De burgerPrivacy

Beroepsgeheim en discretieplicht psychologen: niet zo absoluut?

Psychologen zijn onderworpen aan het beroepsgeheim en het discretieplicht. Sinds 24 juni 2018 zijn die regels bovendien duidelijker geworden en minder voor interpretatie vatbaar. Het uitgangspunt blijft natuurlijk dat je als patiënt in alle vertrouwelijkheid terechtkan bij de psycholoog. Toch zijn er ook uitzonderingen voorzien op die regel.

Het beroepsgeheim van psychologen

Het beroepsgeheim van psychologen staat omschreven in artikel 458 Sw. Het gaat om een verplichting die ook geldt voor andere beroepsbeoefenaars zoals artsen. De aan de psycholoog of arts toevertrouwde geheimen horen dan ook geheim te blijven in het kader van de vertrouwensrelatie.

Die geheimhoudingsplicht wordt in de praktijk omgezet door een zwijgplicht. Een psycholoog die de zwijgplicht zou schenden, loopt zelfs het risico op een strafrechtelijke sanctie. Het gaat om een gevangenisstraf van een jaar tot drie jaar en/of een geldboete van honderd tot duizend euro.

Uitzonderingen op het beroepsgeheim van psychologen

Datzelfde artikel 458 Sw. voorziet eveneens enkele uitzonderingen op de zwijgplicht. Het gaat hierbij om volgende gevallen:

  • De psycholoog wordt geroepen om in recht een getuigenis af te leggen;
  • De psycholoog wordt geroepen om te verschijnen voor een parlementaire onderzoekscommissie;
  • Er is een wettelijke regel die hem toelaat of verplicht om de geheimen bekend te maken.

In principe strekt het beroepsgeheim ook tot de verplichting tot het zwijgen over het misdrijf dat de patiënt gepleegd heeft, terwijl het de psycholoog niet verboden is om het gerecht in te lichten over de feiten waarvan de patiënt het slachtoffer is geworden (conform Cass. 31 oktober 2012, AR P.2012.0882.F). Het beroepsgeheim heeft immers tot doel de patiënt te beschermen. Hierdoor zal de psycholoog er eveneens op toe moeten zien dat een geesteszieke bescherming krijgt tegen zijn eigen daden (Cass. 7 maart 2002, AR C.99.0220.N).

Discretieplicht van de psycholoog

Naast het beroepsgeheim is de psycholoog eveneens gehouden tot een discretieplicht. Die discretieplicht is altijd van toepassing, ook wanneer er een uitzondering op het beroepsgeheim van toepassing is. De discretieplicht verplicht de psycholoog om omzichtig om te gaan met verkregen informatie. Dat zal dus bijvoorbeeld ook het geval zijn wanneer de psycholoog verschijnt voor een parlementaire onderzoekscommissie.

Wel is het zo dat er geen strafsanctie verbonden is aan de discretieplicht van de psycholoog. Het gaat hierbij veeleer om een ethische plicht.

Geef een reactie