Met het KB van 3 oktober 2018 (BS 17 oktober 2018) wijzigt men het zogenoemde chocolade-KB. Dat chocolade-KB regelt de verkoopbenamingen van cacao- en chocoladeproducten voor menselijke consumptie. Volgens dat KB mag men bijvoorbeeld enkel de naam «cacaoboter» gebruiken indien het gehalte vetvrije vetzuren maximaal 1,75% bedraagt. Het gaat om een aantal strenge regels die ontstonden op vraag van de Belgische chocolatiers en fijnproevers. Op vraag van de beroepsfederaties past de wetgever de regels nu aan. Zij vonden immers al langer dat de Belgische wetgeving veel te streng was, zeker in vergelijking met de Europese chocoladerichtlijn.
Geen verplichte vermelding meer
Momenteel moeten producten die die door hun aard, uiterlijke kenmerken of samenstelling lijken op producten met beschermde benamingen zoals «melkchocolade», «chocolade» of «praline» maar niet aan hun voorwaarden voldoen, een onderscheidende benaming dragen. Het gaat om de benaming «imitatiechocolade» of «cacaofantasie».
Die regel schrapt de wetgever vanaf 27 oktober 2018. Natuurlijk mag alleen echte «chocolade» (min. 35% droge cacaobestanddelen, 14% vetvrije droge cacaobestanddelen en 18% cacaoboter) die benaming dragen. Het kan echter wel de benaming «choco» aannemen, die afkorting is immers niet beschermd.
De wetgever voorziet een overgangsregeling tot en met 30 april 2019.