Volgens de Wet Private en Bijzondere Veiligheid was er een onverenigbaarheid tussen het werken in een onderneming of een interne dienst vergund voor ‘bewaking uitgaansmilieu’ en een onderneming of interne dienst vergund voor andere bewakingsactiviteiten. Via deze onverenigbaarheid wilde de wetgever bewakingsondernemingen beschermen tegen de criminele invloeden van het uitgaansmilieu.
Waarom de onverenigbaarheid?
Volgens de wetgever zijn de plaatsen waar bewakingsactiviteiten in het uitgaansmilieu worden uitgeoefend, vaak beïnvloed door het criminele milieu. Vooral de drugsproblematiek werd door de wetgever nadrukkelijk onderstreept. De onverenigbaarheid moest dan ook voorkomen dat een werknemer die werkt voor een bewakingsonderneming daarnaast ook in het “criminele uitgaansmilieu” te vinden is. En zo moet de onverenigbaarheid vooral de werkgever die niet steeds op de hoogte is van de verdere activiteiten van zijn werknemers, beschermen.
Overigens voorzag de wetgever wel een uitzondering indien de 2 betrokken ondernemingen geassocieerd zijn: dan is er geen sprake van een onverenigbaarheid. In dit geval hoort de werkgever immers te weten van de activiteiten van zijn werknemer.
Grondwettelijk Hof niet akkoord met onverenigbaarheid
Het Grondwettelijk Hof gaat daar in zijn recent arrest niet mee akkoord (nr. 79/2019 van 23 mei 2019). De onverenigbaarheid is volgens het Grondwettelijk Hof niet ter zake dienende en dus vernietigde het Grondwettelijk Hof het artikel 61, 10° van de wet van 2 oktober 2017.
Volgens het Grondwettelijk Hof moeten bewakingsondernemingen, interne bewakingsdiensten en de leidinggevenden immers al “alle nodige voorzorgsmaatregelen treffen” en controles uitoefenen. Hiernaast heeft men reeds een wettelijk profiel vooropgesteld waaraan alle werknemers moeten voldoen. Dat zou afdoende moeten zijn.
Wat nu?
Werknemers mogen nu wel gewoon werken voor een onderneming of interne dienst vergund voor ‘bewaking uitgaansmilieu’ en een onderneming of interne dienst met een andere vergunning, zelfs wanneer de ondernemingen niet geassocieerd zijn. Het maakt hierbij niet uit wat de hoedanigheid van de werknemer is. Zo kan het niet alleen gaan om een bewaker maar ook om leidinggevenden, personen die zetelen in de raad van bestuur of zelfs lesgevers of commercieel bedienden.