Sinds de invoering van de euro wist de financiële schade ten gevolge van de valsemunterij op te lopen tot ruim 500 miljoen euro. De euromunt blijft een doelwit zijn voor allerhande georganiseerde misdaadgroepen. De Unie besloot daarom om alle activiteiten die de echtheid van de euro in gevaar zou kunnen brengen, te bestrijden en te bestraffen. Op praktisch vlak moest ook de Belgische wetgever ingrijpen.
De wetgever grijpt in
Het betreft voornamelijk wijzigingen aan het Belgisch Strafwetboek. Vanaf 13 november komen er dan ook strengere sancties op de zogenaamde valsemunterij. Het betreft de omzetting van de Europese Richtlijn 2014/62/EU betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro.
Verhoging van de maximumstraffen
In de praktijk gaat het voornamelijk om de verhoging van de maximumstraffen. Zo worden de maximale gevangenisstraffen opgetrokken tot vijf jaar, zowel voor het vervalsen van muntstukken als voor het vervalsen biljetten.
Bijzonder is dat ook hij die muntstukken of geldbiljetten in-, uit- of vervoert een gevangenisstraf kan oplopen. In dat geval moet het wel diens bedoeling geweest zijn om ze ook effectief in omloop te brengen. Ook in dat geval wordt de maximale gevangenisstraf opgetrokken tot vijf jaar.
Ook hij die meewerkt aan de vervalsing wordt bestraft
De wetgever heeft ook specifiek hij die meewerkt aan de vervalsing willen viseren. Zo is bijvoorbeeld het bezit van vervalste muntstempels of matrijzen voor het drukken van biljetten, op zich al strafbaar met een gevangenisstraf van acht dagen tot één jaar. De wetgever heeft hier in het bijzonder ook het bezit of verhandelen van de ‘veiligheidskenmerken’ die gebruikt worden om munten of biljetten tegen vervalsing te beveiligen, aan toegevoegd.
Samengevat: de wetgever verhoogt niet alleen de maximale gevangenisstraffen voor het vervalsen van muntstukken en biljetten, maar pakt ook alle betrokken in het carrousel specifiek aan.