EconomieFeaturedIn de persZelfstandig & Vennootschap

1+2 gratis: toegestane koppelverkoop of verkoop met verlies?

Recent beloofde Albert Heijn een prijzenoorlog te ontketenen in een land waar met de komst van Jumbo de verschillende winkelketens al op scherp staan. Met de actie 1+2 gratis werden ze echter door vicepremier Kris Peeters teruggefloten. De reden: het ging om verkoop met verlies. En dat is in België verboden.

Verkoop met verlies is verboden

In België is het verboden om met verlies te verkopen. We noemen het een oneerlijke marktpraktijk. Anders zouden grote winkelketens met verlies kunnen verkopen om zo kleine concurrenten weg te concurreren. Bij verkoop met verlies wordt normale concurrentie onmogelijk en dus gaat het om een verboden marktpraktijk.

Ook bij winkelketen Albert Heijn ging het om een verkoop met verlies. Daarvoor stuurde Kris Peeters ook de Economische Inspectie naar het hoofdkantoor, waar het ging pluizen doorheen de boekhouding. Had gebleken dat er niet met verlies werd verkocht, dan had er zich geen probleem gesteld.

Is verkoop met verlies altijd verboden?

Dat is nog maar de vraag. Juristen wijzen erop dat er heel wat achterpoortjes zijn waar grote ketens gebruik van kunnen maken.

Leveranciers prijzen laten verlagen

Zo zou de winkelketen zelf op zoek kunnen gaan naar producenten die aan de actie willen deelnemen. Hun producten komen dan in de schijnwerpers te staan en in ruil verkopen zij die producten extra goedkoop aan de winkelketen. Dan hoeft de winkelketen niet met verlies te verkopen. Natuurlijk is men dan wel afhankelijk van de goodwill van leveranciers. Deze ontspanningsroute lijkt alvast legaal te zijn, omdat de dienst Economische Inspectie ook rekening moet houden met de kortingen van producenten.

Inkopen bij een zustervennootschap

In principe zou er ook een tweede ontsnappingsroute kunnen zijn waarbij een tussenschakel wordt ingeschakeld en waarbij men niet afhankelijk is van de goodwill van de leverancier. Dan zou een zusterbedrijf, bijvoorbeeld de Nederlandse tak, de producten inkopen en goedkoper doorverkopen aan de Belgische rechtspersoon. Die tweede hoeft dan niet met verlies te verkopen. Goed gezien, maar eigenlijk ook gewoon verboden. Het is immers zo dat hier sprake is van wetsontduiking.

Wel zijn er juristen die aanhalen dat de ontdoken wetsbepaling mogelijks zelf strijdig is met een hiërarchische hogere norm. Het Europees Hof van Justitie heeft in het verleden immers aangehaald dat artikel 101 WMPC (de voorloper van het huidig verbod op verkopen met verlies) strijdig is met de richtlijn oneerlijke handelspraktijken. De Belgische wetgever herformuleerde een en ander, maar in een recent arrest (HvJ 19 oktober 2017, C-295/16) leek het Hof van Justitie een en ander bij te stellen: een verbod op verkoop met verlies is strijdig met de richtlijn van zodra het verbod gevolgen heeft voor de consument.

Ook volgens Nicolas van Damme, assistent Instituut voor Contractenrecht KU Leuven, zou het Belgisch verbod op verkoop met verlies in dit geval strijdig zijn met het EU-recht. En dan is de wetsontduiking geoorloofd, waardoor men gewoon mag verkopen met verlies.

Wettelijke uitzonderingen op verbod verkoop met verlies

Ook de wetgever heeft overigens een aantal uitzonderingen voorzien op het verbod op verkopen met verlies. Dit is onder andere het geval voor:

  • De soldenverkoop;
  • Een uitverkoop;
  • De verkoop van goederen die niet langer bewaard kunnen worden (bv. fikse korting net voor de vervaldatum);
  • De verkoop van goederen die door externe omstandigheden niet meer tegen de inkoopprijs kunnen worden verkocht (bv. de verkoop van videocassettes die men destijds aan normale prijzen had ingekocht);
  • De verkoop van goederen waarvan de prijs om dwingende redenen van mededinging wordt aangepast.

Het is hier minder relevant, maar indien dat slaatje echt vandaag moet opgegeten worden, mag Albert Heijn het dus ook gewoon met verlies verkopen. Beter dan het morgen in de vuilnisbak te deponeren, toch?

Geef een reactie