De burgerLeven & WonenSociale ondersteuningStaat & BestuurWerk & Sociaal

Er komt een nieuw Vlaams Fonds ter Bestrijding van Uithuiszettingen

Het Huurgarantiefonds dat bij decreet van 23 december 2011 werd ingevoerd, kende weinig succes. Het diende nochtans een nobel doel: het aantal uithuiszettingen verminderen. Dat er zo minder mensen bij het OCMW aankloppen en dat de druk op de sociale woningenmarkt wordt beperkt, hoeven we er vast niet bij te vertellen.

Maar van de meer dan 100.000 nieuwe Vlaamse huurovereenkomsten per jaar, werden er slechts een fractie bij het Huurgarantiefonds aangesloten. Meer zelfs: sinds 1 januari 2014 werden slechts 63 aanvragen goedgekeurd. Dat is te weinig. Het Vlaams Fonds ter Bestrijding van Uithuiszettingen (het zogenoemde Huurgarantiefonds) blijkt met andere woorden aan een remake toe te zijn. Het aangepaste Vlaams Fonds ter Bestrijding van Uithuiszettingen treedt in 2020 in werking en zal er volledig anders uit komen te zien.

Niet meer zelf aansluiten bij het Vlaams Fonds ter Bestrijding van Uithuiszettingen

Momenteel is het zo dat de verhuurder zichzelf vrijwillig moet aansluiten bij het Huurgarantiefonds. Hiervoor moet de verhuurder een aansluitingsvergoeding van €82,- ophoesten. Weinig huurders blijken zich dan ook bij het Vlaams Fonds ter Bestrijding van Uithuiszettingen aan te sluiten.

Vanaf 1 januari 2020 is zo’n vrijwillige aansluiting niet meer nodig voor huurachterstallen die vanaf dat moment zijn ontstaan. Het Fonds ter Bestrijding van Uithuiszettingen zal automatisch een financiële tussenkomst toekennen aan het OCMW indien het OCMW de private huurder met huurachterstal laat begeleiden of zelf begeleidt.

Verhuurders die aangesloten zijn bij het huidig Huurgarantiefonds en waarvan de huurovereenkomst nog loopt, zullen de terugbetaling van de aansluitingsvergoeding kunnen vragen.

Het opstellen van een driepartijenovereenkomst

Indien de huurder behoeftig zou zijn (te bepalen na een sociaal onderzoek) en indien er voldaan is aan een aantal voorwaarden met betrekking tot de betalingsachterstand, kan het OCMW de huurder met huurachterstand begeleiden om zo een uithuiszetting te voorkomen. Hiervoor zal het OCMW met de huurder en de verhuurder een driepartijenovereenkomst sluiten.

De uitgangspunten van deze driepartijenovereenkomst zijn:

  • Het OCMW zal 50% van de huurachterstallen aanzuiveren door betaling aan de verhuurder. Dit bedrag is echter beperkt tot maximaal 1.250 euro. Het OCMW beslist zelf of die schuld al dan niet terugvorderbaar wordt gesteld.
  • Voor de andere huurachterstallen zal een realistisch afbetalingsplan worden opgesteld. De huurder moet deze achterstallen rechtstreeks aan de verhuurder overmaken conform het afbetalingsplan;
  • De huurder moet begeleiding door het OCMW aanvaarden;
  • De verhuurder zal geen juridische stappen zetten zolang de huurder het afbetalingsplan correct naleeft en zolang er geen nieuwe huurschulden ontstaan. Bij een probleem zal de verhuurder het OCMW eerst twee weken de tijd geven om een gepaste oplossing te zoeken.

OCMW behoudt autonomie

De Vlaamse Regering biedt het OCMW dan wel extra mogelijkheden, maar legt geen specifieke begeleidingsverplichtingen op. Het is nog steeds het OCMW dat autonoom beslist of het de huurder al dan niet zal begeleiden. Indien het OCMW dat echter wel doet, kan het OCMW daarvoor een tegemoetkoming ontvangen.

Geef een reactie