Als je op café iets gaat drinken, is de kans groot dat je er een portie borrelnootjes krijgt. Vooral bij alcoholische dranken is dat gemeengoed. De reden dat men dit doet, heeft een historische en tegelijkertijd ook juridische reden. Het heeft alles te maken met de strenge wetten die in de eerste helft van de vorige eeuw de alcoholplaag in ons land dienden te beteugelen.
Flessentrekkerij komt de wanbetaler duur te staan
In een eerder artikel hebben we het al gehad over het misdrijf flessentrekkerij. Dit misdrijf is opgenomen in artikel 508bis Strafwetboek. Het misdrijf flessentrekkerij omvat verschillende strafbare gedragingen, waaronder een rijtuig huren zonder te betalen, overnachten in een hotel zonder te betalen en zich op café of restaurant van dranken of spijzen laten voorzien om ze daar te verbruiken zonder te betalen. Flessentrekkerij is iets van alle tijden. Door het misdrijf op te nemen in het Strafwetboek heeft men de café-uitbater extra willen beschermen.
Opdat er sprake zou zijn van een strafbaar misdrijf moet het niet alleen gaan om een van de genoemde diensten. Bovendien moet het een en ander ook op vraag van de dader zijn verstrekt, moet de dader in de volstrekte onmogelijkheid zijn om te betalen en moet er sprake zijn van algemeen opzet. Het misdrijf kan worden bestraft met een boete van 200 tot 1500 euro en een gevangenisstraf van 8 dagen tot 3 maanden. In het geval van herhaling kan de straf zelfs worden verdubbeld.
Bovenop de boete die men kan krijgen omwille van flessentrekkerij, kan de café- of restaurantuitbater ook nog vragen om de schuld te betalen. Als het moet via de rechter en de deurwaarder. De kosten zijn dan voor de wanbetaler. Als je op café wat drinkt en daarvoor niet betaalt, kan dat je met andere woorden wel heel duur komen te staan.
Pintjes kopen en niet betalen: het kan!
Een uitzondering is er als je enkel pintjes of andere alcoholische dranken nuttigt. Dat heeft alles te maken met artikel 17 van de Besluitwet betreffende de beteugeling van de dronkenschap van 14 november 1939. Dit artikel bepaalt dat de vordering tot betaling van “dronkenmakende dranken” niet ontvankelijk is.
De wetgever vond eigenlijk dat alcohol consumeren op krediet (eerst serveren en pas achteraf betalen) dronkenschap in de hand werkte. Als de café-uitbater dit doet, en dus niet eerst de betaling vraagt en pas dan serveert, moet dit maar op eigen risico gebeuren. Het is een van de vele wetten die de plaag van alcoholisme en dronkenschap in ons land diende aan te pakken. Ook andere regels, zoals een verbod op het bijschenken van alcohol aan iemand die al dronken is, dateert uit deze periode.
Op deze onontvankelijkheidsregel is er wel een uitzondering voor de situaties waarbij men iets eet of op de locatie blijft slapen. Een pintje met een portie kaas zorgt er dus voor dat de cafébaas wel een ontvankelijke vordering heeft. Op basis hiervan heeft men uiteindelijk iets bedacht: niet gewoon pintjes verkopen, maar er ook borrelnootjes bij serveren. Zo kunnen café-uitbaters tóch eisen dat klanten betalen. Mettertijd is de gewoonte van borrelnootjes zo sterk ingeburgerd dat men het tegenwoordig ook bij non-alcoholische dranken serveert.