In de pers

Waarom mocht de familie van Jürgen Conings zijn lichaam niet meer zien?

Na het overlijden van Jürgen Conings, de Belgische militair die zware wapens stal en na het dreigen met een aanslag zichzelf van het leven beroofde, ontstond er een kleine rel. De nicht en tante van Conings wilden Jürgens lichaam graag nog even zien, maar dit werd afgewezen en het lichaam werd gecremeerd. Het was opnieuw voer voor talloze complottheorieën. Enige duiding is echter op zijn plaats.

Familie wilde lichaam zien voor de crematie

De familie van Jürgen Conings wilde het lichaam nog voor de crematie zien. Ze eisten ook een onafhankelijke autopsie. Volgens de begrafenisondernemer was het tonen van het lichaam niet wenselijk. Volgens wat er in het persbericht van meester Knapen, de advocate van de nicht en tante, te lezen viel, zou de begrafenisondernemer hebben aangegeven dat het “enkel nog een hoop zwarte smurrie” is en dat de “stank niet te harden” is. Het naderhand verwijderen van de stankgeur die uit de lijkzak komt, zou in hoge kosten resulteren.

De rechter in kortgeding wees de vordering van de nicht en tante af en gaf aan dat het tonen van het lichaam niet nodig was. Volgens de rechter volstond een waardig afscheid zonder het tonen van het lichaam. Jürgen Conings mocht worden gecremeerd en daarmee was de kous af. Meester Knapen haalde in de pers uit en gaf aan dat de familie zo niet met zekerheid kan zeggen of het wel degelijk om Conings gaat.

Meester Knapen is een advocate die wel vaker wordt bespot. Het is dan ook de geliefkoosde advocate van eenieder die in complottheorieën gelooft. Ufo’s, afspraken over een intergalactische federatie en coronascepticisme behoren tot de orde van de dag. Het maakt van haar een eenvoudig doelwit, maar uiteindelijk blijft het om een advocate gaan. Beter dan meester Knapen onderuithalen, is dan ook om te kijken naar de juridische feiten. Zo verwees meester Knapen in haar betoog telkens naar artikel 44 van de wet-Franchimont. En het is deze wet die we dan ook onder de loep moeten nemen en niet de persoonlijke levenswandel van meester Knapen.

Invoering van de kleine wet-Franchimont

Wanneer meester Knapen het over de wet-Franchimont heeft, heeft ze het over de kleine wet-Franchimont (later kwam er ook nog een grote wet-Franchimont). Het is een wet die in de nasleep van de zaak-Dutroux is gestemd. De geschiedenis gaat echter wel verder terug, want na de aanbevelingen van de Bende-commissie werd de commissie Strafprocesrecht opgericht. Professor Franchimont stond aan de leiding van deze commissie. Deze commissie onderzocht het huidige strafrechtsysteem en zou hervormingsvoorstellen moeten formuleren. Het was inderdaad pas in 1998 dat de kleine wet-Franchimont er kwam. Het was de eerste verandering in het strafprocesrecht en het kwam deels tegemoet aan de eisen van de deelnemers aan de Witte Mars. Een van de nieuwigheden was dat er meer aandacht gaat naar de rechten van de slachtoffers en de familieleden, ook na het uitvoeren van een autopsie.

De identificatie van een lijk is conform art. 44 van de wet Franchimont (zoals opgenomen in het wetboek van strafvordering) een RECHT van de nabestaanden. Een tweede onafhankelijke autopsie ook.

Dit wettelijk recht is door de politie, het parket, de rechter (en de begrafenisondernemer) ontzegd aan de bloedverwanten van Jurgen Conings.” (Blog van meester Knapen)

Artikel 44 Wetboek van strafvordering

In de praktijk heeft meester Knapen het over artikel 44 Wetboek van strafvordering, waaraan artikel 6 van de kleine wet-Franchimont – en dus niet artikel 44 van de wet-Franchimont – het laatste lid toevoegde:

Geldt het een gewelddadige dood of een dood waarvan de oorzaak onbekend is en verdacht, dan doet de procureur des Konings zich bijstaan door een of twee geneesheren, die verslag zullen uitbrengen over de oorzaken van de dood en de staat van het lijk.

[…]

Ingeval een autopsie wordt bevolen, krijgen de nabestaanden de toestemming het lichaam van de overledene te zien. De magistraat die de autopsie heeft bevolen, beslist of de verzoekers als nabestaanden kunnen worden beschouwd en op welk tijdstip zij het lichaam van de overledene mogen zien. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.” (Art. 44 wetboek van strafvordering)

Dit artikel bepaalt, zoals meester Knapen aangeeft, dat de nabestaanden de toestemming krijgen om het lichaam van de overledene te zien wanneer er een autopsie wordt bevolen. Daarom wordt het lichaam na de autopsie altijd opnieuw toonbaar gemaakt. In de praktijk tracht men na een autopsie dan ook standaard om het lichaam opnieuw toonbaar te maken. Een licht ontbonden lijk kan men zelfs nog enigszins reconstrueren.

Lichaam was wellicht geen prettig gezicht

In het geval van Jürgen Conings valt tussen de regels door te lezen dat het lichaam er al even lag en dat een goede en aangename reconstructie wellicht niet mogelijk was. De wetsdokter had het over een overlijden van “een tot vier weken”, wat een heel ruime schatting is. Na ongeveer een week laten de haren van het lichaam los en begint het lichaam op te zwellen door het rottingsvocht en de gassen. In de fasen die daarop volgen, laten ook de nagels los, ontstaan rottingsblaren enzovoort. Voor een wetsdokter is de duur van het overlijden hier visueel moeilijk in te schatten, want de snelheid van het verrottingsproces is in de praktijk afhankelijk van de temperatuur, de vochtigheid, de blootstelling aan insecten en knaagdieren enzovoort.

Het enige wat bij een sterk verrot lichaam enig uitsluitsel kan geven, is een madenonderzoek. Hetgeen hier inderdaad ook bevolen is. Hierbij worden larven verzameld en bij een gemalen runderhart geplaatst. De maden kunnen dan blijven eten en ondervinden zo min mogelijk stress. In broedstoven worden de condities van op de plaats delict nagebootst en kunnen de larven zich onder gelijke omstandigheden verder ontwikkelen. Wanneer de larve ontpopt, kunnen de onderzoekers berekenen wanneer de vlieg het eitje heeft gelegd. Op dat moment was het slachtoffer al gegarandeerd dood. De marge daarbij is ongeveer één dag, dus de berekening is behoorlijk precies. Het exacte moment van overlijden kan men vervolgens inschatten. De gecreëerde vliegen bewaart men als bewijsmateriaal. Hoe dan ook doet dit alles inderdaad vermoeden dat het geen prettig gezicht moet zijn geweest.

Echtgenote weigerde het lichaam vrij te geven

Dat de begrafenisondernemer het lichaam liever niet toonde, valt enigszins te begrijpen. Maar uiteindelijk is het niet de begrafenisondernemer die beslist, maar de magistraat die de autopsie heeft bevolen. Hetzelfde artikel 44 Wetboek van Strafvordering bepaalt echter dat de magistraat de touwtjes strak in handen heeft. De magistraat bepaalt namelijk wie al dan niet tot nabestaanden wordt aangemerkt en hiertegen is geen beroep mogelijk.

De partner van Conings is zo’n nabestaande, maar zij besloot om het lichaam niet te bekijken en wilde de kist niet laten openen. Het gaat hier met andere woorden om een familieruzie, waarbij de partner een gesloten kist zonder pottenkijkers wil, maar enkele telgen van de familie dat anders zien. Gelet op de gebeurtenissen – de echtgenote heeft altijd aangegeven de zaak te willen laten rusten en niet mee te willen gaan in allerlei complottheorieën –, de staat van het lichaam en uit respect voor de overledene, is de echtgenote haar beslissing zeker niet opvallend.

De echtgenote is een van de belangrijkste nabestaanden en dus zal de magistraat wellicht rekening hebben gehouden met haar wil. Had zij gevraagd om het lichaam te zien, in plaats van Jürgens tante en nicht, had de magistraat wellicht anders beslist. De magistraat zou dan een tijdstip hebben vastgelegd waarop de lijkzak zou worden geopend, ongeacht de wil van de begrafenisondernemer.

Om terug te keren op het citaat van meester Knapen: het recht om het lichaam na de autopsie te zien, is inderdaad een recht van de nabestaanden. En dat recht is inderdaad aan bloedverwanten – zowel ik als meester Knapen nemen het woord nabestaanden hierbij niet in de mond – ontzegd. Maar dat is dus gewoon toegestaan, want enkel nabestaanden beschikken over dit recht.

Geef een reactie