Wanneer een bedrijf dreigt failliet te gaan, levert dat veel stress en onzekerheid op. Niet alleen voor de ondernemer, maar ook voor het personeel. Een doorstart kan een oplossing bieden, maar is enorm complex. Het is belangrijk dat de beslissingen op aantal fundamentele elementen zijn gestoeld. En dat het niet gaat om onrechtmatige activaverplaatsingen die schade berokkenen aan derden, want dan dreigt de bestuurdersaansprakelijkheid. Na een faillissement is het voor de ondernemer in een eenmanszaak nog niet altijd over en uit. Mogelijk kan een doorstart het bedrijf nog redden.
Faillissement: voorkomen is beter dan genezen
Het afwenden van een faillissement is altijd aan te raden. Daarvoor komt men vaak uit bij een reorganisatie of een herstructurering. Dat betekent veelal dat er personeel zal afvloeien. Hierbij dient er rekening te worden gehouden met wettelijke regels. Bij een ontslag tijdens een reorganisatie spreken we van een ontslag omwille van bedrijfseconomische redenen. De werknemers hebben dan recht op outplacementbegeleiding. Bij een collectief ontslag wegens een reorganisatie heeft men bovendien recht op een vergoeding. De werkgever dient een C4-formulier te overhandigen en veelal zal de werknemer vervolgens recht hebben op een werkloosheidsuitkering.
Faillissement en doorstart bedrijf
Niet altijd zal een herstructurering een oplossing bieden. Soms is een faillissement nu eenmaal onafwendbaar. Weet echter dat dit niet het definitieve einde hoeft te betekenen, zelfs niet voor een ondernemer in een eenmanszaak. In 2018 is namelijk het een en ander gewijzigd. Niet alleen kunnen advocaten failliet gaan sinds 1 mei 2018, maar bovendien krijgen ondernemers sinds die dag ook meer mogelijkheden om na een faillissement alsnog een doorstart te maken.
Bij een faillissement wordt er een curator aangesteld die de goederen zal verkopen en de openstaande vorderingen zal innen. Met de opbrengsten zal de curator de schuldeisers terugbetalen. Dat mag de curator niet zomaar doen, hij moet daarbij een wettelijke volgorde naleven. De fiscus en de kredietverstrekker zullen hierdoor bijvoorbeeld eerder hun geld zien dan de niet-bevoorrechte leverancier. Eenmaal alles is afgewikkeld, wordt de onderneming opgedoekt.
Bij eenmanszaken is er een versmelting van het privévermogen en het zakelijke vermogen. Dat heeft verregaande gevolgen. Sinds 2018 kunnen ze echter een tweede kans krijgen. Ze kunnen namelijk genieten van een gedeeltelijke of zelfs van een volledige kwijtschelding van de restschulden, de schulden die overblijven nadat de curator zijn werk heeft gedaan. Deze kwijtschelding is een goede zaak. De praktijk leert namelijk dat een doorstart bedrijf, werkgelegenheid én economie ten goede kan komen. Vaak is een tweede kans voor iedereen beter.
Aanvragen kwijtschelding restschulden
De kwijtschelding van de restschulden wordt niet automatisch toegekend. De kwijtschelding is zelf aan te vragen en dit binnen drie maanden nadat het faillissementsvonnis bekend is gemaakt. De rechtbank is in principe verplicht om de kwijtschelding toe te kennen, tenzij de schuldeisers, het openbaar minister en/of de curator kunnen aantonen dat er sprake is van een grove fout die in het faillissement heeft geresulteerd. In sommige gevallen kan de rechtbank ook een beroepsverbod opleggen. Dan is een doorstart niet mogelijk.
Overbruggingsuitkering na faillissement
Als gefailleerde zelfstandige heb je in sommige gevallen recht op een overbruggingsuitkering die wordt toegekend door het sociaal verzekeringsfonds. Het gaat om een tijdelijke uitkering van ten hoogste twaalf maanden. Over je volledige loopbaan kan je er gedurende maximaal 24 maanden van genieten. Er zijn wel voorwaarden aan verbonden. Zo moet je ten minste zestig kwartalen pensioenrechten hebben opgebouwd als zelfstandige. Als dat niet het geval is, is de maximale duurtijd gedurende de volledige loopbaan beperkt tot twaalf maanden.