Een advocaat is natuurlijk een vertrouwenspersoon. Aan zo’n advocaat worden er dan ook al eens geheimen verteld. Geheimen die slachtoffers, ex-partners, rechters, belastingcontroleurs en andere buitenstaanders maar beter niet kunnen horen. Gelukkig heeft de advocaat een beroepsgeheim te respecteren. Uiteraard is het flink panikeren als de politie bij jouw advocaat binnenvalt. Dat gebeurde bijvoorbeeld vorig jaar nog na het kraken van de versleutelde smartphones van Sky ECC. Een aantal advocaten werden toen verdacht van criminele feiten en overal in het land vonden er invallen plaats, ook bij advocaten.
Beroepsgeheim beschermt de cliënten van de advocaat
In de eerste plaats is het goed om te weten dat er op de advocaat een beroepsgeheim rust. Dat is niet vrijblijvend, want de advocaat heeft zelfs een geheimhoudingsplicht. Hij is met andere woorden verplicht om de vertrouwelijke informatie van zijn cliënten geheim te houden. Ook bijvoorbeeld een arts of een accountant heeft zo’n beroepsgeheim. Als een advocaat zijn beroepsgeheim schendt, kan hij niet alleen tuchtrechtelijke sancties krijgen opgelegd, maar ook strafrechtelijk worden vervolgd.
Het beroepsgeheim heeft betrekking op de vertrouwelijke informatie waarvan de advocaat kennisneemt tijdens de uitoefening van zijn job. Je moet hem met andere woorden wel als jouw advocaat inschakelen. Het beroepsgeheim houdt verder in dat de advocaat de informatie niet met derden mag delen. Derden is uiteraard een heel ruim begrip en dat is een goede zaak. Het heeft bijvoorbeeld niet alleen betrekking op de kinderen van de advocaat, de buren van de advocaat en op jouw buren, maar ook op de overheid. Als de politie een advocaat een vraag stelt over jouw dossier, mag de advocaat zich op het beroepsgeheim beroepen om de vraag niet te beantwoorden. Dat geldt ook als de fiscus zich ergens vragen bij zou stellen.
Grenzen aan het beroepsgeheim
Aan het beroepsgeheim zijn er uiteraard ook grenzen verbonden. Het is niet de bedoeling dat het beroepsgeheim iets is waar een advocaat zich achter kan verschuilen om criminele feiten te plegen of om deel uit te maken van een crimineel netwerk. Het beroepsgeheim is er ook enkel om de cliënten van de advocaat te beschermen, niet om de advocaat zelf te beschermen. Als de fiscus bijvoorbeeld beslist om een onderzoek in te stellen naar de financiën van de advocaat zelf, kan de advocaat zich niet op zijn beroepsgeheim beroepen. Hetzelfde geldt bij een strafrechtelijk onderzoek naar de advocaat of naar een crimineel netwerk waar hij mogelijk deel van uitmaakt.
Ook kan de advocaat het beroepsgeheim niet inroepen om een huiszoeking tegen te gaan. Huiszoekingen bij advocaten zijn met andere woorden wel degelijk mogelijk. Desondanks is het uitvoeren van een huiszoeking bij een advocaat behoorlijk complex, net omdat zo’n advocaat heel wat gevoelige informatie liggen heeft.
Als een advocaat wordt verdacht van criminele feiten, moet men dan ook een delicaat evenwicht vinden. Men zal enerzijds op zoek moeten gaan naar bewijzen voor en tegen de advocaat, maar men moet dat anderzijds op zo’n manier doen dat het beroepsgeheim niet wordt geschonden en dat de rechten van zijn cliënten in stand worden gehouden.
Regels omtrent huiszoekingen bij een advocaat
Voor iedere huiszoeking geldt dat een onderzoeksrechter eerst de toestemming daartoe moet verlenen. Dat geldt ook als de politie bij jou een huiszoeking wil uitvoeren. Maar omdat een advocaat aan het beroepsgeheim is ontworpen, volstaat dat bij hem nog niet. Het is een vast gebruik dat de onderzoekrechter bij een huiszoeking bij een advocaat ook persoonlijk aanwezig is. Als hij daar niet persoonlijk bij aanwezig is, kan dat later worden gebruikt om de nietigheid van de huiszoeking en de verzamelde bewijzen aan te tonen. Dat zal niet per se lukken, omdat het een vast gebruik is en geen rechtsregel die in de wet staat. Desondanks zal een onderzoeksrechter het risico liever niet nemen.
Stafhouder adviseert over het geheime karakter van documenten
Niet alleen de onderzoeksrechter dient aanwezig te zijn, maar ook het hoofd van de balie waartoe de advocaat behoort (de stafhouder). De stafhouder speelt een belangrijke rol bij zo’n huiszoeking. De stafhouder zal per document nagaan of het al dan niet onder het beroepsgeheim valt en zal een advies verlenen met betrekking tot de vertrouwelijkheid van het document. Door de stafhouder in te schakelen, voorkomt men dat de overheid eerst documenten moet lezen om vervolgens te kunnen oordelen of ze al dan niet vertrouwelijk zijn. Dat zou nogal raar zijn. Het advies van de stafhouder wordt in het proces-verbaal genoteerd. De onderzoeksrechter kan dat advies naast zich neerleggen, maar zal dat om evidente redenen niet snel doen.
Inbeslagname van documenten van een advocatenkantoor
Bij een huiszoeking opent men niet alleen alle schuiven en bekijkt men niet alleen documenten, maar worden er ook documenten, computers, USB-sticks en harde schijven meegenomen. Bij een huiszoeking bij een advocaat is dat natuurlijk extra complex, want het is nu ook niet de bedoeling dat jouw dossier zomaar verdwijnt en je verdediging daarmee op de helling wordt gezet.
Daarom geldt er een principieel verbod op een inbeslagname bij advocaten. Er zijn echter uitzonderingen op dit principieel verbod. Zaken die gediend hebben voor het plegen van een misdrijf en die eigendom zijn van de verdachte mogen bijvoorbeeld wel worden meegenomen, net als zaken die voortkomen uit het misdrijf. Ook bewijselementen die de schuld of onschuld kunnen aantonen of die nodig zijn om te oordelen over de graad van schuld mogen worden meegenomen. Andere zaken en documenten dient men in het kantoor achter te laten. Als jij dus niks met het onderzoek te maken hebt, is je dossier in principe niet meegenomen of ingekeken.
Rechter kan doen alsof hij bewijzen niet heeft gezien
De onderzoeksrechter speelt een belangrijke rol in dit alles, omdat hij degene is die uiteindelijk beslist wat er al dan niet in beslag mag worden genomen. Hij kan daarbij perfect het advies van de stafhouder in de wind slaan. Toch wil dat niet zeggen dat hij niet kan worden teruggefloten, integendeel.
Op een later moment kunnen zowel het onderzoeksgerecht als de vonnisrechter beslissen om bepaalde stukken uit de debatten te weren. Men oordeelt dan dat die stukken eigenlijk niet hadden mogen worden bekeken of meegenomen. De rechter die het vonnis velt, moet dan doen alsof hij ze nooit heeft gezien en mag er bij het bepalen van de schuld of van de strafmaat geen rekening mee houden.