Door de verplichte sluiting van diverse horecagelegenheden is er veel bier verloren gegaan. Het gaat zowel om tankbier als bier in vaten dat reeds in verbruik was gesteld en dat nu de horeca opnieuw mag openen onbruikbaar is geworden. Ter compensatie is in de Wet fiscale bepalingen corona (Wet van 29 mei 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de Covid-19 pandemie, BS 11 juni 2020) voorzien dat de fiscus de betaalde accijnzen zal terugbetalen.
Strikte eisen voor terugbetaling van accijnzen
De terugbetaling van accijnzen is in de eerste plaats alleen voorzien voor tankbier en bier in vaten dat reeds in verbruik werd gesteld. Daarnaast moet het vaststaan dat het bier onverkoopbaar is geworden en moet dat ook effectief het gevolg zijn van de maatregelen die de overheid heeft genomen.
Vervolgens moet dat bier worden teruggezonden en onder ambtelijk toezicht worden vernietigd of gedealcoholiseerd. Dat laatste mag wel enkel met het oog op:
- Het verkrijgen van alcohol met het oog op de levering van alcohol aan apotheken
- Het verkrijgen van alcohol met het oog op de levering van de alcohol naar een ander belastingenentrepot
- Het verkrijgen van alcohol met het oog op de productie van handgels
Hoe verloopt de procedure?
Op aanvraag van de persoon die het bier in verbruik heeft gesteld, zal de fiscus de accijnzen terugbetalen en dit tegen het toepasselijk accijnstarief voor bier van 12 graden Plato (het stamwortgehalte op basis waarvan de Europese accijnsheffing wordt bepaald) of aan het tarief voor alcoholvrij bier.
De Wet fiscale bepalingen corona geeft echter nog niet aan hoe de procedure zal verlopen. Daarvoor is het nog wachten op een nieuw besluit dat na overleg in de ministerraad moet volgen. Daarbij zal men ook controlemaatregelen voorzien om elke vorm van misbruik uit te sluiten.