Straf

Le criminel ne tient plus le civil en état bij een uitspraak over de (on)ontvankelijkheid

Wanneer er bij de burgerlijke rechter een schadevergoeding wordt gevorderd en er nog geen strafrechtelijke uitspraak over de schuldvraag is, moet de burgerlijke rechter rekening houden met het adagium le criminel tient le civil en état. Volgens het hof van beroep te Antwerpen speelt dit adagium echter niet als de burgerlijke rechter uitspraak doet over de (on)ontvankelijkheid van een vordering. Waarover gaat het?

Le criminel tient le civil en état

Bij een strafrechtelijke inbreuk kan men een ander schade berokkenen. Deze schade komt in aanmerking voor een schadevergoeding die ook via de burgerlijke rechter kan worden gevorderd. In het Belgische rechtssysteem geldt daarbij het adagium le criminel tient le civil en état. Dit adagium, vervat in artikel 4 V.T.Sv., wil zeggen dat de uitspraak van een burgerlijke rechter over een schadevergoeding moet worden uitgesteld tot de strafrechter een einduitspraak heeft gedaan over de strafvordering naar aanleiding van de feiten.

De burgerlijke rechtsvordering kan terzelfder tijd en voor dezelfde rechters vervolgd worden als de strafvordering. Zij kan ook afzonderlijk vervolgd worden; in dat geval is zij geschorst, zolang niet definitief is beslist over de strafvordering die vóór of gedurende de burgerlijke rechtsvordering is ingesteld.” (Art. 4 V.T.Sv.)

De burgerlijke rechter moet dus wachten tot de strafrechter beslist heeft of iemand al dan niet schuldig is en mag hier niet op eigen houtje over oordelen. Via dit adagium voorkomt men dat twee rechters elkaar zouden tegenspreken, waarbij de burgerlijke rechter bijvoorbeeld zou zeggen dat iemand schuldig en aansprakelijk is en de strafrechter iemand vrijspreekt. In het buitenland gebeurde dit bijvoorbeeld bij O.J. Simpson die strafrechtelijk werd vrijgesproken door een jury, maar die drie jaar later in een civielrechtelijke zaak wel schuldig werd bevonden aan de moord op zijn ex-vrouw en haar vriend.

Slachtoffers moeten soms lang wachten op schadevergoedingen

Een voorbeeld van de toepassing van het adagium le criminel tient le civil en état vinden we bij de gasramp van Gellingen in 2004. De slachtoffers dienden toen te wachten tot het Hof van Cassatie in 2012 een einduitspraak deed over de strafvordering. Tot dit moment was de burgerlijke vordering opgeschort en konden de slachtoffers niets anders doen dan wachten.

Bijzonder hieraan was dat de slachtoffers een beroep deden op de foutloze aansprakelijkheid. De schuldvraag die door de strafrechter te beantwoorden is, speelde dus niet eens mee en toch moesten ze jaren wachten. Het is meteen de reden waarom de wetgever in 2017 ingreep en een uitzondering invoerde op dit adagium. In het kader van de foutloze aansprakelijkheid, waarbij de schadevergoeding niet afhankelijk is van de schuldvraag, hoeft de rechter sindsdien niet meer te wachten op de uitspraak van de strafrechter.

Rechter kan meteen uitspraak doen over de (on)ontvankelijkheid van de vordering

Recent was er een ander voorbeeld waarbij het adagium le criminel tient le civil en état speelde. Bij de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen had de rechter namelijk beslist om geen rekening te houden met het adagium. Volgens de rechter hoefde dit niet als het ging om de (on)ontvankelijkheid van de vordering. Ook hier zou de strafrechtelijke veroordeling niks aan de zaak veranderen: ook met een strafrechtelijke veroordeling zou de vordering nog steeds onontvankelijk zijn.

Uiteindelijk diende het hof van beroep te Antwerpen zich hierover uit te spreken. In een arrest van 27 juli 2021 besliste het hof inderdaad dat het adagium niet aan de orde is indien het niet gaat over de grond van de zaak. De burgerlijke rechter kan met andere woorden steeds oordelen over (on)ontvankelijkheid van een vordering, ook als de strafrechter nog geen uitspraak heeft gedaan. De grond van de zaak mag hij echter niet behandelen.

Geef een reactie