Het begon allemaal in 2014. Na een dramatisch ongeval op de E314 kondigde de toenmalige Vlaamse mobiliteitsminister, Hilde Crevits, aan dat ook de begeleider naar de rijschool zou moeten. Dit kaderde in de overdracht van bevoegdheden na de zesde staatshervorming. Huidig minister Ben Weyts zette de laatste puntjes op de i en werkte het wettelijk kader verder uit. Centraal stonden de pogingen om het systeem van de vrije begeleiding, uniek in de wereld, verder te blijven behouden – mits een scholingsplicht voor de begeleider. We zetten de krachtlijnen nogmaals op een rijtje.
Nieuwe regeling sinds 1 oktober 2017
Allereerst : de nieuwe regeling is enkel van toepassing op kandidaten die hun voorlopig rijbewijs aangevraagd hebben na 1 oktober 2017. Wie zijn voorlopig rijbewijs voor die datum aanvroeg, valt met andere woorden niet onder het nieuwe systeem. Ook niet wanneer zij het rijbewijs pas later ontvingen.
Het nieuwe systeem kent twee stelsels, waarvan één stelsel met begeleider. Conform het nieuwe systeem moet de begeleider een vormingsmoment van drie uur volgen vooraleer hij op het voorlopig rijbewijs kan worden vermeld. Na het vormingsmoment, dat drie uur zal duren, ontvangt de begeleider een attest die 10 jaar geldig blijft. Op ieder voorlopig rijbewijs kunnen maximaal twee begeleiders vermeld worden.
Ook nieuw is het zogenaamde terugkommoment. Wie na 1 oktober 2017 zijn voorlopig rijbewijs heeft aangevraagd, zal later ook een zogenaamd ‘terugkommoment’ moeten volgen. Wat dat terugkommoment zal inhouden is nog niet duidelijk, aangezien de wetteksten hieromtrent nog niet zijn gepubliceerd. De voorbereidingen geven alvast aan dat het terugkommoment één jaar na het behalen van het definitieve rijbewijs zal plaatsvinden en zal bestaan uit een klassikaal deel en praktijkoefeningen, alhoewel een en ander nog kan wijzigen.
Voorwaarden voorlopig rijbewijs met begeleider
Een voorlopig rijbewijs met begeleider is mogelijk vanaf de leeftijd van zeventien jaar en blijft maximaal 36 maanden geldig. De minimale oefenperiode bedraagt 9 maanden. Op het voorlopig rijbewijs kunnen maximaal twee begeleiders opgegeven worden. Deze begeleiders moeten in het bezit zijn van het begeleidersattest (maximaal 10 jaar oud) en voldoen aan de begeleidersvoorwaarden (zie hierna).
Voorwaarden voor begeleiders
Als begeleider moet je ingeschreven zijn in België en ten minste acht jaar houder en drager zijn van een Belgisch of Europees rijbewijs. Bovendien mag je de laatste drie jaar niet vervallen zijn geweest van het recht om een motorvoertuig te besturen. Was je dat voordien wel, dan moet je geslaagd zijn voor de examens en onderzoeken die de rechter je oplegde.
Sinds 1 oktober 2017 moet je als begeleider bovendien over een begeleidersattest beschikken. Dat begeleidingsattest kan je verkrijgen na het volgen van een vormingsmoment. Ook mag je niet op een ander rijbewijs als begeleider vermeld zijn binnen het jaar voor de datum van afgifte van het voorlopig rijbewijs, behalve in het geval van dichte familieleden. Hiermee wil de wetgever de praktijk van “sjoemel-begeleiders” een halt toeroepen.
Wat is het vormingsmoment?
Het vormingsmoment is een opleiding van drie uur. Die opleiding kost 20 euro en het wordt aangeraden om de leerling (gratis) mee te laten deelnemen aan dit vormingsmoment.
Tijdens het vormingsmoment leer je hoe je het oefenproces met de leerling veilig kan aanpakken en krijg je praktische tips mee. Voor het vormingsmoment hoef je niet te studeren en het omvat geen test van de kennis van de wegcode. Je zal aanwezig moeten zijn, motivatie of interesse is duidelijk niet verplicht.
Na het aflopen van de vorming verkrijg je dan het begeleidersattest. Dit attest moet de leerling voorleggen bij het aanvragen van een voorlopig rijbewijs met begeleider.
Maar: in sommige gemeenten kan het (nog) zonder vormingsattest
Er heerst een heuse discussie tussen het Vlaams en Federaal niveau over deze vormingsattesten. Tijdens dit potje armworstelen geven zowel Vlaams minister van Mobiliteit, Ben Weyts, als zijn federale collega, François Bellot, aan bevoegd te zijn in deze materie.
Het klopt dat het “uitreiken van het rijbewijs” nog steeds een federale bevoegdheid is, terwijl het enkel de bevoegdheid van de rijopleiding zelf is die bij Vlaanderen ligt, alhoewel hier nog heel wat onduidelijkheid heerst. Om die reden richtte federaal minister François Bellot dan ook een oproep aan de Vlaamse gemeenten om de Vlaamse regels niet te volgen.
In de hele verwarring zijn er heel wat gemeenten waar het vereiste vormingsattest niet wordt gecontroleerd, dat zou hun bevoegdheid niet zijn “aangezien zij de Federale regels dienen te volgen”, klinkt het. In die gemeenten kan de leerling dus toch een nieuw rijbewijs verkrijgen met vermelding van twee begeleiders, zonder dat hij ooit een vormingsattest diende voor te leggen. Ook Lode Ceyssens gaf dat al aan: “Niemand controleert achteraf of dit rijbewijs ook effectief is afgeleverd na het voorleggen van het gevraagde vormingsattest. Op die manier blijft de Vlaamse maatregel een lege doos”.
In afwachting van de uitspraak van de Raad van State valt het dus te proberen om alsnog een voorlopig rijbewijs aan te vragen, zonder voorlegging van het vormingsattest. Of de gemeente daar ook op in zal gaan is natuurlijk maar de vraag. Anderzijds: minister Ben Weyts kreeg eind 2016 ook al eens ongelijk van de Raad van State. Het advies luidde toen: “Het spreekt voor zich dat wanneer specifieke bevoegdheden met betrekking tot de scholing, de examens en de rijscholen aan de gewesten worden overgedragen, de overige aspecten met betrekking tot de voorwaarden voor het uitkeren van een rijbewijs […] tot de residuaire bevoegdheden van de federale overheid blijven horen”. Lees: ook deze keer zal minister Ben Weyts waarschijnlijk in het stof bijten.
Of dat daarom zo’n goede zaak zal zijn, valt af te wachten. Ben Weyts heeft immers al aangekondigd een plan B te hebben.
Conclusie: wil je de vorming echt niet volgen? Dan kan je proberen om het voorlopig rijbewijs zonder voorlegging van het attest te verkrijgen. Je kan ook de uitspraak van de Raad van State afwachten. Hoe dan ook blijf je wel in onzekerheid achter, want zo kan de voorlegging bijvoorbeeld wel verplicht worden voorafgaand aan het afleggen van de praktische proef. En dan ben je natuurlijk weer bij af. Het meest eenvoudige blijkt de vorming toch gewoon te volgen – zij het dan zonder interesse of motivatie, want daartoe ben je niet verplicht.
Ik heb 1 keer verval recht tot sturen op 29 jaar rijden. Voor een snelheidsovertreding op een plaats waar werken zijn maar niet om 1 uur ‘s nachts en samen met tientallen bestuurders die in Lummen passeerden op dat moment. Ik ben nooit eerder voor rechtbank moeten komen. Nooit positief getest op alcohol en drugs. Nu mag ik mijn dochter niet begeleiden bij het rijden. Indien ik een recidivist was, maar alles langer dan drie jaar was geleden was er voor de wetgever geen probleem. Als ik zie wat op de rechtbank allemaal passeert, vind ik dit toch een zware straf voor mij en voor mijn dochter die helemaal de dupe is hiervan