De burgerLeven & Wonen

Zelf je testament schrijven: 5 tips voor een geldig testament

Veel mensen gaan naar de notaris om hun testament op te maken en dat heeft ook een aantal voordelen te bieden. Toch kan je perfect zelf je testament schrijven. Anderzijds zijn er wel een aantal zaken waar je rekening mee moet houden, want anders riskeer je dat je eigenhandig testament ongeldig is. Lees daarom onderstaande vijf tips goed door.

# 1. Maak je testament niet op de computer

Een eigenhandig testament mag je vrij letterlijk nemen. Je moet het testament immers met de eigen handen schrijven. Een testament uittikken op je computer en vervolgens printen, volstaat niet. Ook een typemachine, een audiorecorder of zelfs het laten schrijven van je testament door iemand anders is niet geldig. Je moet zelf het testament schrijven in je eigen geschrift. Waarop je dat schrijft? Dat maakt niet uit. Je mag je testament dus perfect op een bierviltje of in de marge van een krant schrijven, hoewel dat voor de duidelijkheid niet zo’n goed idee is. Beter is het dan ook om je testament op een enkel blad te schrijven of eventueel op opeenvolgende genummerde pagina’s.

Lukt het niet om het testament zelf te schrijven? Dan kan je het aan de notaris dicteren.

# 2. Vergeet het testament niet te ondertekenen

Uiteindelijk is je testament pas geldig eenmaal je je handtekening hebt geplaatst. Daarnaast moet je ook de datum van het opstellen van je testament noteren. Doe dit bij meerdere pagina’s op elke pagina, opdat er achteraf geen discussies hoeven los te barsten.

Het noteren van de datum is vooral belangrijk om te bepalen welk testament het laatst werd opgesteld. Het is immers de laatste wilsbeschikking die primeert. Toch moet je bij meerdere versies ook opletten, want vorige versies blijven wel geldig in de mate dat ze niet strijdig zijn met de bepalingen van een nieuwe versie.

Schrijf je in je eerste versie dat je goudmunten naar Tom gaan, maar beslis je later dat ze toch voor Sarah zijn? Dan primeert de nieuwste versie en krijgt Sarah de goudmunten. Maar verduidelijk je in je nieuwste versie niets op over de goudmunten? Dan gaan ze in principe nog steeds naar Tom, tenzij het alsnog strijdig zou zijn met de nieuwste versie. De laatste versie zou bijvoorbeeld kunnen aangeven dat de volledige inhoud van je woning, waar ook de goudmunten zich bevinden, volledig voor Sarah is. Dan blijft Tom met lege handen achter.

# 3.  Wees heel concreet

Dat laatste toont aan hoe snel er discussies of onduidelijkheden kunnen ontstaan. Tracht daarom steeds om je testament zo concreet mogelijk te formuleren. Geef heel duidelijk aan wie wat krijgt en omschrijf alles zo detaillistisch mogelijk. Schrijf duidelijk en schrijf getallen voluit, zeker als het testament de tand des tijds moet doorstaan. Zorg er bovendien voor dat het voldoende duidelijk is wie je als begunstigde aanwijst. Schrijf dus niet “de buurvrouw”, maar geef haar naam en adres volledig op. Zo kan er geen andere buurvrouw moeilijk doen!

# 4. Houd rekening met de reservataire erfgenamen

Een aantal erfgenamen zijn door de wetgever beschermd en je kan hen dus niet zomaar benadelen in je testament. Het gaat om de langstlevende echtgenoot en de kinderen. Indien het kind zelf al overleden is, nemen de klein- of achterkleinkinderen de plaats van het kind in. Hun reserve mag je in je testament niet aantasten.

Tot de reserve van de langstlevende echtgenoot behoort het vruchtgebruik op de helft van alle goederen van de nalatenschap of het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad, naar keuze van de langstlevende echtgenoot.

De kinderen hebben dan weer, allemaal samen, recht op de helft van de nalatenschap. Indien er één kind is, heeft dat kind dus recht op 1/2de van de nalatenschap. Bij twee kinderen gaat dat dan weer om elk een vierde en bij drie kinderen om elk een zesde. En indien een kind overleden is, nemen diens kinderen enkel dat stuk over en moeten zij het opnieuw verder verdelen.

Over deze beschermde reserves kan je in je testament niet beschikken.

# 5. Goed bewaren van het testament

Is het testament opgesteld? Dan is het enkel nog een kwestie van het goed te bewaren. Dit kan je zelf bewaren, maar je kiest best een goed beveiligde plaats waar men na het overlijden zeker zal kijken. Denk daarbij aan een bankkluis. Eventueel kan je het ook aan een vertrouwenspersoon bezorgen. Wil je helemaal zeker zijn? Dan laat je het door de notaris inschrijven in het Centraal Register voor Testamenten. Dan komt het na het overlijden altijd boven water.

 

Een vraag over dit artikel of juridisch advies nodig? Neem dan contact op met een advocaat in jouw buurt. Gebruik de onderstaande zoekfunctie om een advocaat te vinden.

Als advocaat opgenomen worden in de database? Klik hier.

Geef een reactie