Nog een keer slapen en de nieuwe Basiswet Private en Bijzondere Veiligheid is van kracht. Het debat over de kerntaken van de politie en de bijhorende privatisering heeft gezorgd voor een nieuwe wet van maar liefst 278 artikels die van toepassing zijn op de private bewakingsdiensten, de veiligheidsdiensten van de openbare vervoersmaatschappijen, de maritieme veiligheidsdiensten, diverse adviesdiensten en opleidingsinstellingen van de private veiligheid. De krachtlijnen van die wet geven we kort mee, want ieder van ons komt vroeg of laat met zo’n veiligheidsdienst in aanraking.
Meer bewegingsvrijheid voor beveiligingsdiensten
De private veiligheidssector krijgt heel wat extra bevoegdheden, maar daar tegenover staat dan weer een erg strikte controle. De klassieke bewakingsactiviteiten (goederenbewaking, vaststelling van materiële feiten, begeleiding van groepen personen in het verkeer, het beheer van alarmcentrales, de bescherming van personen, het beveiligd vervoer en de gelinkte activiteiten en persoonscontrole) blijven nog steeds behouden. Deze bewakingsactiviteiten kunnen dus door private beveiligingsfirma’s worden uitgevoerd. Her en der zijn wel aanpassingen aangebracht door de nieuwe Basiswet Private en Bijzondere Veiligheid.
Een bevoegdheid werd wél afgeschaft: de begeleiding van het uitzonderlijk vervoer. De reden hiervoor is de laatste staatshervorming. Die bevoegdheid werdt immers overgedragen aan de gewesten die hiervoor eigen regels kunnen uitvaardigen. België, weet je wel.
Onder andere volgende bewakingsdomeinen worden door de nieuwe Basiswet Private en Bijzondere Veiligheid toegevoegd:
- Sweepings: het preventief doorzoeken van goederen of woningen in de zoektocht naar wapens, drugs, explosieven of spionageapparatuur;
- De levering van technische veiligheidsmiddelen: hier springt vooral de regeling rond drones als veiligheidsmiddel in het oog.
Strikte controle
Aangezien private beveiligingsdiensten extra bevoegdheden krijgen, zullen er ook veel meer veiligheidsmechanismen worden ingebouwd.
Vroeger mochten bijvoorbeeld alleen de leidinggevenden geen criminele of correctionele straf hebben opgelopen, nu wordt dit uitgebreid tot alle personeelscategorieën. Voor al het personeel geldt een minimale leeftijd van 18 jaar.
Verder zullen leden van de inlichtingendiensten gedurende drie jaar geen functie in de private veiligheid mogen uitoefenen. Voor de politiediensten geldt dezelfde termijn, maar dan alleen bij een bedreiging voor de Staat of de openbare orde.
Alle opleidingen zullen moeten erkend zijn door een inspectie instelling die zal toezien op de kwaliteit.
Geen toestemming om geweld te gebruiken
Alhoewel de private veiligheidsdiensten meer bevoegdheden krijgen, mogen ze in principe geen dwang gebruiken of iemand in zijn vrijheid beperken. Daar is de nieuwe Basiswet Private en Bijzondere Veiligheid heel duidelijk over: dat blijft voorbehouden aan de agenten van het openbaar gezag. Toch zijn er enkele uitzonderingen op die regel die nadrukkelijk door de wet omschreven worden.
Bij sommigen doet vooral de sweepingbevoegdheid wenkbrauwen fronsen. Toch maakt de nieuwe Basiswet Private en Bijzondere Veiligheid duidelijk dat de bewakingsagenten geen “gerechtelijke bevoegdheden” hebben. Concreet: ze mogen geen huiszoeking doen of een inbeslagneming uitvoeren. In de praktijk mogen ze alleen “onmiddellijk waarneembare situaties vaststellen”. Zelfs onderzoek voeren of sancties opleggen is hen dus verboden. Even grondig rondkijken, meer ook niet.
“Geen” toezicht op de openbare weg
Dat is althans de regel, ook hier blijft dit voorbehouden aan de openbare veiligheidsdiensten. Toch zijn er heel wat specifieke bevoegdheden die wél door private diensten mogen uitgevoerd worden. De nieuwe nieuwe Basiswet Private en Bijzondere Veiligheid voegt er zelfs drie aan toe: persoonscontrole in goed afgebakende zones van een gemeente, het besturen van technische middelen op de openbare weg én het bekijken van beelden van de openbare weg.
Vanaf wanneer ?
Morgen! 10 november 2017 dus. Op datzelfde moment zal ook de vroegere wet, die al dateerde uit 1990, worden opgeheven.
Om verwarring te vermijden: de nieuwe Basiswet Private en Bijzondere Veiligheid bouwt wel een overgangsperiode in. Zo zullen vergunningen en identificatiekaarten die op basis van de oude wet werden toegekend wél nog blijven gelden tot aan de vervaldatum. Nadien zullen ze echter volgens de nieuwe erkenningsvoorwaarden worden toegekend.