FeaturedInternationaal

Hoe is de aansprakelijkheid geregeld bij een verkeersongeval in Nederland?

Bij een verkeersongeval in Nederland, zijn de Nederlandse regels van toepassing. Dit wilt zeggen dat het ongeval volgens de Nederlandse aansprakelijkheidsregels moet worden afgehandeld.

Hieronder hebben we het kort over de toepasselijke aansprakelijkheidsregels in het wegverkeer. We besteden ook aandacht aan ongevallen, waarbij niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemers betrokken zijn.

Foutaansprakelijkheid is de regel in Nederland

De Nederlandse regels omtrent de aansprakelijkheid in het wegverkeer, zijn gelijkaardig aan België. De algemene regel is met andere woorden de foutaansprakelijkheid. Wanneer twee auto’s tegen elkaar botsen, zal de verzekeraar van degene die een fout heeft begaan de schade moeten vergoeden. Dat volgt uit artikel 6:162 van het Nederlandse Burgerlijke Wetboek.

Daarbij worden hoge eisen gesteld aan de reactiesnelheid en de stuurmanskunsten van de bestuurder. Eigenlijk wordt het gedrag van de bestuurder vergeleken met dat van de perfecte autobestuurder, waardoor er al snel sprake is van een fout en dus van aansprakelijkheid.

Wanneer beide bestuurders een fout hebben begaan, wordt de aansprakelijkheid verdeeld. Dan zal men maar een deel van de schade bij de andere partij kunnen verhalen. De foutaansprakelijkheid geldt niet alleen wanneer twee auto’s met elkaar in botsing komen, maar bijvoorbeeld ook wanneer twee fietsers tegen elkaar aanrijden.

In sommige gevallen geldt de risicoaansprakelijkheid

In een aantal gevallen vertrekt men echter niet van de foutaansprakelijkheid, maar vanuit de risicoaansprakelijkheid. Dat is opgenomen in artikel 185 van de Nederlandse Wegenverkeerswet 1994 (WVW). Deze risicoaansprakelijkheid beschermt vooral ongemotoriseerde verkeersdeelnemers ten opzichte van gemotoriseerde verkeersdeelnemers, hoewel bijvoorbeeld ook vangrails en de weginfrastructuur door dit artikel worden beschermd.

Het toepassingsgebied is in principe beperkt tot de openbare weg, hoewel dat begrip ruim wordt geïnterpreteerd en bijvoorbeeld ook een parkeergarage tot de openbare weg kan behoren. Ook in België hanteert men zo’n ruime interpretatie.

De risicoaansprakelijkheid houdt in dat de bestuurder van een motorrijtuig vrijwel altijd aansprakelijk is wanneer er schade wordt toegebracht aan voetgangers, fietsers, geparkeerde voertuigen, wegmeubilair of aangelijnde dieren. Enkel als de bestuurder overmacht kan aantonen, kan hij de aansprakelijkheidsdans ontspringen. In de praktijk aanvaardt de Nederlandse rechter in dit geval niet snel overmacht.

50% of 100% van de schade vergoeden, ook bij een eigen fout

De regels zijn het strengste ten opzichte van kinderen tot 14 jaar. De betrokken autobestuurder moet dan in principe 100% van de schade vergoeden, zelfs als het kind een fout heeft begaan. Dat komt doordat autobestuurders beducht moeten zijn voor het onvoorspelbare gedrag van kinderen.

Bij kinderen vanaf 14 jaar en volwassenen zijn de regels minder streng. Dan kan er wel sprake zijn van eigen schuld en kan de aansprakelijkheid wel worden verdeeld, maar de autobestuurder zal altijd minstens 50% van de schade moeten vergoeden. Dat is ook het geval als bijvoorbeeld een fietser voor 70% heeft bijgedragen aan het ongeval.

Opgelet: de rechter kan een billijkheidscorrectie toepassen

Hierboven werd er steeds uitgegaan van een causaliteitsverdeling, waarbij de mate waarin iemand heeft bijgedragen aan het ongeval, uitgedrukt in een percentage, ook bepalend is voor de mate waarin iemand de schade van een ander moet vergoeden of vergoed wordt voor de schade. In de praktijk is zo’n wiskundige benadering niet altijd wenselijk.

De rechter kan daarom ook een billijkheidscorrectie toepassen en rekening houden met diverse factoren, zoals een geestelijke tekortkoming bij het slachtoffer, de hoge leeftijd van het slachtoffer, de gevolgen van het ongeval en dergelijke meer.

Het is met andere woorden niet altijd wenselijk om zomaar een eerste voorstel van een verzekeraar te aanvaarden. Het is daarom raadzaam om aan te kloppen bij een second opinion advocaat.

Deze advocaat zal nagaan of je twijfels bij het aangeboden bedrag door de verzekeraar terecht zijn. De advocaat zal je dan informeren of het al dan niet mogelijk is om een beter resultaat te krijgen.

 

Geef een reactie