EconomieFinancieel & beleggingen

Het zomerakkoord en mijn spaarcenten: wat betekent dat in 2018?

Bij de publicatie van het zomerakkoord ging veel aandacht naar de pensioenhervormingen en de wijzigingen in de vennootschapsbelasting. Toch waren er ook heel wat zaken die in 2018 rechtstreeks invloed zullen hebben op onze beleggingen en spaarcenten. We leggen een en ander uit.

Spaarcenten euro'sHoe komt de Regering in 2018 aan jouw spaarcenten?

In het zomerakkoord werd een en ander neergepend over onze spaarcenten, de zogenaamde effectentaks en de beurstaks. Verwarrend en steeds meer mensen zijn dan ook de draad volledig kwijt. Tijd om een en ander uit te leggen.

Mijn spaarcenten en het “akkoord over de effectentaks”

Opnieuw lag de effectentaks op de onderhandelingstafel, opnieuw leek het niet mogelijk om er aan te toornen. Alles blijft met andere woorden bij het oude, namelijk:

Zij die een effectenrekening hebben met een waarde van 500.000 EUR of meer betalen 0,15% effectentaks op de volledige waarde van de portefeuille

Hierbij betreft het wel “het gemiddelde” van die effectenrekening. Vooral voor hen waar dat gemiddelde inderdaad rond de 500.000 EUR schommelt is het dan ook belangrijk om te weten waar we al dan niet rekening mee moeten houden:

  1. We kijken naar een referentieperiode van 12 maanden, gaande van 01 oktober tot en met 30 september van het volgende jaar
  2. Pensioenspaarfondsen en levensverzekeringen tellen niet mee
  3. Ook niet-beursgenoteerde aandelen worden niet in rekening gebracht
  4. Tellen wel mee: beursgenoteerde aandelen, warrants, kasbons, (niet) beursgenoteerde obligaties en rechten van deelneming in gemeenschappelijke beleggingsfondsen
  5. Op basis hiervan wordt een gemiddelde genomen over twaalf maanden

Opgelet: de effectentaks wordt geheven op de volledige som en dus niet alleen op het bedrag dat het gemiddelde van 500.000 EUR overschrijdt. Iemand met een portefeuille van 499.999 EUR betaalt geen cent, iemand met een portefeuille van 500.001 EUR betaalt ‘de volle pot’ (hier: 750 EUR). Er gaan intussen al heel wat stemmen op die vinden dat die situatie ‘oneerlijk’ is. Wij volgen de situatie uiteraard verder op.

Het is aan het Grondwettelijk Hof om daarover te oordelen (fiscalist Michel Maus)

Terugschroeving van de vrijstelling voor roerende voorheffing

Het zomerakkoord komt ook op een andere manier aan onze spaarcenten: de vrijgestelde som op gereglementeerde spaarboekjes wordt teruggeschroefd. In de praktijk betalen we momenteel geen belastingen op intresten tot 1.880 EUR. Vanaf 2018 zal dat nog slechts 940 EUR zijn.

De vraag rest of dat nu zo’n grote ramp hoeft te zijn. Op het moment van schrijven noteren we de hoogste rente bij het Saving Plan van de Deutsche Bank (rente + getrouwheidspremie). Bij hen klokken we af op 1,2%. Enkel indien we daar een spaarboekje openstaan hebben van ruim 78.300 EUR zullen we ‘in de problemen’ komen. Bij de andere banken zal het waarschijnlijk een stuk hoger liggen. We kunnen met andere woorden nog steeds heel wat spaarcenten oppotten, zoals we het eigenlijk van de stereotype Belg gewoon zijn.

Vergeet ook niet: dat grensbedrag geldt per persoon. Zo kan het uiteraard dat jullie met zijn tweetjes dubbel zoveel spaarcenten mogen verzamelen.

De overschrijding blijft ook belastbaar aan 15%, hieraan werd niets gewijzigd.

Wat met mijn aandelen?

Wat de aandelen betreft hebben wij zowel goed als slecht nieuws:

  • De eerste schijf van 627 EUR inkomsten uit dividenden, zou vanaf 2018 vrijgesteld worden van roerende voorheffing. In de praktijk levert dat een besparing op van 188,10 EUR (belastingtarief: 30%)

Opgelet: waarschijnlijk zal wel gewoon de roerende voorheffing ingehouden worden. Het is belangrijk om dat nadien te compenseren in de privé-aangifte.

Uitzondering: voor dividenden uit een eigen vennootschap geldt de vrijstelling niet

  • In ruil komt de beurstaks een stuk hoger te liggen: 0,12% in plaats van 0,09% op de aan- en verkoop van obligaties en 0,35% in plaats van 0,27% op de aankoop van aandelen
  • Ook de uitkeringen uit gemeenschappelijke beleggingsfondsen zou niet meer belastingvrij zijn

Conclusie

Voor de “kleine man” wijzigt er weinig. Zelden zal hij voldoende spaarcenten verzamelen om ook effectief de problemen te voelen van de taks op de roerende inkomsten. Vooral beleggen wordt voor hem opnieuw minder interessant, wat uiteindelijk heel contradictorisch is: wilde de Regering net niet dat slapende spaarboekjes opnieuw wakker werden?

 

Geef een reactie