 3,40 euro. De exacte cijfers zijn hieronder weergegeven.
Betaling, kenteken en sanctionering
Het is de eigenaar van het toestel die in principe de belasting moet betalen. Echter neemt men aan dat, indien de eigenaar niet zou betalen, de uitbater van de lokalen waarin het toestel zich bevindt, als belastingplichtige moet worden aanzien.
Het gaat hierbij om een jaarlijkse belasting. Indien het toestel in de loop van het jaar wordt opgesteld, zal het moment van het opstellen ervan bepalen hoeveel belasting men moet betalen. Dat is ook hieronder weergegeven.
Na betaling zal men een fiscaal kenteken ontvangen. Dit fiscaal kenteken moet op het toestel worden geplakt. Bij gebrek aan betaling zal men de ontdoken belasting vervijfvoudigen.
