Werk en ontslag

Startersjobs: vanaf 1 juli 2018 een feit

Deze week stelde de regering de zogenaamde Relancewet voor. Die Relancewet voorziet een invoering van startersjobs vanaf 1 juli 2018. Wat moet je hierover weten?

Vormen startersjobs de oplossing om jongeren aan job te helpen?Vormen startersjobs de oplossing om jongeren aan job te helpen?

De doelstelling van deze startersjobs is alvast duidelijk: ook jongeren eenvoudig aan een job helpen. Hoe de regering dat hoopt klaar te spelen? Wij leggen het alvast uit.

Startersjobs: wat zijn dat?

Het doel van de startersjobs is om jongeren eenvoudiger aan een job te helpen door de werkgever hier bepaalde gunstige voorwaarden aan te bieden. Het moet gezegd worden: jongeren van 18 tot 20 jaar die zich in het sollicitatiecarrousel bevinden, zelden hebben zij erg sterke diploma’s op zak. Niet dat zo’n diploma de allesredder is, maar in de praktijk merken we wel erg vaak dat “ervaring” ineens een erg belangrijk criterium wordt. Laat daar nu net het schoentje knellen.

Dankzij de voordelen die de werkgever krijgt bij het aannemen van zo’n jonge starter, houdt de werkgever de financiële middelen over om het gebrek aan ervaring te compenseren. Korte opleidingen en inwerktijden hoeven zo geen probleem te vormen.

In de praktijk gaat het om een vermindering van de arbeidskost door een lagere bedrijfsvoorheffing, bij het aannemen van jonge werknemers met een leeftijd tussen 18 en 21 jaar:

  • 18-19 jaar: aftrek van 18%;
  • 19-20 jaar: aftrek van 12%;
  • 20-21 jaar: aftrek van 6%.

En in de praktijk?

Een praktijkvoorbeeld kan mogelijks verduidelijking brengen.

We beginnen het praktijkvoorbeeld bij OLIFANTENZIJNTOF BVBA. Deze kmo maakt dierenknuffeltjes en heeft acht medewerkers in dienst. Wegens uitbreiding zoekt de zaakvoerder, mijnheer Elephantus, een nieuwe arbeider. Voor hem staat Robben, een jongeman van achttien jaar. Ze komen een maandloon overeen van €2.000 bruto.

In het eerste jaar van de indiensttreding zal de werkgever recht hebben op een aftrek van 18%, oftewel een maandelijkse besparing van €360 in brutosalaris. Uiteraard heeft dit een grote invloed op de bepaling van de werkgeversbijdragen.  In het tweede jaar zal de kmo een brutobesparing kennen van 12% en in het derde jaar nogmaals een brutobesparing van 6%. In de praktijk zal dat voor deze kmo, na afloop van de periode van drie jaar en rekening houdende met de werkgeversbijdragen, al snel voor een besparing van €10.000 weten te zorgen.

En voor de werknemer? Voor de werknemer wijzigt er niks: zijn nettosalaris blijft gewoon zoals het was.

Geef een reactie