BevoegdhedenDe burgerDossier coronavirusFeaturedIn de persInternationaalStaat & Bestuur

Mag de overheid zomaar grondrechten beperken bij de strijd tegen het coronavirus?

Her en der horen we al eens iemand foeteren dat de overheid toch wel te ver gaat met al die coronamaatregelen. Volgens hen een inbreuk op onze grondrechten, ongrondwettelijk en in strijd met onze mensenrechten. Dat eerste kan, maar daarom hoeft dat nog geen probleem te zijn. Onder bepaalde voorwaarden mag een overheid immers onze rechten beperken. En maar goed ook.

De grondrechten in de Belgische Grondwet

Het klopt inderdaad dat wij Belgen een aantal grondrechten hebben. Deze grondrechten zijn vooral het gevolg van de ideeën van de Franse Revolutie en werden door Napoleon in onze gebieden geïntroduceerd, maar sommige rechten kwamen ook later tot stand. Dat is met name het geval voor de economische, sociale en culturele rechten die voornamelijk na de Russische revolutie en de periode van dekolonisatie tot stand kwamen.

Het gaat steeds om universele rechten die moeten garanderen dat alle personen op een vrije en menswaardige wijze kunnen blijven functioneren. In onze Grondwet zijn ze onder Titel II “De Belgen en hun Rechten” ondergebracht en zijn ze in vier groepen onder te verdelen:

  • De burgerlijke rechten: de rechten die de burger beschermen tegen onrechtmatig en ongeoorloofd optreden van de overheid (bv. het recht op persoonlijke vrijheid en het recht op het gezinsleven)
  • De politieke rechten: de rechten die de burger moeten laten deelnemen aan het staatsgezag (bv. het recht op vrije en geheime verkiezingen)
  • De economische, sociale en culturele rechten: de plicht van de overheid om voorwaarden te scheppen opdat burgers in waardigheid kunnen leven (bv. het recht op behoorlijke huisvesting, het recht van handel en het recht om evenementen in de eigen taal te organiseren)
  • De collectieve rechten: de rechten die een bepaalde globale toestand moeten waarborgen (bv. het recht op eigendom, het recht op ontwikkeling en het recht op vrede)

Grondrechten zijn zeker niet absoluut

In tegenstelling tot wat velen lijken te denken, zijn die grondrechten helemaal niet absoluut en kan de overheid ze ook beperken. Dergelijke beperkingen kunnen echter alleen uit een wet voortvloeien, waardoor in België de tussenkomst van de wetgevende macht steeds vereist is. Hier is België strikter dan andere landen die ook andere instrumenten kennen zoals de noodtoestand.

Daarnaast heeft de grondwet ook voorwaarden of formaliteiten opgelegd. Enkel indien daaraan is voldaan, kan een wet de grondrechten beperken. De rechtspraak heeft deze voorwaarden gaandeweg verfijnd. Een volledige detaillistische uitzetting daarvan zou te ver gaan. Samengevat kunnen we stellen dat preventieve beperkende maatregelen verboden zijn, behalve wat de uitoefening van vrijheid van vergadering in openlucht betreft (artikel 26 Grondwet).

Regelende maatregelen en repressieve maatregelen die de grondrechten beperken, zijn daarentegen wel toegestaan. Dat gebeurt ook voortdurend en dat vinden we maar de normaalste zaak van de wereld, bijvoorbeeld wanneer criminelen van hun vrijheid worden beroofd of wanneer woningeigenaars worden onteigend voor redenen van openbaar nut. De overheid kan ook publieke bijeenkomsten verbieden wanneer de brandveiligheid in het gedrang komt. Wanneer een overheid hetzelfde doet om de volksgezondheid te beschermen en het risico op de verspreiding van een ernstig virus te voorkomen, is het ineens wel alle hens aan dek? Gelukkig hebben wij Belgische burgers deze grondrechten. En gelukkig kan de overheid ze in bepaalde gevallen beperken.

Mensenrechten en het EVRM

Het klopt dat niet alleen onze eigen Belgische Grondwet een rol speelt. Een aantal grondrechten worden daarin immers niet gewaarborgd, zoals het verbod op foltering of het recht op een eerlijk proces. Dat is niet meteen een probleem omdat België zich aan talloze internationale mensenrechtenverdragen heeft gebonden. Vooral het EVRM (Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden), dat conform het befaamde Smeerkaasarrest van 1971 directe werking heeft in ons land, is daarbij belangrijk.

Toch wil dat nog niet zeggen dat het EVRM beperkingen van onze grondrechten verbiedt. Integendeel, want in het EVRM zijn er eveneens zogenaamde escape-bepalingen opgenomen waarbinnen een overheid beperkingen kan opleggen. In tegenstelling tot wat onze Grondwet aangeeft, is zelfs de tussenkomst van de wetgevende macht hier niet eens vereist.

In de praktijk moet er bij elke beperking nagegaan worden of de beperking wettelijk voorzien is. Hierbij hoeft het niet te gaan om een instrument van de wetgevende macht en volstaat bijvoorbeeld ook een koninklijk besluit van de uitvoerende macht. De beperking moet ook voorzienbaar en toegankelijk zijn. Daarnaast moet de beperking een van de limitatieve doelen dienen. Maak je hierover echter geen illusies, want deze doelstellingen zijn heel ruim geformuleerd, gaande van de bescherming van de openbare veiligheid tot de bescherming van de gezondheid of het economisch welzijn van het land.

Ten slotte is vereist dat de beperking noodzakelijk is in een democratische samenleving. In de praktijk toetst men dit op basis van drie criteria:

  • Criterium van de “pressing social need”: de beperking moet beantwoorden aan een dwingende maatschappelijke noodzaak in een rechtstaat en moet niet alleen nuttig maar ook noodzakelijk zijn voor een vrije, pluralistische rechtstaat;
  • Relevantiecriterium: de beperking moet relevant zijn om de verhoopte oplossing te kunnen bewerkstelligen;
  • Proportionaliteitscriterium: de beperking moet in verhouding staan tot het te bereiken doel. Er mag geen alternatieve en lichtere inbreuk zijn die een gelijkwaardig resultaat kan bereiken. Omdat dit over het algemeen een zeer subjectief criterium is, hanteert men bij de beoordeling vaak een consensusprincipe: het gegeven dat andere staten gelijkaardige beperkingen hanteren is een goede (maar niet de enige) indicator dat de beperking proportioneel is.

Ook het EVRM legt met andere woorden een aantal voorwaarden op vooraleer mensenrechten kunnen worden beperkt. Inzake het coronavirus moeten vrijheidsstrijders zich echter geen zorgen maken. De beperkingen zijn per slot van rekening wettelijk voorzien, zijn voorzienbaar (zeker door de situatie in andere landen en eerdere publieke aankondigingen), zijn steeds duidelijk vooraf gecommuniceerd, hebben het duidelijk doel om de (volks)gezondheid te beschermen, zijn maatschappelijk noodzakelijk, genieten een wetenschappelijke onderbouwing, hebben het doel om een oplossing te bewerkstelligen en ook andere landen maken gebruik van dergelijke beperkingen.

Samengevat: maak je geen zorgen omdat een aantal van de rechten waar je zo van houdt even worden aangetast. Het is mooi dat je zo bekommerd bent over onze grondrechten, maar de beperkingen zijn er voor je eigen belang, het is voor ieders gezondheid en het is opdat je later nog van je grondrechten kan genieten. En dat is het voornaamste in deze crisistijd.

1 reactie

  • En nu; anno 22/05?2020?
    Zijn deze beperkingen nog steeds maatschappelijk noodzakelijk (de economische catastrofe (sluiting horeca, muziekwereld,…), medische en psychosociale nood (armoedecijfers gaan enkel nog meer de hoogte ingaan, mensen met psychische aandoeningen krijgen nauwelijks de benodigde hulp, vereenzaming van alleenstaanden, bejaarden, en uitgestelde medische hulp…) op lange termijn , genieten deze nog steeds een wetenschappelijke onderbouwing wetende dat zeer veel andere landen die zeer hard getroffen waren ondertussen veel soepelere maatregelen hebben?

Geef een reactie