De burgerFeaturedLeven & Wonen

Nieuw goederenrecht en de theorie van de bovenmatige burenhinder

Op 1 september treedt het nieuwe goederenrecht in werking. In een aantal artikelen bespreken we hoe het goederenrecht is gewijzigd en wat de gevolgen hiervan zijn. In dit artikel hebben we het over de bovenmatige burenhinder.

Buren moeten normale hinder dulden, maar bovenmatige burenhinder niet

Nabuurschap kan soms voor vervelende situaties zorgen. In principe heeft iedereen het recht om te genieten van zijn eigendom of woonst. Om dit te garanderen, moeten buren enig begrip aan de dag leggen. Ze moeten begrijpen dat kinderen al eens huilen en dat gras moet worden gemaaid. Anderzijds hoeven ze niet akkoord te gaan met bovenmatige burenhinder. Nieuw is dit allemaal niet. Ook zonder dit artikel bestond de theorie van de bovenmatige burenhinder al. Alleen was het niet zo duidelijk in het wetboek opgenomen en ging het om een theorie die gebaseerd was op een interpretatie van artikel 544 BW:

Eigendom is het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover te beschikken, mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of met de verordeningen.” (Art. 544 BW)

De theorie van de burenhinder is dus geen nieuwe uitvinding, het was enkel nergens duidelijk opgeschreven. Dit doet de wetgever nu wel in het nieuwe artikel 3.101, § 1 BW. Hierbij is de wetgever trouw gebleven aan de bestaande rechtsleer en heeft men rekening gehouden met de principes die ook al door de rechtspraak worden erkend.

Naburige eigenaars hebben elk een recht op het gebruik en genot van hun onroerend goed. Bij de uitoefening van hun gebruik en genot eerbiedigen ze het geschapen evenwicht door geen hinder op te leggen aan de nabuur die de normale ongemakken uit de nabuurschap overtreft en hem toerekenbaar is.” (Art. 3.101, § 1 BW)

Wat al dan niet bovenmatig is, is altijd een feitenkwestie waar een vrederechter over moet oordelen. In deze paragraaf heeft de wetgever alvast enkele voorbeelden opgenomen waar de rechter rekening mee kan houden. Het gaat om een niet-limitatieve lijst, want de wetgever zegt er duidelijk bij dat men rekening dient te houden “met alle omstandigheden van het geval”. Voorbeelden zijn:

  • Het tijdstip van de hinder (bv. overdag of ’s nachts)
  • De frequentie van de hinder (bv. eens per jaar of elke dag)
  • De intensiteit van de hinder (bv. ­een haan die 100 of 140 dB produceert)
  • De eerstingebruikneming (bv. was het vliegveld er eerst of woont de buurman er al langer)
  • De publieke bestemming van het goed (bv. geluid uit een brandweerkazerne tegenover geluid uit een huis)

Gevolgen van bovenmatige burenhinder

In de tweede paragraaf geeft dit artikel weer wat er moet gebeuren als er sprake is van burenhinder. Het artikel onderstreept dat de buur die het evenwicht schendt, het evenwicht moet herstellen. Het is aan de rechter om te bepalen hoe dit moet gebeuren. De rechter heeft daarbij drie opties en moet bepalen welke optie passend is:

  • Het betalen van een geldelijke vergoeding om de hinder te compenseren
  • Het vergoeden van de kosten om compenserende maatregelen te treffen (bv. de kosten die de getroffen buren moeten maken om geluidsisolatie te plaatsen)
  • Het staken van de handelingen die hinder veroorzaken of de verplichting om maatregelen te treffen om de bovenmatige hinder tot normale hinder te beperken (bv. de buur verplichten om zelf geluidsisolatie te plaatsen)

Dit laatste, de verplichting om de hinder tot normale hinder te beperken, is niet onbelangrijk en vormt opnieuw een erkenning van het feit dat buren enige normale hinder van elkaar moeten dulden. Als de hinder tot minder dan de normale hinder zou worden beperkt, zou er in de omgekeerde richting een onevenwicht ontstaan.

Voorkomen van bovenmatige burenhinder

Terwijl het artikel 3.101 BW het heeft over het evenwicht tussen de buren en het herstellen van een verstoring van dit evenwicht, behandelt het artikel 3.102 BW het voorkomen van zo’n verstoring. Het artikel bepaalt dat wanneer er ernstige en manifeste risico’s zijn op het gebied van gezondheid, vervuiling of veiligheid, men alvast kan vorderen dat er preventieve maatregelen worden genomen. Buren hoeven dus niet te wachten tot wanneer het risico zich daadwerkelijk realiseert.

Dit artikel komt tegemoet aan problemen binnen de rechtspraktijk. In het verleden bleek het namelijk moeilijk om preventief in te grijpen. Eigenlijk diende men te wachten tot het risico zich manifesteerde. Daarop hebben advocaten al met succes verschillende omwegen gebruikt, zoals de manifestatie van psychologische schade door de schrik dat het risico zich manifesteert. Nu maakt de wetgever het ook zonder deze omwegen mogelijk om preventief in te grijpen, maar dan enkel bij zogenaamde “ernstige en manifeste risico’s”.

In de praktijk zullen buren dus naar de vrederechter kunnen stappen nog voordat een gevaarlijke muur daadwerkelijk instort of alvorens een gevaarlijke hond daadwerkelijk bijt. De klagende buur moet dan wel bewijzen dat er een ernstig risico is.

Geef een reactie