De burgerIn de persLeven & Wonen

Het nieuw Vlaams Woninghuurdecreet: wat als er geen schriftelijke studentenhuurovereenkomst is?

Het Vlaams Woninghuurdecreet, van toepassing op overeenkomsten die opgesteld zijn vanaf 1 januari 2019 (in plaats van de eerder aangehaalde deadline van 1 september 2018),  legt in artikel 56 en artikel 8 de verplichting op om de studentenhuurovereenkomst schriftelijk op te maken. De beide partijen moeten vervolgens het schriftelijk document ondertekenen. Een mondeling huurovereenkomst is problematisch omdat de huurovereenkomst verplicht moet worden geregistreerd. In dit artikel lees je meer over de verplichting tot een schriftelijke studentenhuurovereenkomst. Omdat de regeling nog maar net in werking is getreden, heb je nog de tijd om een en ander in orde te maken.

Schriftelijke studentenhuurovereenkomst verplicht

Niet alleen is een schriftelijke studentenhuurovereenkomst verplicht, bovendien heeft het Vlaams Woninghuurdecreet concreet aangegeven welke gegevens het contract dient te bevatten.

Het gaat in de eerste plaats om de identiteit van de partijen. De huurder zal hierbij een natuurlijk persoon zijn. Hiervoor dient de naam, de eerste twee voornamen, de woonplaats en het rijksregisternummer op te worden genomen in de schriftelijke studentenhuurovereenkomst. Indien er geen rijksregisternummer is, neemt men de plaats en de datum van geboorte op. Indien de verhuurder ook een natuurlijk persoon is, dienen dezelfde gegevens ook voor hem of haar te worden genoteerd.

Is de verhuurder daarentegen een rechtspersoon? Dan dient men de maatschappelijke naam, de maatschappelijke zetel en het ondernemingsnummer te vermelden. Zonder vermelding van het ondernemingsnummer is de verplichte registratie van de schriftelijke studentenhuurovereenkomst niet mogelijk.

Tot slot dient men in de schriftelijke studentenhuurovereenkomst ook volgende bepalingen op te nemen:

  • De begindatum van de overeenkomst en de duur ervan;
  • De aanwijzing van de ruimten en gedeelten van het gebouw die onder de studentenhuurovereenkomst vallen;
  • Het bedrag van de huur;
  • De regeling met betrekking tot de lasten en de kosten;
  • Een verwijzing naar de vulgariserende toelichting.

De schriftelijke studentenhuurovereenkomst moet in twee/drie exemplaren worden opgesteld waarvan één voor elke partij en eventueel één ter registratie op het kantoor Rechtszekerheid (het vroegere registratiekantoor). Indien niet elke partij een exemplaar heeft ontvangen, spreekt men van een mondelinge overeenkomst, met alle gevolgen van dien. Ter bewijs zal men het aantal originelen op de schriftelijke studentenhuurovereenkomst vermelden.

Wat als er geen schriftelijke studentenhuurovereenkomst is?

Conform artikel 55 en artikel 8, lid 3, van het Vlaams Woninghuurdecreet heeft dit geen gevolgen voor de geldigheid van de overeenkomst. Tussen de partijen blijft de overeenkomst met andere woorden gewoon bestaan.

Wel kan elke partij vorderen dat er een geschreven contract wordt gemaakt door de andere partij per aangetekende brief in gebreke te stellen. Is er na een termijn van acht dagen nog steeds geen schriftelijke studentenhuurovereenkomst opgesteld? Dan kan men de tegenpartij via gerechtelijke weg verplichten om een schriftelijke studentenhuurovereenkomst op te stellen of eventueel de vrederechter te verzoeken om een vonnis dat dezelfde waarde heeft als een schriftelijke studentenhuurovereenkomst.

De verplichte registratie van de schriftelijke studentenhuurovereenkomst

De studentenhuurovereenkomst moet verplicht worden geregistreerd (excl. bijlagen). De overeenkomst moet daarvoor in drie bijlagen worden voorgelegd aan het kantoor Rechtszekerheid, maar het mag ook via myRENT worden geregistreerd (in dit geval volstaat een kopij). De verplichte registratie van de schriftelijke studentenhuurovereenkomst zorgt ervoor dat de studentenhuurovereenkomst ten opzichte van derden kan worden ingeroepen.

De verplichting om de schriftelijke studentenhuurovereenkomst te registreren rust op de verhuurder. De verplichte registratie van de schriftelijke studentenhuurovereenkomst moet binnen twee maanden na de ondertekening ervan gebeuren. De registratie is gratis, maar boetes ten gevolge van een laattijdige (of niet-) registratie zijn ten laste van de verhuurder. Indien de verhuurder echter nalaat om de schriftelijke studentenhuurovereenkomst te registreren, kan de huurder het wel zelf doen.

 

Een vraag over dit artikel of juridisch advies nodig? Neem dan contact op met een advocaat in jouw buurt. Gebruik de onderstaande zoekfunctie om een advocaat te vinden.

Als advocaat opgenomen worden in de database? Klik hier.

Geef een reactie