Internationaal

België is opnieuw veroordeeld omwille van buitengewoon onderwijs

België is opnieuw tegen een veroordeling aangelopen omwille van de te trage realisatie van het inclusief onderwijs. Deze keer was het de Franse gemeenschap die België nekte, maar eerder deed Vlaanderen al eens hetzelfde. Ons parallel onderwijssysteem, met naast het gewone onderwijs ook het buitengewone onderwijs, blijft het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) beroeren.

België moet inclusief onderwijs garanderen

Het Europees Comité voor Sociale Rechten spreekt zich uit over de verplichtingen die Europese lidstaten hebben op grond van het Europees Sociaal Handvest. Hierin is onder meer het recht op onderwijs voor personen met een handicap opgenomen. In België hebben deze personen via het stelsel van buitengewoon onderwijs wel degelijk toegang tot het onderwijs. Echter, zo’n parallel systeem volstaat volgens het ECSR niet.

Het baseert zich hiervoor op de non-discriminatieverplichting, wat automatisch in inclusief onderwijs resulteert. België mag het inclusief onderwijs dan wel stapsgewijs uitrollen, maar in de tussentijd moeten er wel individuele en redelijke aanpassingen worden voorzien. Dit dient bovendien meteen te gebeuren.

Dit wil zeggen dat het België verboden is om een leerling met een handicap die toegang wil tot het gewone onderwijs deze toegang te weigeren. Daarnaast moeten scholen ook redelijke aanpassingen doen, bijvoorbeeld door een handboek in braille te laten vertalen, de leerkracht zijn cursus in eenvoudigere bewoordingen op te laten stellen of door aangepaste sportactiviteiten te voorzien. Het klopt dat de Belgische scholen daar momenteel nog niet klaar voor zijn en de leerkrachten hier niet voor staan te springen, maar het is aan de overheid om daar verandering in te brengen.

Zowel Vlaamse als Franse Gemeenschap blijven in gebreke

Op basis hiervan oordeelde het ECSR dat de Franse Gemeenschap – internationaalrechtelijk spreekt men van België, want hoe wij het bestuur van ons land organiseren is onze eigen zaak – tekortschiet. Het oordeelde dat de Franse Gemeenschap kinderen met een matige tot ernstige intellectuele handicap discrimineert en voor hen niet de nodige redelijke aanpassingen doorvoert. Het probleem? Het parallelle systeem van het buitengewoon onderwijs. Na een verslag worden de kinderen namelijk meteen richting het parallelle circuit geduwd, zonder dat ze ooit de ondersteuning hebben gekregen om aan het reguliere onderwijssysteem deel te nemen. Overigens is niet alleen de Franse Gemeenschap hieraan schuldig, want eerder werd ook de Vlaamse Gemeenschap reeds om soortgelijke redenen op de vingers getikt.

Caroline Désir, de minister van Onderwijs in de Franstalige gemeenschap, heeft alvast schuld bekend en gaf aan dat de Franse Gemeenschap nog meer kan doen voor kinderen met een verstandelijke beperking. Aan Vlaamse zijde wil minister Ben Weyts dan weer al langer af van het M-decreet en zou er een nieuw begeleidingsdecreet moeten komen, maar de sociale partners liggen al minstens even lang dwars. Weinig leerkrachten zouden zo’n inclusief onderwijs zien zitten. Toen een school recent nog veroordeeld werd omdat het een leerling met het downsyndroom weigerde, trok de ACV-vakbond (COV) – dat weigerde om zich over de inhoud van het dossier uit te spreken – nog hard van leer:

Wel stelt het COV vast dat in alle berichtgeving de verantwoordelijkheid voor het realiseren van inclusief onderwijs doorgeschoven wordt naar de school zelf. Ook de minister betreurt dat de school en ouders niet samen tot een gepaste oplossing zijn gekomen. Dit is de omgekeerde wereld. Het is in de eerste plaats aan de overheid om ervoor te zorgen dat elke school voldoende middelen, personeel en expertise heeft om het M-decreet voor elk kind waar te maken. Dat is vandaag niet het geval.” (Knack, 13 november 2018)

Geef een reactie