Het is verboden om zogenoemde schadelijke voedingsmiddelen in de handel te brengen. De wet van 24 januari 1997 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, legt gevangenisstraffen op tot een jaar en geldboetes tot vijftienduizend euro voor zij die dat doen. Die maximale straffen zijn er uiteraard enkel voor de meer extreme gevallen. Maar wat moet begrepen worden onder schadelijke voedingsmiddelen?
Wat zijn schadelijke voedingsmiddelen?
Het is het KB van 3 januari 1975 en het recente KB van 3 februari 2019 (BS 21 maart 2019) die een definitie geven van dergelijke schadelijke voedingsmiddelen. Het gaat in de praktijk om volgende voedingsmiddelen:
- Voedingsmiddelen gemaakt op basis van grondstoffen die niet voor menselijke voeding geschikt zijn;
- Voedingsmiddelen waarvan de smaak en/of de geur op ontaarding of besmetting wijzen;
- Voedingsmiddelen die gegist, beschimmeld of bedorven zijn (behalve indien dat net de bedoeling is, denk met name aan schimmelkazen en brood);
- Voedingsmiddelen die pathogene micro-organismen of toxines van microbiële oorsprong bevatten;
- Voedingsmiddelen die verontreinigingen van dierlijke aard of dierlijke oorsprong bevatten;
- Voedingsmiddelen die andere vreemde lichamen bevatten;
- Voedingsmiddelen met een niet toegelaten toevoegsel;
- Voedingsmiddelen die een te hoog gehalte van toegelaten toevoegsels bevatten;
- Voedingsmiddelen waarvoor een reglement met bewaarvoorschriften is opgesteld en waarbij niet aan de bewaarvoorschriften wordt voldaan;
- Voedingsmiddelen zonder geëtiketteerde consumptiedatum;
- Voedingsmiddelen waarbij de geëtiketteerde consumptiedatum overschreden is of werd gewijzigd;
- Voedingsmiddelen zonder bewaarvoorschriften of gebruiksvoorwaarden op het etiket.
Bijzondere bepalingen
Overigens zijn er nog een aantal specifieke bepalingen van toepassing. Dit is onder andere het geval voor voedingsmiddelen in blik.
