Waarover ging het ook alweer?
De bende van Nijvel is tot op heden nog steeds de bekendste criminele organisatie van het land. Talloze inbraken, gruwelen, overvallen en moorden stonden op hun conto. Het lijstje met overvallen en moorden oogt dan ook immens. Waver, Beersel, Bergen, Genval, Ukkel, Halle, Houdeng, Temse, Nijvel, Ohain, Beersel (bis), Anderlues, Eigenbrakel, Overijsel en Aalst: allen bleven ze niet gespaard aan de drieste en agressieve manier van werken. 28 doden en ruim 40 gewonden, het is de zware balans van een organisatie die iets tussen 6 à 7 miljoen BEF wist buit te maken (150.000 à 175.000 EUR). Allerhande complottheorieën ontsieren dit stukje Belgische geschiedenis en de waarheid is nog steeds niet aan het licht gekomen. Het is begrijpelijk dat berichten rond de bende van Nijvel de publieke opinie blijven beroeren.
Boekentip: Loden jaren van Paul Ponsaers
Het boek Loden jaren is in de eerste plaats uitstekende literatuur voor wie een chronologisch overzicht zoekt van de feiten over de Bende van Nijvel, inclusief de feiten die aan de gebeurtenissen voorafgaan. Daarnaast schetst het ook een goede context van deze periode die werd gekenmerkt door de Koude Oorlog en de opkomst van extreemrechts.
“Niet alleen fascinerende lectuur over dito jaren maar ook een erg handig naslagwerk. Wie de actuele discussie rond de Bende wil begrijpen in de juiste context kan niet om dit boek heen.” – Justitiejournalist (VRT) Dirk Leestmans in De Juristenkrant.
Moest de zaak dan niet verjaren?
Vroeger was het inderdaad zo dat de misdrijven waar levenslang op staat verjaarden na verloop van 30 jaar. 2015 zou hier dan ook het kantelpunt geweest zijn. In 2015 was er echter nog steeds geen doorbraak te bespeuren en de verjaring stond écht aan de deur. Minister Koen Geens besliste dan ook, in samenwerking met de federale ministerraad, om de verjaringstermijn voor alle misdrijven waar levenslang op staat, te verlengen naar 40 jaar. Een algemene verhoging was nodig om niet aan het gelijkheidsbeginsel te toornen.
Zo’n algemene verhoging had echter de nodige tegenstand. Onder andere de PS, SP.A, Ecolo-Groen en CDH stemden tegen. Het moet wel gezegd worden: die tegenstemmen vielen naar alle waarschijnlijkheid te herleiden naar het bredere wetsvoorstel waarin de termijnaanpassing kaderde. Uiteindelijk werd het Potpourri-wetsvoorstel goedgekeurd en werd de verjaringstermijn opgetrokken. Nieuwe deadline: 2025.
Waarom kennen we een verjaringstermijn?
Het is een vraag die we vaak te horen krijgen. Burgers zien er vaak een systeem van “onrechtvaardigheid” in, zeker bij strafzaken. Begrijpelijk, maar ze moeten zeker ook het nut van zo’n verjaringstermijn inzien. De verjaring gaat eigenlijk uit van het idee dat we het (strafbaar) feit soms moeten laten rusten. Rechtvaardigheid houdt immers ook in dat we niet heel ons leven mogen gestraft worden voor daden uit ons verleden. Een puber die op z’n achttiende een wagen stal, hoort daar niet op z’n 50’ste nog de gevolgen van te dragen. Bovendien toornt een niet-verjaring aan de rechtszekerheid en de rechtvaardigheid: hoe kan iemand 30 jaar later nog herinneren wat er “die ene avond” exact gebeurde – laat staan dat hij in staat zal zijn om zichzelf naar behoren te (laten) verdedigen in de rechtbank?
In de praktijk is de verantwoording meestal een combinatie tussen ethiek en praktische beweegredenen. Ethiek, want heeft het ethisch wel nog nut om iemand na al die jaren nog steeds te straffen? Praktisch, want het wordt wel een heel moeilijke en dure zaak om de nodige bewijsstukken jaren later te verzamelen.
Ethiek? Oké, maar toch geen verjaring voor de bende van Nijvel?
Ook de wetgever moet een afweging maken tussen het systeem van verjaren en de ethische rechtvaardigheid. Door het optrekken van de verjaringstermijn doet hij dat alvast. We zien trouwens hetzelfde ook gewoon gebeuren bij bijvoorbeeld zedenfeiten met minderjarigen of misdaden tegen de menselijkheid. Het is vaak een moeilijke afweging waar terecht de nodige discussie aan voorafgaat.
Nieuwe deadline: 2025. Of er dan ook echt een grote doorbraak zal zijn en of de puzzelstukjes op zijn plaats zullen vallen? Dat valt te betwijfelen. Waarom zouden speurders immers op 40 jaar wél kunnen wat ze na 30 jaar niet konden. In de tussentijd gaan er ook steeds meer stemmen op om de zaak gewoon te laten verjaren. Immers: een verjaringstermijn brengt ook zijn voordelen met zich mee. Eenmaal de zaak verjaart is kunnen stemmen die tot op heden gedwongen waren om te zwijgen, misschien eindelijk spreken. De verjaring kan dan ook hét middel zijn om de waarheid finaal aan het licht te laten komen. Wetende dat de nabestaanden na al die jaren meer hechten aan “de waarheid” dan aan “straffen waarmee de doden toch niet wederkeren”, kan de verjaring dan ook ethisch zijn nut bewijzen.