Aan de Vreemdelingenwet is een specifieke administratieve verblijfsprocedure toegevoegd voor staatlozen die niet onder de Vluchtelingenconventie vallen. Vroeger dienden deze staatlozen een beroep te doen op de humanitaire regularisatie, maar het nieuwe verblijfsrecht van staatlozen biedt hen meer zekerheid. Deze mensen, die door geen enkel land als onderdaan worden beschouwd, vallen niet langer tussen twee stoelen. In plaats van de humanitaire regularisatie – toch een heel omslachtige en onzekere procedure – krijgen ze nu op zijn minst duidelijkheid.
Deze administratieve verblijfsprocedure is tevens een tegemoetkoming aan de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof. Het Grondwettelijk Hof had namelijk al aangegeven dat het ontbreken van deze verblijfsprocedure een schending van het gelijkheidsbeginsel is.
Gedaan met de omslachtige procedure
Voorheen dienden staatlozen een speciale procedure te doorlopen. Daarbij dienden ze eerst voor de familierechtbank te vragen om officieel te worden erkend als staatloze. Eenmaal deze erkenning is verkregen, kan de staatloze een aanvraag indienen voor humanitaire regularisatie. Dit moet dan gebeuren bij de Dienst Vreemdelingenzaken. Pas nadat deze twee omslachtige procedures doorlopen zijn, krijgt de betrokkene duidelijkheid over de verblijfsstatus. In de tussentijd leeft men in onzekerheid en moet men de weg zien te vinden in een complex systeem. Dat is uiteraard niet ideaal.
Nieuwe verblijfsprocedure voor staatlozen
In die nieuwe procedure, speciaal ontwikkeld voor staatlozen die niet onder de Vluchtelingenconventie vallen, zal men gewoon een aanvraag kunnen indienen bij de Dienst Vreemdelingenzaken. De Dienst Vreemdelingenzaken zal vervolgens een veiligheidscontrole uitvoeren. Daarna gaat het dossier naar het CGVS (Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen) dat een advies dient uit te brengen.
In feite zal het CGVS nagaan of aan de verblijfsvoorwaarden is voldaan en, afhankelijk van de beoordeling, een positief of negatief advies uitbrengen. De beslissingsbevoegdheid ligt bij de DVZ die wel rekening zal houden met dit advies (en het meestal ook zal volgen). Er wordt tevens een veiligheidscheck ingebouwd. Iemand die een gevaar vormt voor de nationale veiligheid zal altijd worden geweigerd.
Indien de aanvraag wordt goedgekeurd, krijgt de vreemdeling een verblijfsrecht voor 5 jaar. Na afloop van deze periode wordt nagegaan of deze vreemdeling nog altijd staatloos is. Indien dit het geval is, krijgt men een onbeperkt verblijfsrecht in België. Wie erkend is, kan leven en werken in België. Wie minstens 5 jaar wettig in België verblijft en een verblijfsrecht van onbepaalde duur heeft, kan bovendien een aanvraag indienen om Belg te worden. Daarvoor gelden wel extra voorwaarden – geïntegreerd zijn, minstens een van de drie landstalen spreken en reeds voldoende gewerkt hebben. De aanvraag is in te dienen bij de gemeente waar men is ingeschreven.
Opgelet: de beschreven procedure is niet van toepassing op alle staatlozen. Er gelden extra eisen. Zo moet men de nationaliteit buiten de wil verloren hebben en niet op een wettige en duurzame wijze kunnen terugkeren naar hun land van herkomst. Daarnaast blijft de procedure inzake internationale bescherming bestaan. Deze procedure blijft ook voorrang krijgen. Dit wil zeggen dat men in principe eerst de procedure inzake internationale bescherming moet doorlopen voordat men de eerder beschreven procedure kan doorlopen.