De burgerLeven & Wonen

Moet ik mijn stiefkinderen onderhouden?

Samengestelde gezinnen zijn tegenwoordig eerder regel dan uitzondering. De laatste jaren kwam er meer aandacht voor de juridische gevolgen van dergelijke gezinnen, maar er blijven nog steeds een aantal aandachtspunten. Zo is er in enige mate een onderhoudsplicht van de stiefouder op het stiefkind, maar die onderhoudsplicht valt niet te vergelijken met de persoonlijke plicht die op de biologische ouder rust. Wel kan een stiefouder zelf stappen zetten om zijn verplichtingen uit te breiden.

Verplichting bij wettelijk samenwonen of huwen

In principe ben je als stiefouder helemaal nergens toe verplicht. Het zijn niet jouw kinderen en jij hoeft nergens voor op te dragen. Natuurlijk kan je wel altijd zelf beslissen om bij te dragen aan de lasten van het huwelijk (door te huwen) of aan het samenleven (wettelijk samenwonen). In dergelijke gevallen draag je ook de lasten van het stiefkind, op voorwaarde natuurlijk dat het kind ook effectief bij de ouder inwoont. De lasten voor het levensonderhoud van het kind zijn dan te dragen door de werkelijke ouder en door de stiefouder. Die financiële verplichting vloeit, in tegenstelling tot bij ouders, dus niet voort uit het (stief)ouderschap, maar is het gevolg van de wettelijke samenwoning of van het huwelijk.

Uitzondering waarbij een persoonlijke verplichting ontstaat

Op bovenstaande regel is er eigenlijk maar een uitzondering voorzien, namelijk in het geval dat de ouder van het kind sterft. Deze regeling wordt ook wel eens de assepoesterregel genoemd.

Bij het overlijden eindigt het huwelijk of het wettelijk samenwonen, maar ontstaat er een rechtstreekse onderhoudsverplichting van de stiefouder tot het stiefkind. Deze financiële onderhoudsverplichting is echter wel beperkt tot wat de stiefouder erfde of kreeg toegekend via een schenking of een huwelijkscontract. Meer dan wat de stiefouder bij de overleden partner kon rapen, kan het kind dus niet bij de stiefouder sprokkelen.

Stiefouder kan het stiefkind adopteren

De maximale verplichting die op een stiefouder rust is met andere woorden een onderhoudsplicht. Het staat de stiefouder natuurlijk altijd vrij om verder te gaan, bijvoorbeeld door het kind te adopteren. Dit kan op twee manieren gebeuren: de gewone adoptie of de volle stiefouderadoptie.

Bij een gewone adoptie behoudt het kind de afstammingsrechten ten opzichte van de oorspronkelijke familie, maar opent ook rechten ten opzichte van de adoptant-stiefouder. Dat geldt ook voor de latere kinderen van het geadopteerde kind. Hier ontstaat er dus opnieuw een persoonlijk recht dat het kind zelfs op de eigen erfgenamen kan overdragen. Dit staat echter los van andere bloedverwanten van de plusouder. Via de gewone adoptie kan het kind dus niet zomaar een deel claimen van de erfenis van de adoptant-stiefgrootouders. De gewone adoptie is mogelijk ten aanzien van meerderjarige en minderjarige stiefkinderen.

Daarnaast is ook de volle stiefouderadoptie mogelijk. Bij een volle stiefouderadoptie wordt de band met de oorspronkelijke biologische ouder doorknipt en wordt het adoptiekind gelijkgesteld met de biologische kinderen van de stiefouder. De verwantschap met de stiefouder komt dan in de plaats van de biologische verwantschap die reeds bestond. Omdat het kind op gelijke voet komt te staan met de biologische kinderen van de adoptant-stiefouder, opent het nu wel rechten ten aanzien van bloedverwanten van de adoptant-stiefouder. Ten aanzien van de biologische familie heeft het kind geen rechten meer. De volle stiefouderadoptie is enkel mogelijk ten aanzien van minderjarige kinderen.

Geef een reactie